Week 21
Interventie – in ingreep op een persoon of situatie/maatschappij om bepaald gedrag te
veranderen. Bijvoorbeeld: schijf van vijf, bob.
Implementatie -> doorvoeren van je interventie
Prevalentie – het aantal ziekte of ziekten in een populatie op een gegeven moment.
Obesogene samenleving – hebben obesitas gekregen door de samenleving doordat er veel
aanbod is, marketing ( 2 voor prijs voor 1)
Kenmerken obesogene samenleving:
- Ongezonde reclames
- Aanbod en toegankelijkheid van ongezonde producten
- Weinig sportgelegenheden, dure sporten
- Deel scooter zoals de Go scooter
- Goedkope prijzen op ongezonde producten
- Dichtheid van het aantal punten waar ongezond eten te koop is.
- Aantal mensen met overgewicht op straat.
- Marketing van ongezonde producten
- Snelle boodschappen service zoals gorilla, thuisbezorgt
- Drive tru zoals de mac drive
De rol van omgeving bij gezondheid: Omgeving heeft invloed op je voedingskeuzes, op elke
hoek een snackbar. Ook indeling supermarkt: eerst groente en fruit, als laatste ongezonde
dingen
Nutching – sturen naar gezondere keuzes
Marketing – sturen naar ongezonde keuzes
Zijn mensen zelf verantwoordelijkheid voor hun gezondheid?
Gedeeltelijk. Ouders hebben de verantwoordelijkheid over de gezondheid van het kind, dit
kan ook door worden getrokken tot volwassen leven. Omdat je vanaf je geboorte wordt
blootgesteld aan een bepaald milieu
Cultuur en gezondheid
Cultuur beïnvloed je keuzes op voedsel, omdat ze in verschillende landen, verschillende
dingeten eten
- Hindoestaanse mensen in Nederland hebben relatief vaak diabeet
- Afrikaanse afkomst heeft hogere bloeddruk
- In west Europa zijn er veel mensen die tegen lactose kunnen, maar in de rest van de
wereld een stuk minder, omdat hun lichaam er niet gewend aan is
Gezondheidsbevordering: Het bevorderen van een gezondere leefstijl en sociale en
fysieke omgeving (rookverbod, vet/suiker taks, groene omgeving, sportvoorzieningen)
Dilemma’s: Geld, tijd, motivatie, milieu, autonomie, regelvorming, kosten vs. baten
voordelen/nadelen
,Definitie van gezondheid
WHO gezondheid : ‘“een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en
niet louter het ontbreken van ziekte of gebrek”
Nieuw -> Flexibel, met veerkracht, mensen voelen zich in hun kracht aangesproken ipv.
ziekte. Doel = gezondheidsbevordering en preventatie i.p.v.. alleen behandeling ziekten
Kritiek: Er komen de laatste jaren meer chronische ziekten voor en daardoor is volgens de
WHO-definitie bijna niemand gezond
Huber (2014) Positieve gezondheid: “gezondheid is het vermogen om zich aan te passen en
een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in
het leven”
Voordeel positieve gezondheid= de kracht van mensen worden benadrukt in plaats van de
ziekte, meer aandacht voor andere factoren dan somatisch en psychisch (namelijk ook
sociaal). Gezondheid is niet meer deel op zich, maar een middel tot wat zin geeft aan het
leven.
Verschil= obesitas, hypercholesterolemie = ongezond volgens WHO, Huber kijkt naar meer
aspecten waardoor je meer gezond bent.
Pijlers van Huber:
Lichaamsfuncties – Ik voel me gezond en fit
Mentaal welbevinden – Ik voel me vrolijk
Zingeving – Ik heb vertrouwen in mijn eigen toekomst
Kwaliteit van leven – Ik geniet van mijn leven
Meedoen – Ik heb goed contact met andere mensen
Dagelijks leven – Ik kan goed voor mezelf zorgen
Indicatoren gezondheid: lichamelijke functies, mentale functies en beleving, de
spirituele/existentiële dimensie, kwaliteit van leven, sociaal-maatschappelijke participatie en
dagelijks functioneren
Nadelen: confronterend als je scoren te laag is, ook kan iemand antwoorden geven die in
werkelijkheid niet kloppen, diegene doet zich beter voor dan dat het is.
Gebruiken: voor een intake gesprek, tijdens een intakegesprek.
,Gezondheidsbevordering vs -voorlichting (Brug, hoofdstuk 1)
Gezondheidsbevordering= Alle inspanningen om de gezondheid te verbeteren.
Daaronder valt:
- Voorlichting
- Wet- en regelgeving, controle en sancties
- Voorzieningen
Gezondheidsvoorlichting
- Een combinatie van leerervaringen ontwikkeld en ontworpen om mensen te helpen
om hun gezondheid te bevorderen. Mensen hebben bij voorlichting dus ook de keuze
om zich niet gezond te gedragen.
