Hoofdstuk 8
KA’s
31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een
industriële samenleving
33. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
36. De opkomst van Politiek maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, confessionnalisme en feminisme
Veranderingen op het platteland
Het ontstaan van de industrie begon op het platteland van Engeland en Schotland (17/18e
eeuw). Grootgrondbezitters kregen steeds meer land, waardoor aaneengesloten
landbouwgebieden ontstonden waar pachtboeren op woonde. Voedselproductie nam toe
door: 1. schaalvergroting, 2. Nieuwe techniek en werktuigen. Levensduur nam toe doordat er
minder honger was. Doordat er steeds meer voedsel p.p was nam de voedselprijs af er werd
het moeilijk pacht te betalen. Daarnaast deden ze aan huisnijverheid, wat in de tijd van
inflatie meer een noodzaak werd. Ondernemers uit de steden zorgde voor grondstoffen en
dat de eindproducten verkocht werden. Maar omdat steeds meer boeren deze nijverheid
moesten gaan doen daalde ook de prijs van nijverheidsproducten. Steeds meer mensen
trokken daarom gedwongen naar steden
De industriële revolutie begint
In de 18e eeuw ging het financieel heel goed met Groot-Brittannië. Koloniën leverden veel
grondstoffen en plantageproducten op, waarna de handel over zee ook nog veel opleverde.
Er was in Groot-Brittannië veel meer aandacht voor ontwikkelingen en experimenten dan in
andere landen, daarom werden juist hier uitvindingen gedaan die de industriële revolutie
op gang zette. Het begon in de textielindustrie. Uitvinden werden daarvoor gedaan om het
productieproces te versnellen zoals de schietspoel, maar ook machines die de hele kamer in
beslag namen. Daarnaast werden nu ook dit soort machines op water en stoomkracht
gedreven. Omdat deze machines zo groot waren, werd productie verplaatst naar
fabrieksruimten. De productie kwam in handen van de elite, omdat zij alleen de ruimtes en
machines konden betalen. De fabrieksproductie was arbeidsextensief, er waren niet veel
mensen nodig, waardoor het redelijk goedkoop was. De stroom mensen werd vanuit het
platteland nog groter. Urbanisatie ging hand in hand met nieuwe fabrieken, waardoor de
industriële samenleving ontstond.
,Grondstoffen en afzetmarkten
De industriële revolutie verspreidde zich vanuit GB in de 18e en 19e eeuw naar Europa en
N-Amerika. Mensen streefden naar zo veel mogelijk winst, dit industrieel kapitalisme zorgde
ervoor dat er continu behoefte was aan meer grondstoffen en nieuwe afzetmarkten. Nieuwe
en snellere transportmogelijkheden, zoals treinen en het Suezkanaal maakten de
uitwisseling van goederen gemakkelijker. Hierdoor nam het economisch belang van de
koloniën toe, daarom zochten mensen steeds meer naar nieuwe gebieden om te veroveren.
Mensen ontdekten in de 19e eeuw dat het binnenland van Afrika veel grondstoffen had. Er
ontstond een modern imperialisme waardoor Afrika snel veroverd was. Om conflicten te
voorkomen kwamen enkele landen bijeen in Berlijn in 1885. Ze verdeelde Afrika onderling.
Met de inwoners van Afrika werd geen rekening gehouden. De Belgische koning Leopold II
werd eigenaar van de Onafhankelijke Congostaat waar veel rubber was. Dit zorgde voor
groei in de auto-industrie van Europa en VS.
