PROJECTONTWIKKELING
HISTORIE
Ambitie
Jong en zelfstandig vak. Primaat tot en met wederopbouw lag bij industriëlen,
woningbouwverenigingen en rijke particulieren. Opkomst in jaren 60. Vinex 1991
omslagpunt 1. Vastgoedcrisis 2008 omslagpunt 2.
Markt Geld
DEFINITIE
- Op eigen initiatief
- Zonder zelf te exploiteren en/of zekere afzet
- Voor eigen rekening en risico
- Tot stand brengen van een of meer bouwprojecten voor de markt
- Door het integreren en coördineren van professionele kennis en kunde
- Afgestemd op aangenomen vraag van een beoogde doelgroep of afnemer
- Zonder voorafgaande betrokkenheid van die doelgroep of afnemer
DOEL
Geld verdienen maar ook voorzin in een duurzame, passende huisvesting nu en in de toekomst.
WAAROM INGEWIKKELD?
- Omgaan met onzekerheden
- Veel geld
- Grote belangen
- Veel disciplines bij betrokken
- Er is niet een oplossing
- Politieke afwegingen (zijn niet altijd logisch)
- Veel betrokken partijen
RISICO
Risico is een gebeurtenis die een negatief effect heeft op het bereiken van jouw doelstelling. Ontstaat door
wijzigingen in externe of interne factoren die effect hebben op jouw project.
Onzekerheid= hoe groot is de kans dat een gebeurtenis zich voordoet?
Potentieel gevolg= wat is het gevolg dat zo’n gebeurtenis zich voordoet?
Risico= kans x gevolg
BETROKKEN PARTIJEN
- Gemeente: bestuurlijk en ambtelijk
- Ontwikkelaar: zelfstandig ontwikkelaar en bouwende ontwikkelaar
- Adviseurs
- Aannemers
- Afnemers: particuliere kopers, huurders, belegger, woningcorporatie
- Buren
, MARKTSEGMENTEN
Mainstream: wonen, kantoren, winkels, integrale projecten.
Niches: bedrijfsruimten en logistieke centra, maatschappelijk vastgoed, zorgvastgoed, parkeren.
DIVERSITEIT PROJECTEN
1. Uitleggebieden
2. Binnenstedelijke gebieden – inbreidingslocaties, transformatie, herontwikkeling, renovatie en uitbreiding
Ieder project heeft eigen complexiteit.
BASIS VASTGOEDREKENEN
Kasstroom/cashflow= Overzicht van kosten en opbrengsten gedurende een bepaalde periode: Tijd, kosten,
opbrengsten
Een kasstroom is nodig voor het vaststellen van financiële haalbaarheid in het project en het vaststellen van
liquiditeitsbehoefte. Hoeveel geld heb je wanneer nodig om het project te kunnen realiseren.
LIQUIDITEITSBEHOEFTE VAN EEN KASSTROOM
Uitgaven Inkomsten Liquiditeit Kapitaal 1000 euro Kapitaal 1250 euro
Jaar 1 100 0 - 100 Rente 5% Rente 3%
Jaar 2 15 80 - 35 Looptijd 3 jaar Tijd is +3 jaar
Jaar 3 25 50 - 10 Wat is het kapitaal in jaar t+3? Wat is kapitaal nu waard?
Jaar 4 20 40 10 1000 *1,05 = 1050 1250 /1,03 = 1213,59
Jaar 5 0 25 35 1050 *1,05 = 1102,50 1213,59/1,03 = 1178,24
Wat is de maximale liquiditeitsbehoefte? 1120,50*1,05 = 1157,62 1178,24/1,03 = 1143,93
Hoe lang heb je geld nodig? ofwel ofwel
Kost die liquiditeitsbehoefte geld? 1000*1,05*1,05*1,05 = 1157,62 1250/(1,03/1,03/1,03) = 1143,91
ofwel ofwel
1000*1,05^3= 1157,62 1250/(1,03^3)=1143,91
RKENEN MET TIJD (RENTE)
Kapitaal 1000 (PV) Kapitaal 1250 (FV)
Rente 5% (i) Rente 3% (i)
Looptijd 3 jaar (t) Tijd is +3 jaar (t)
Wat is de Future Value? Wat is de Present Value?
Future Value FV = PV*(1+i)^t Present Value PV = FV
(1+i)^t
Present Value is de huidige waarde van een kasstroom (delen)
Future Value is de toekomstige waarde van een kasstroom (vermenigvuldigen)