Prevalentie: het voorkomen van een ziekte op dat moment in een bepaalde populatiegrootte.
Vormen van preventie
1. Primaire of universele preventie: denk aan vuurwerk: bedoeld
voor iedereen, vaccinatie, stoppen met roken maatregelen,
hygiëne.
2. Secundaire preventie: om een risico te voorkomen
a. Selectieve preventie voor als er nog geen klachten zijn:
denk aan bevolkingsonderzoek borstkanker.
b. Geïndiceerde preventie voor als er beginnende
klachten zijn: denk aan preventie van verdere klachten
bij hoge bloeddruk.
3. Tertiaire of Zorg gerelateerde preventie: als je ziek bent, denk aan voorlichting bij
diabetes om de ziekte niette verergeren.
4. Quaternaire preventie : misbruik maken van medicijnen
Hieronder zie je enkele voorbeelden van interventies. Onder welk type preventie vallen deze voorbeelden:
universeel, selectief, geïndiceerd of zorggerelateerd
De griep-prik Selectief
Anti-rook campagne Primair/ universeel
Rollenspel om pesten te voorkomen op basisscholen Selectieve preventie
Bevolkingsonderzoek borstkanker Selectief
Maaltijdadviezen voor mensen die een hartinfarct Zorg gerelateerd
hebben gehad
Borden naast de snelweg die waarschuwen om Universeel
voldoende afstand te houden.
Sportadviezen voor mensen met obesitas. Geindiceerd/ zorg gerelateerd
Televisiespotjes om mensen te adviseren om thuis te Selectief
blijven bij griepklachten
Een training voor diabetici om om te gaan met Zorg gerelateerd
medicatie en voeding.
Zelfhulp programma’s voor mensen die overmatig Geindiceerd
alcohol drinken om zich te beheersen
, Het model voor planmatige
gezondheidsvoorlichting en
gedragsverandering
Doel: interventies (gedrag) te ontwikkelen.
Analyse van gezondheidsproblemen: het begint met de vraag naar wat de belangrijke
gezondheidsproblemen zijn waarmee een doelgroep wordt geconfronteerd. Deze vraag is
belangrijk omdat voorlichters zich niet altijd realiseren dat gezondheid slechts één van de
factoren is die van invloed is op de kwaliteit van leven. Andere factoren zijn bijvoorbeeld
veiligheid, discriminatie en armoede, die overigens zeker ook weer van invloed zijn op
gezondheid
Analyse van gedrag en omgeving : is gericht op de analyse van mogelijke gedragsoorzaken
van gezondheidsproblemen en gedragsoplossingen om die problemen het hoofd te bieden.
Gedrag van het individu kan bijdragen tot gezondheid, zoals: gezond eten, niet roken,
genoeg bewegen of adviezen opvolgen. In deze fase moet het belang van gedrag voor het
gezondheidsprobleem en mogelijke oplossingen worden geanalyseerd.
Analyse van determinanten van gedrag: Globaal onderscheiden we persoonlijke
determinanten, zoals kennis, risicoperceptie, attitude en eigen-effectiviteitsverwachtingen; en
omgevingsdeterminanten zoals beschikbaarheid en bereikbaarheid van gezonde keuzes,
sociale steun of druk, en onvoorziene barrières. Welke factoren beïnvloeden het gedrag
positief of negatief? En welke factoren kunnen worden aangepakt en wat is daarbij het doel?
Interventieontwikkeling: Op basis van de inzichten die in de voorafgaande stappen zijn
ontwikkeld, kunnen we een interventie ontwikkelen om de determinanten van gedrag en het
gedrag zelf te veranderen. Het uiteindelijke doel is een verbetering van gezondheid en
kwaliteit van leven en het toepassen.
Interventie- implementatie en disseminatie: De volgende stap in het planningsmodel is de
implementatie (uitvoering zoals bedoeld) en disseminatie (planmatige verspreiding of
invoering) van de interventie.
Evaluatie: Ten slotte is het belangrijk dat interventies worden geëvalueerd om na te gaan of
de interventie de gewenste resultaten heeft (effectevaluatie) en of deze is uitgevoerd zoals
gepland (procesevaluatie)
In theorie begint het model ook echt bij stap 1: een analyse van de gezondheid van een
bepaalde doelgroep. In de praktijk gebeurt dit echter lang niet altijd. In de praktijk is vaak al
bij voorbaat een keuze gemaakt om een interventie voor beïnvloeding van een bepaald
gezondheidsprobleem of een bepaald gedrag te ontwikkelen, en is het begin veeleer gelegen
in een nadere analyse van het al gekozen en afgebakende gezondheidsprobleem en
risicogedragingen.