Samenvatting - Theorie R-Studio modules van statistiek van de sociale wetenschappen (Prof Cecil Meeusen) - KU Leuven
99 keer bekeken 7 keer verkocht
Vak
Statistiek van de sociale wetenschappen (S0A17E)
Instelling
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Deze samenvatting bevat alle theorie (+ voorbeelden) van de 3 R-Studio modules die getoetst worden bij de 3 online R-Studio testen. Gedoceerd door prof Cecil Meeusen.
Module 1: Een eerste kennismaking met R
1. Introductie
Is het vlak linksboven verdwenen?: File -> New File -> R script
Zijn alle 4 de panelen verdwenen?: View -> Panes -> Show all panes
Run een code: selecteer de code of zet je cursor erbij -> klik op ‘Run’ of gebruik ctrl + ENTER
Commentaar toevoegen: hashtag (#) + commentaar
!! Alles wat achter een # geschreven staat, zal niet door R gelezen worden.
Environment: hier vind je een lijst met objecten die je hebt ingevoerd
Hulp nodig?: ?functienaam of help(functienaam)
floor( ): De functie floor(a) geeft je het grootste geheel getal dat kleiner dan of gelijk is aan a.
Voorbeeld: floor(2.222) Antwoord: 2.
Een komma noteer je in R als een punt!!
Voorbeeld: het getal 2,777 noteer je in R als 2.777
2. Fundamenten van de R programmeertaal
2.1. Het gebruik van objecten
De naam van een variabele mag men zelf kiezen, maar in R moeten de volgende regels
gerespecteerd worden:
• De naam mag enkel bestaan uit een combinatie van letters, cijfers, een punt (.) en
underscore (_).
• De naam moet starten met een letter of een punt. Indien het start met een punt,
mag het tweede symbool geen cijfer zijn.
• Speciale namen (keywords) die nodig zijn voor het functioneren van de R
programmeertaal mogen niet gebruikt worden (cf. een handvol termen zoals if, else,
NA, TRUE, FALSE, etc.)
,R is hoofdlettergevoelig!!
Voorbeeld: de namen “examenscore”, “examenScore” en “Examenscore” verwijzen
naar 3 verschillende objecten
Een variabele/object inhoud geven/definiëren (iets toewijzen): gebruik ‘<-‘ of ‘=’
2.2. Verschillende data types
Verschillende data types of klassen
Numeric
• Numeric is het standaardformaat in R voor getallen. Je gebruikt steeds een punt (.)
en geen komma (,) om getallen met decimalen te noteren.
• Voorbeelden: Pi = 3.1415 | Kans = 0.9999 | X = 2 | -273.15 | 0
• Als getallen uit datasets geen kommagetal zijn, kan het zijn dat ze ook als datatype
integer opgeslagen worden. Dat is ook een kwantitatief datatype.
Character
• Character is het standaard formaat voor een reeks symbolen (letters, woorden,
zinnen). Je gebruikt steeds aanhalingstekens (“ ”) om een reeks symbolen te noteren.
• Voorbeelden: X = “a” | “b” | Y = “@” | Land = “België” | “Frankrijk” | Favo.vak =
“statistiek” | Opinie.stat = “statistiek is leuk”
Logical
• Logical is het standaard formaat voor boleaanse waarden (waar, onwaar).
• Voorbeelden: 3 > 2 = TRUE | 3 < 2 = FALSE | TRUE | FALSE
De datasoort van kwantitatieve variabelen is meestal numeric.
De datasoort van kwalitatieve variabelen (nominaal/ordinaal) is meestal character.
Datatype van een variabele opvragen: class( ) of typeof( )
Voorbeeld: class(5.111) Antwoord: “numeric”
Een hoedje (^) of 2 sterretjes (**) = een macht
Voorbeeld (x = 3): x^2 + 1 Antwoord: 10
2
,Een schuine streep (/) = delen door
Voorbeeld: 50/25
!! delen door ¹ dubbelpunt (:) !!
Logische operatoren
Operator Betekenis
== Gelijk aan
!= Niet gelijk aan
> Groter dan
< Kleiner dan
>= Groter dan of gelijk aan
& En
|
Of
(shift + option + L)
2.4. Functies
Een reeks genereren: seq(…,…) of seq(from = …, to = …) of … : … (= een rij van … tot …)
Meerdere functieargumenten worden gescheiden door een komma.
Men kan ook optionele argumenten meegeven aan functies.
Voorbeeld: seq(32, 44, by = 2) Met optioneel argument ‘by = 2’
, by = … : de grootte van de stappen die genomen moeten worden in de getallenreeks
Voorbeeld: seq(32, 44, by = 2) Antwoord: 32 34 36 38 40 42 44
!! komma ervoor want het is een optioneel argument !!
Een vierkantswortel: sqrt( )
Grenzen inbegrepen = groter/kleiner of gelijk aan (>= of <=)
3. Datastructuren in R
3.1. Vector
Een vector: c( )
= een datastructuur die data van hetzelfde type organiseert in de vorm van een rij
= een object dat uit meerdere waarden van hetzelfde data type bestaat
Voorbeelden
- vector1 <- c(2, 3, 0, 3, 1, 0, 0, 1) constructie van vector1 bestaande uit een reeks
getallen
- vector1[1] de waarde op plaats 1 van vector1 opvragen
- vector[1:3] de waarden op plaats 1 t.e.m. 3 van vector1 opvragen
3
, - vector2 <- c(“België”, “Nederland”, “Frankrijk”, “Andere”) constructie van
vector2 bestaande uit een reeks character elementen
- vector2[2] de waarde op plaats 2 van vector 2 opvragen
Vierkante haakjes: option + shift + c
Is het object een vector?: is.vector( )
Voorbeeld: is.vector(vector2) Antwoord: TRUE
3.2. Factor
Factors kunnen ordered (‘ordinale variabele’) of unordered (‘nominale variabele’) zijn:
• Een unordered factor: factor(c (…))
o Voorbeeld: inkomen <- factor(c ("laag", "hoog", "gemiddeld", "hoog", "laag",
"gemiddeld", "hoog"))
• Een ordered factor: factor(c (…), levels = c(…), ordered = TRUE)
o Voorbeeld: inkomen <- factor(c ("laag", "hoog", "gemiddeld", "hoog", "laag",
"gemiddeld", "hoog"), levels = c ("laag", "gemiddeld", "hoog"), ordered =
TRUE)
o Hiermee kan je een datatype ordinaal maken!!
!! factor(c (…) …) of factor(dataset$variabele, …) !!
Een dataframe: data.frame( )
Voorbeeld: data_frame_politici <- data.frame(ranking, naam.politicus,
populariteitsscore)
!! je moet eerst de variabelen voor in je dataframe (hier: ranking,
naam.politicus, populariteitsscore) aanmaken) !!
Een variabele uit het dataframe opvragen: data_frame_naam$variabele
Voorbeeld: data_frame_politici$naam.politicus
Individuele elementen in een dataframe selecteren
Voorbeelden: data_frame_politici[1, 2] rij 1, kolom 2 (= naam.politicus)
Data_frame_politici[1, “naam.politicus”]
!! naam van de kolom in “ ” !!
Meerdere rijen en kolommen in een dataframe selecteren
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nelld. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,98. Je zit daarna nergens aan vast.