Samenvatting Vennootschapsbelasting 4.2
Leerdoelen:
o De student onthoudt de begrippen subjectieve belastingplicht, de winstbepaling waaronder VPB-
specifieke bepalingen omtrent de winstbepaling zoals fiscale verliesverrekening, belastbaar
bedrag, herkwalificatie van vreemd vermogen in fiscaal vermogen, onzakelijke lening, informeel
kapitaal en verkapt dividend, renteaftrekbeperkingen, zakelijkheidsbeginsel/transfer pricing (at
arms length principle), deelnemingsvrijstelling, fusies/juridische splitsing en fiscale eenheid.
o De student begrijpt op welke wijze het belastbaar bedrag vanuit de jaarrekening van een BV
moet worden berekend (vermogens- en winstaansluiting), zodat de VPB-positie kan worden
bepaald in de jaarrekening en in de aangifte VPB.
o De student kan de bepalingen uit de Wet VPB toepassen op een cliënt specifieke situatie waarbij
tevens de diverse sanctiebepalingen in de Wet VPB, alsmede de renteaftrekbeperkingen
toepassen in een concreet concern bestaande uit diverse vennootschappen.
o De student analyseert een jaarrekening op fiscale merites (fiscale screening).
o De student evalueert de vennootschap structuur, alsmede de fiscale positie van zowel de
(holding) vennootschap als de DGA en adviseert zo nodig een alternatieve structuur.
o De student creëert een mogelijke concernstructuur van meerdere vennootschappen, waarbij
belastingdruk (tax burden) wordt geoptimaliseerd en fiscale risico’s worden geminimaliseerd en
waarbij op hoofdlijnen de faciliteiten in de Wet VPB, zoals deelnemingsvrijstelling en de fiscale
eenheid in ogenschouw worden genomen.
Subjectieve belastingplicht
Binnenlandse belastingplicht (artikel 2 VPB):
o BV’s, NV’s, open CV’s
o Coöperaties
o Onderlinge waarborgmaatschappijen (vaak verzekeraars)
o Woningbouwvereniging en -stichtingen
o Overige verenigingen en stichtingen (onder voorwaarden)
o Open fondsen voor gemene rekening
o Bepaalde overheidsbedrijven
Buitenlands belastingplicht (artikel 3 VPB):
o Verenigingen en andere rechtspersonen
o Open CV’s en andere niet rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschappen
o Doelvermogens
De belangrijkste belastingplichtigen voor de VPB zijn de BV’s en in mindere mate de NV’s (vaak grote
bedrijven met meerdere aandeelhouders).
Een BV is een besloten vennootschap, een rechtspersoon gebaseerd op boek 2 BW (titel 5, artikel
175 – 284a), waarvan de aandelen gehouden worden door een aandeelhouder. Dit kan een
rechtspersoon zijn dan wel een natuurlijke persoon.
De overige genoemde subjectief belastingplichtigen zijn minder relevant voor de gemiddelde DGA-
adviespraktijk en worden verder niet behandeld.
Subjectieve vrijstellingen (artikel 5 VPB):
Bepaalde lichamen (artikel 2 en 3 VPB) kunnen subjectief vrijgesteld zijn. Je bent dan klaar voor de
VPB, er hoeft geen aangifte gedaan te worden en het lichaam is ook geen VPB verschuldigd.
,Berekenen belastbaar bedrag
Waarover is VPB verschuldigd? Objectieve belastingplicht.
