Ontwikkelingsbiologie: Hoofdstuk 1,2,3,4,5,6,7 en 8 (Dr. Roeland P.
Kleipool)
Reader:
- Paragraaf: 1.0, 1.1 en 1.2
- Heel hoofdstuk 2 (paragraaf 2.1 wordt bekend verondersteld, dit is VWO kennis)
- Heel hoofdstuk 3
- Heel hoofdstuk 4, maar niet het tweede deel van paragraaf 4.1, na de eerste alinea)
- Heel hoofdstuk 5
- Heel hoofdstuk 6
- Paragraaf 7.1, 7.2 en 7.3
- Heel hoofdstuk 8
Hoorcollege(s):
Embryologie: van generatie op generatie waarborgt het proces van ontwikkeling dat één cel
honderden verschillende typen van cellen kan vormen (differentiatie), op een verbazingwekkende
wijze geordend (patroon-vorming/morfogenese) vormend het bouwplan.
Tijdschaal: bevruchting (moment van bevruchting is vaak onduidelijk) – vroege periode (vroege
ontwikkeling) – organogenese (organen worden aangelegd) – foetale periode
Gametogenese (van diploïd naar haploïd = zaadcelvorming)
- Ontstaan van primordiale kiemcellen en migratie naar gonaden (geslachtsklieren)
- Vermeerdering door mitose
- Meiose (reductie aantal chromosomen → haploïde)
- Functionele en structurele maturatie
- → Gameet (haploïd)
Ontstaan van primordiale kiemcellen (o.a. gastrulatie)
1. Locatie en migratie
- Primordiale kiemcellen voor het eerst herkenbaar in wand
van dooierzak
- Locatie en migratiepad is verschillend tussen soorten
2. Vermeerdering
- Mitose tijdens migratie
- Mitose in primitieve gonaden
o Vrouw: kiemcel → oögonium
▪ Tussen 2e en 5e maand 2k → 7 miljoen in de foetus al
• Maximaal gevonden aantal, hierna sterft veel af (atresie)
o Man: kiemcel → spermatogonium
▪ Pas bij puberteit
▪ Oneindige pool
▪ Spermatogonium type B mag verder gaan in de
ontwikkeling tot volwassen zaadcel (assymetrische
deling)
3. /4. Meiose/maturatie
- Spermatogenese: (vanaf puberteit!)
, o Type B → meiose 1 → secundaire spermatocyt → meiose 2 → spermatid (4 cellen)
→ d.m.v. spermiogenese krijgt de spermatid volwassen kenmerken → spermatozoa
▪ Tijdens ontwikkeling steeds dichter naar het lumen
o Spermiogenese:
▪ Veel mitochondria in staart
▪ Acrosomale muts (verantwoordelijk voor doorbreken barrières)
- Oögenese (begint in foetale periode)
o IN DE FOETUS; Oögonia liggen los → Mitose → paar follikelcellen
omgeven Oögonium (primordiale follikel) → Meiose 1 → volledige
omsluiting door follikelcellen, vorming van zona pellucida (primaire
follikel)
o NA PUBERTEIT KRIJGT EEN PRIMAIRE FOLLIKEL SIGNAAL OM DOOR TE
GAAN MET ONTWIKKELING; → vorming van antrum (holte) tussen
follikelcellen (secundaire follikel) → Meiose 2 → groeit uit tot volwassen
follikel (tertiaire follikel, graafse follikel). Follikel rondom Oöcyte: cumulus
oöphorus → (OVULATIE:) → tijdens ovulatie neemt Oöcyt deel van
follikelcellen mee (ovuleerde ovum) → (eventuele) bevruchting en einde
ontwikkeling → Meiose 2 afgemaakt (alleen als bevruchting wordt
afgemaakt).