Nationale trots en superioriteitsgevoel
Voorheen was bij kolonialisme de aanwezigheid van Europeanen in de kolonie beperkt tot
factorijen en de kust, Doordat in de 19e eeuw grote gebieden werden veroverd moesten
bewoners zich voegen naar wetten en regels. De economie van de kolonie kwam in dienst te
staan van het moederland. Door nationalisme was de onderdrukking van de inheemse
bevolking vanzelfsprekend: hoe meer koloniaal gebied, hoe meer macht en aanzien dat
opleverde voor hun eigen land. Ook sociaal-darwinisme droeg bij aan de onderdrukking en
verovering. Charles Darwin publiceerde in 1859 een evolutietheorie, waaruit denkers de
conclusie trokken dat de groep die zich het best kon aanpassen het meest succesvol zou
zijn: survival of the fittest. Andere denkers gaven hier een morele draai aan en vonden dat
hun sterke volk niet alleen recht had op overheersen maar dat het een plicht was. Zij
meende gekoloniseerde volken te moeten helpen ontwikkelen: the white man’s burden
Nederlands imperialisme
Nederland deed ook mee aan het modern imperialisme (niet in Afrika). In de eilandengroep
(Nederlands-Indië) komen steeds meer gebieden van Nederland. Om ze effectief te
besturen werden inheemse bestuurders ingezet, in ruil daarvoor moesten ze samenwerken
met NL. Boeren op Java moesten 20% van hun grond gebruiken om de producten die NL
bepaalde te kweken en dit tegen een lage prijs aan NL verkopen. Dit heet cultuurstelsel.
Soms eisten inheemse leiders aanvullende betalingen van hun boeren, de nederlandse
koloniale ambtenaar Eduard Dekker stelde dat het cultuurstelsel neer kwam op ‘uit
plundering van de inheemse mensen’. Zijn boek Max Havelaar maakte grote indruk in NL en
veroorzaakte kritiek op het cultuurstelsel. Toch had het systeem ook voordelen voor Javanen
omdat wegen en bruggen werden aangelegd. In 1870 werden wetten ingevoerd dat
ondernemers in Nederlands-Indië bedrijven konden beginnen waardoor NL geen monopolie
meer had (einde van cultuurstelsel). In deze periode werd in NL-Indie ook aardolie gevonden
en ontdekten ze dat rubberbomen goed groeiden. NL-Indie veranderde in een leverancier
van Industriele grondstoffen.
, Leerdoelen 8.1
1. Je kunt de sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen beschrijven die plaatsvonden
tijdens de overgang van de landbouwstedelijke samenleving naar de industriële
samenleving.
2. Je kunt uitleggen hoe de verhouding tussen koloniën en Europese moederlanden
veranderde onder invloed van de industriële revolutie.
3. Je kunt uitleggen welke politieke, ideologische en economische motieven een rol
speelden in het modern imperialisme.
4. Je kunt de wijze waarop de Belgische koning Leopold II zijn kolonie in Afrika
gebruikte als persoonlijk wingewest beschouwen als voorbeeld van modern
imperialisme.
5. Je kunt beschrijven hoe Nederland in Nederlands-Indië vormgaf aan het modern
imperialisme.
Leerdoel 1 - landbouwstedelijk → industrieel
Dankzij schaalvergroting (grootgrondbezitters meer land) en nieuwe landbouwtechnieken
nam de voedselproductie toe.
→ minder honger
→ toenemende levensduur
→ groeiende bevolking, nog steeds meer voedsel p.p.
→ daalde voedselprijzen
→ boeren moeilijk pacht betalen
→ huisnijverheid geen bijbaantje meer, maar noodzaak
→ ook daalden de prijs van huisnijverheid producten
→ meer boeren naar steden
Groot-Brittannië had door de handel over zee een economisch voorsprong op de rest.
→ uitvindingen gedaan waardoor het productieproces voor bepaalde producten werden
versneld
→ nog meer uitvindingen die hele huiskamers in beslag namen
→ machines op nieuwe krachten (eerst spier → water → stoom)
→ de grote machines pastte niet meer in huis en er kwamen fabrieken
→ nog meer mensen naar de stad
Leerdoel 2 - verhouding koloniën en Europese moederlanden veranderde door de
industriële revolutie
In koloniale gebieden konden grondstoffen worden verkregen. De fabrieksproducten konden
daarna worden verkocht aan de inheemse bevolking. Hierdoor maakten ze nog meer winst
en bleven landen op zoek naar nieuwe gebieden om te koloniseren. Die vonden ze, Afrika.
Leerdoel 3 - modern imperialisme → politiek, ideologische en economische motieven
politieke motieven → Landen wilden meer macht hebben in de wereld. Dit kan je laten zien
door meer koloniën te hebben. Het meer koloniaal gebied, de meer macht.
ideologische motieven → Landen konden ook hun geloof hier nog meer verspreiden. Het
werd ook gezien als de Afrikanen helpen, door ze westerse beschaving bij te brengen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mdelange31. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,62. Je zit daarna nergens aan vast.