Belastbaar bedrag:
Artikel 7 VPB:
Fiscale winst
-/- Aftrekbare giften
= Belastbare winst
-/- Fiscale verrekenbare verliezen (artikel 20 VPB)
= Belastbaar bedrag
Artikel 8 VPB:
Dit artikel is de schakelbepaling tussen de wet IB en VPB. Veel winstbepalingen in de wet IB zijn ook
van toepassing in de wet VPB, denk aan:
o Totaal- en jaarwinst (goedkoopmansgebruik)
o Objectieve vrijstellingen
o Beperkte aftrekbare kosten (niet aftrekbaar, dan wel voor 73,5%)
o Investeringsfaciliteiten (KIA, MIA, EIA)
o Afschrijvingsbeperkingen
o KER/HIR
Artikel 8b VPB:
“At arms length” beginsel/criterium (zakelijkheidscriterium). Als er sprake is van bijvoorbeeld een
holding BV en er prijzen/voorwaarden worden afgesproken die lager zijn dan de WEV, moet en bij
het vaststellen van de winst uitgegaan worden van de WEV.
Artikel 9 VPB:
Van de winst aftrekbare kosten.
Artikel 10 VPB:
Van de winst niet aftrekbare kosten. Belangrijkste zijn dividend en vennootschapsbelasting.
Vermogens- en winstaansluiting:
De aangifte VPB wordt opgesteld vanuit de jaarrekening (commerciële cijfers). In de jaarrekening
wordt de fiscale positie opgesteld. De VPB drukt immers de winst na belasting en als de VPB niet als
schuld op de balans per ultimo en ook niet als last in de winst- en verliesrekening opgenomen wordt,
dan wordt geen getrouwe beeld van zowel het vermogen als het resultaat van de vennootschap
weergegeven.
De jaarrekening (commerciële cijfers) geeft het getrouw beeld van zowel het vermogen als het
resultaat van de vennootschap voor de stakeholders (aandeelhouders, bank/financiering, personeel,
leveranciers, etc.).
Artikel 2:362 BW:
Lid 2: de balans geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het vermogen.
Lid 3: de winst- en verliesrekening geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het
resultaat.
De fiscale vermogensopstelling en het belastbaar bedrag in de aangifte VPB hoeft daarentegen niet
de werkelijke waarde van het vermogen of het resultaat van de vennootschap weer te geven, maar
is de basis voor berekening van de VPB-schuld. En hierbij spelen de verschillende elementen van het
, goedkoopmansgebruik een rol, zoals het voorzichtigheidsbeginsel, waarbij ongerealiseerde winsten
(nog) niet belast worden.
De fiscale, dan wel de belastbare winst kan worden berekend door middel van de
vermogensaansluiting, dan wel de winstaansluiting. Uiteraard leiden beide methoden tot dezelfde
fiscale winst. Beiden methoden dan ook in de aangifte VPB opgenomen worden.
Vermogensaansluiting:
Eindvermogen
-/- Beginvermogen
= Vermogenstoename of afname
Kapitaalwijzigingen:
-/- Stortingen
+ Terugbetalingen en onttrekkingen
Correcties:
-/- Vrijgestelde winstbestanddelen/Deelnemingsvrijstelling
+ Kosten aftrekbeperkingen
+ Giften
-/- Investeringsaftrek
-/- Toevoeging aan fiscale reserve
+ Afneming van fiscale reserves
= Fiscale winst (in enige zin)
-/- Aftrekbare giften
= Belastbare winst
-/- Te verrekenen verliezen
= Belastbaar bedrag
Winstaansluiting:
Commerciële winst vóór belasting
+ Fiscaal hogere winsten (bijvoorbeeld hogere boekwinst)
-/- Fiscaal lagere winsten (bijvoorbeeld deelnemingsvrijstelling)
+ Fiscaal lagere kosten (bijvoorbeeld niet aftrekbare rente, gemengde kosten, VPB)
-/- Fiscaal hogere kosten (bijvoorbeeld tantièmes)
+ Afname fiscale reserves (KER/HIR)
-/- Toename fiscale reserves (KER/HIR)
-/- Investeringsaftrek
= Fiscale winst
Het VPB-tarief:
Tarief:
De verschuldigde VPB bedraagt: belastbaar bedrag x tarief.
Het VPB-tarief is:
€- tot € 395.000 15%
€ 395.000 tot €- 25,8%
Vennootschappen in het MKB-segment betalen minder VPB omdat ze onder het lage tarief vallen.