▪ 2 dochtercellen, 1 poollichaam (prullenbak voor helft DNA) en 1
Oöcyt die verder mag ontwikkelen, als niet; vrouw altijd potentie voor
vierling
o Ovulatie door een LH piek (hormoon)
▪ → Secundaire oöcyt met een deel van cumulus cellen (=corona radiata) komt
los van follikel
▪ Geheel wordt opgevangen door het infundibulum (tuba utarina)
o Einde van ontwikkeling na menopauze
Bevruchting
Transport zaadcellen
- Zaadcellen verplaatsen zich via baarmoederhals naar eileider
- Op temperatuurverschillen en chemotaxis beweegt de spermatozoön naar de oöcyt (slechts
een enorm kleine fractie komt hier aan
- Zaadcel ondergaat capacitatie in de tuba uterina (in wand eileider)
o Veranderingen in membraan samenstelling
o Deblokkering van receptoren op zaadcel
o Hyperactiviteit
Bevruchtingsstappen
- Zaadcel moet door corona radiata heenkomen
- Binding van zaadcel tot zona pellucida-> Acrosomale reactie → breekt zona
pellucida lokaal af
- Penetratie door zona pellucida
o ZP3 in zona zorgt voor binding en herkenning
- Zaadcel raakt celmembraan eicel aan → eicel geeft corticale reactie = slow
block polyspermy
o (ZP3 wordt gemodificeerd, bindingseiwitten eicelmembraan laten los)
, - Fusie van plasmamembranen + zaadcellen gebonden aan zona pellucida moeten loslaten om
twee cellige bevruchting te voorkomen (is langzaam dus gebeurt soms toch)
- Spermatozoa nucleus komt eicel cytoplasma binnen
- Hatching: Uitbreken van blastocyste (morula met holte) uit zona pellucida voor de nidatie
- Klievingsdelingen: er vindt nog geen groei plaats – alleen cellen door het midden worden
geklieft
- Gaat door eileider naar baarmoederholte, als dit niet gebeurd ontstaat er
buitenbaarmoederlijke zwangerschap
Blastocyste:
Wanneer de gehatchte blastocyste is aangekomen in baarmoeder
gaat deze contact maken met de baarmoederwand,
baarmoederslijmvlies wordt het endometrium genoemd
Embryoblast ten tijde van nidatie (innesteling baarmoederwand)
differentieert in epiblast en hypoblast (trofoblast is nog steeds
aanwezig)
“Intermezzo: eerste as is op basis van oriëntatie van de vrucht tijdens de innesteling, waarbij de
richting waar de blastocyste ingroeit de dorsale as = epiblast (rugzijde) wordt en daar
tegenoverliggend de ventrale as = hypoblast (buikzijde)”
, Innestelling nog niet voltooid, vrucht moet verder endometrium ingroeien. Het
invasieve trofoblast is nu gedifferentieerd in het cytotrofoblast en het
syncitiotrofoblast (vormen geen aparte celmembranen waardoor ze enorm snel en
agressief groeien= herkenbare structuur), ook is er een amnionholte bijgekomen
Alleen het epiblast gaat het embryo vormen, rest is ondersteunend, totaal = vrucht
Hypoblast cellen vormen de binnen de binnenbekleding van de blastulaholte →
dit wordt nu de dooierzakholte genoemd
Nidatie is voltooid wanneer het vrucht volledig in het endometrium
ligt (sluitplug)
Bloedvaten (rood) stromen rondom het vrucht in het endometrium
= vorming van placenta (voorwaarde)
2-lagige kiemschijf tussen amnionholte en dooierzak = epiblast en
hypoblast
Gastrulatie en de vorming van de kiembladen
Gastrulatie:
- 2-lagige kiemschijf wordt 3-lagig door de vorming van drie boven elkaar liggende kiembladen
o Ectoderm = zenuwstelsel/epidermis (huid)
o Mesoderm = skelet, bindweefsel, hart- en vaatstelsel, urogenitaal systeem
o Endoderm = spijsverteringsklieren, maagdarmkanaal, luchtwegen
- Alle drie kiembladen ontstaan uit de epiblast
o Hypoblast laag wordt vervangen
Hoe wordt het epi- en hypoblast omgevormd tot 3 lagen? (van boven gezien (epiblast))
- Ronde kiemschijf wordt een ovale kiemschijf doordat cellen aan de uiteinden versneld gaan
delen
- Meer centraal gelegen SNEL delende epiblastcellen duwen elkaar naar de
caudale (staartzijde) regio van de kiemschijf
o Hierdoor ontstaat er op deze plek een opeenhoping van cellen:
Primitiefstreek
- Epiblastcellen bekleden holte = epitheel
- Epiblastcellen in de primitiefstreep verbreken hun epitheliale verband,
verlaten de epiblast en verplaatsen zich richting de hypoblast → hierdoor
ontstaat Primitieve groeve
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper danielvandijk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,89. Je zit daarna nergens aan vast.