In deze samenvatting is alle stof samengevat die vermeld wordt in het overzicht van week 3. De vermelde jurisprudentie is verwerkt op de volgorde zoals deze in het boek wordt gegeven.
Samenvatting week 3 Europees recht
Hoofdstuk II §3.3 De volle werking van het EU-recht in de nationale rechtsordes van
de lidstaten
Het primaire recht van de EU heeft een autonoom karakter door voorrang op nationale wetgeving
en de rechtstreekse werking. De rechtstreekse werking vindt plaats via nationale rechtbanken waar
particulieren zich kunnen beroep op EU-recht. De rechters spelen een sleutelrol in de handhaving
van het EU-recht. Het onderliggende beginsel is loyale samenwerking. Hiermee wordt de volledige
doeltreffendheid (effet utile) van het EU-recht gewaarborgd worden.
§ 3.3.1 Voorrang van het EU-recht
Wanneer nationaal recht onverenigbaar is met EU-recht zal het EU-recht leidend zijn. Dit werd in de
zaak Simmenthal (C-106/77) van het HvJ duidelijk. In deze zaak is bepaald dat de nationale rechter
verplicht is om gemeenschapsrecht integraal toe te passen en strijdige bepalingen van het nationale
recht buiten toepassing laten.
Hierbij worden klassieke voorrangsmethodes zoals de lex posterior buiten toepassing gelaten als er
een conflict is tussen nationaal en EU-recht. Verder wordt door het HvJ gesproken over nationale
wetgeving is algemene zin. Hiermee worden de EU-grondrechten boven de nationale grondrechten
geplaatst. Het doel hiervan is om de loyale samenwerking te garanderen. Hier zit geen beperking op.
Het is echter wel mogelijk om nationaal recht dat in strijd is met EU-recht onder voorwaarden toch
van toepassing te laten zijn (HvJ, Winner Wetten GmbH C-409/06). Deze voorwaarden blijven wel
onderdeel van het EU-recht om ondermijning te voorkomen. Een dergelijke situatie kan zich
bijvoorbeeld voordoen als een ander EU-bepaling in het geding komt.
Soms staat EU-recht als een blokkade voor maatregelen van lidstaten als deze in strijd zijn met EU-
recht. Dit is niet absoluut en onvoorwaardelijk. Om van toepassing te zijn dient onderzocht te
worden of sprake is van strijdigheid.
Vaak ziet het EU-recht een blokkerende werking op wetgeving die een minder hoog
beschermingsniveau biedt. De gevolgen kunnen dan alleen worden bepaald op basis van de inhoud,
dus werkingssfeer/implicaties, van de nationale regeling. Hierdoor vormt de het EU-recht een
stimulans voor mensen om zich hierop te beroepen waardoor rechters vragen kunnen/moeten
stellen bij het HvJ. Zij zullen dan een eenvormige interpretatie geven.
Er zijn wel grenzen aan de uniforme toepassing van het EU-recht. Deze ligt in de doorwerking.
Doordat het EU-recht een autonoom kenmerk heeft en doorwerking een wezenlijk kenmerk is,
worden voorwaarden gesteld in de jurisprudentie van het HvJ. Door de verscheidenheid aan
arresten kan voor elke casus een andere doorwerking zijn.
§ 3.3.2 De rechtstreekse werking van primair EU-recht
Aan de rechtstreekse werking van unierecht zit de voorwaarde verbonden dat een regel in het
unierecht voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk is.
Luttick II (57/65): Een rechtsregel uit het unierecht dient duidelijk en onvoorwaardelijk te zijn voor
dat deze bindend is.
, Als hier sprake van is, kan verbodsbepaling als juridisch perfect worden beschouwd. Dan is
toepassing door de nationale rechter mogelijk zonder dat deze in de plaats treedt van de nationale
of Europese wetgever. Als dit wel zou plaatsvinden zou de scheiding der machten in het geding
komen.
Zodra het EU-recht toepassing vindt in het nationaal recht is sprake van een horizontale en verticale
werking:
- Verticaal: Hierbij wordt EU-recht ingeroepen door particulieren of rechtspersonen tegen een
overheidsinstantie van een lidstaat.
o Door de overdracht van soevereiniteit zijn de lidstaten als het ware onderdanen van
het EU-recht geworden.
- Horizontaal: Als EU-recht wordt ingeroepen tussen particulieren en rechtspersonen
onderling.
o Dit is een ongebruikelijke situaties, omdat de bepalingen in het EU-recht vooral op
de verhouding tussen lidstaten en burgers particulieren zijn gericht.
Walrave en Koch (36/74): Ook burgers zijn verplicht aan bepaalde regels van het werkingsverdrag te
houden.
Voordat een particulier zich kan beroepen op EU-recht dient nagegaan te worden of een EU-
rechtelijke regel geschonden wordt. Hierbij heeft het hof artikel 34 VWEU buiten toepassing
verklaard. Doordat indirect op EU-recht kan worden beroepen bij de nationale rechter ontstaat een
overlap tussen het bestaan van een horizontale werking en de werkingssfeer van bepalingen in het
EU-recht.
Ook omgekeerde verticale werking is mogelijk. Hier is sprake van als een lidstaat het EU-recht
inroept tegen een burger. Dit zal echter nauwelijks voorkomen.
§ 3.3.3 Rechtstreekse werking van algemene beginselen van EU-recht en grondrechten
Ook de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van de EU hebben een horizontale en verticale
werking. Deze beginselen zijn zowel ongeschreven als formeel gecodificeerd.
Mangold (C-144/04): In deze zaak kwam de rechtstreekse werking van algemene beginselen als
eerste aan de orde. Hierin werd bepaald dat een algemeen beginsel een permanente gelding
hebben, dus ook als de termijn van een richtlijn nog niet verstreken is. De nationale rechterlijke
instanties dienen er voor te zorgen dat de beginselen altijd een volle werking hebben door strijdige
bepalingen in het nationaal recht buiten toepassing te laten.
§ 3.3.4 De doorwerking van secundair unierecht
Het beginsel van loyale samenwerking heeft een sleutelpositie in het EU-recht. Zowel in de normen
als in de rechtspraak. Dit ligt verder in lijn de teleologische interpretatiemethode van het HvJ.
§ 3.3.4.1 Rechtstreekse werking van verordeningen
Volgens artikel 288 VWEU zijn verordeningen maatregelen van algemene strekking die verbindend
zijn in al hun onderdelen en die rechtstreeks toepasselijk zijn in elke lidstaat. Hierdoor is er een
verhouding tussen de rechtstreekse toepasselijkheid van verordeningen en het leerstuk van
rechtstreekse werking. Hierbij zijn twee opmerkingen van belang:
- De rechtstreekse werking van verordeningen dienen afgezet te worden tegen de
implementatie of omzetting van richtlijnen.
- Rechtstreekse toepassing sluit rechtstreekse werking niet uit.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper barrypeters. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.