Criminaliteit en veiligheid
College 1: Trajecten
Stuk ‘Wachten op later’ lezen. Artikel uit 2007
- Wat zijn de verklaringen voor het antisociale gedrag
- Waarom de ene wel en de andere niet antisociaal gedrag vertonen?
- Waarom blijft de ene wel en de andere niet gewelddadig? Waarom stoppen jongeren
ermee?
Verklaringen voor (tijdelijk) antisociaal gedrag
- Jongvolwassenen moeten lang wachten op erkenning van hun maatschappelijke rol.
- Frustratie bij sociaal minst kansrijken door dat eindeloze uitstel.
- Stedelijke cultuur van materialisme; genotscultuur
- Spanning tussen westerse en allochtone opvoedstijlen
- Entertainment geweld als gedragsvoorbeeld.
Conclusie is dat jonge mensen de puberteit of adolescentie ongeschonden door moeten komen.
Verklaringen voor stoppen met antisociaal gedrag
- Bekend is dat 90% van de jonge gelegenheidsdaders er vanzelf mee ophoudt, als ze ouder
worden.
o Voortschrijdend inzicht
o Betere driftbeheersing
o Relatie of werk – levens stabiliseren vaak vanzelf
Tijdelijk en langdurig antisociaal gedrag
- Artikel: Moffitt, T. E. (1993). Adolescence-limited and life-course-persistent antisocial
behavior: A developmental taxonomy. → Verklaringen over tijdelijk en blijvend antisociaal
gedrag.
- Er is een piek in het aantal delicten vs leeftijd in een grafiek bij jongeren. (rond 17 – 18 jaar,
adolecentie).
- Piek is van alle tijden (Plato, Quetelet, jongens, meisjes, andere landen, echt overal)
- Tegengeluid → Tremblay: curve is het gevolg van een definitie. Agressie piekt op 3,5 jaar oud
en hij zegt dat agressie er eigenlijk altijd wel is. Zelfs op een kindercrèche is veel geweld.
Maar dan wordt het nog geen geweld genoemd, omdat dat vinden we nog niet zo eng (als
een peuter of een kleuter iets doet wat niet mag). Als we er op deze manier naar gaan kijken,
dan ligt de piek juist op 3,5 jaar oud en niet in de adolescentie. Als jongeren ouder worden,
dalen veel zaken met agressie omdat we verbaal steeds sterker worden. Als jongeren niet in
staat zijn zich verbaal te redden, gaan die juist door met het uitvoeren van antisociaal
gedrag.
Artikel Moffitt
- Er bestaan twee typen mensen die antisociaal gedrag vertonen
o Life course persistent path: groep waar Tremblay het ook over heeft. Dit zijn de
jongeren die als kind al agressief zijn en die niet problemen verbaal kunnen oplossen
1
, en dan als puber doorgaan met antisociaal gedrag en dit volhouden gedurende
volwassen leven.
o Adolescent-limited path: grote groep jongeren die tijdelijk antisociaal gedrag
vertonen.
Samenvatting fragment ‘Probleemkinderen’
Kinderen met ernstige gedragsproblemen in Utrecht krijgen nu een intensieve gedragstraining.
Aanpak: negatief gedrag negeren en goed gedrag overdreven belonen.
Fragment is van de gedragsbehandelingen van deze kinderen.
Kleuters hebben ernstige problemen en de ouders en basisscholen weten niet wat ze moeten. Ze zijn
niet te handhaven.
Volgens Jeugdzorg komen de kinderen te laat op speciaal onderwijs. Hoe eerder de
gedragsproblemen aangepakt worden, hoe groter het effect op latere leeftijd.
Project ‘Optimist’ voor kleuters met ernstige gedragsproblemen. 1 dag per week, 10 weken lang het
traject. Negeren van negatief gedrag en belonen van gewenst gedrag.
Kinderen hebben geleerd dat ze met negatief gedrag aandacht krijgen, en dat willen ze hier
omdraaien. In een klas krijgt een kind met negatief gedrag juist de aandacht en dit moet omgekeerd
worden.
Verklaringen: hoe kan het zijn dat kinderen op zo’n jonge leeftijd al zulk agressief gedrag vertonen?
- In het artikel van Moffritt worden verklaringen genoemd
Verklaringen voor langdurig antisociaal gedrag (life-course persistent): aanleg en omgeving
- Aanleg: tekorten qua
o Verbaal vermogen.
o Probleemoplossend vermogen
o Concentratie
o Zelfcontrole
- Vroege jeugd: (omgeving)
o Problematische zwangerschap
o Problematische opvoeding (bijvoorbeeld het kind verwennen)
Het doel van dit speciale onderwijs is om de kinderen later weer naar een normale/gewone school
sturen.
Cumulatieve continuïteit. Als er niets aan de antisociale gedragingen van kinderen wordt gedaan, dan
heeft dat gevolgen op latere leeftijd.
- Verslaafd
- Slechte baan
- Schulden
- Dakloos
- Instabiele relaties
- Slechte ouder
- Psychiatrische stoornissen
2
, - → als je op zo’n jonge leeftijd al zo agressief bent, en als er geen verbetering in zit, zal je zien
dat er veel andere problemen aan gerelateerd zijn en dat het een opstapeling van problemen
is.
- ASB in volwassenheid vereist ASB in kindertijd.
Verklaringen voor tijdelijk antisociaal gedrag (adolescence-limited): sociale processen
- Kloof biologische-sociale volwassenheid → jongeren van een jaar of 13, 14, 15 kunnen
biologisch gezien volwassen zijn, maar sociaal gezien mogen ze van alles nog niet (stemmen,
drinken, stoppen met school, etc.). Dit leidt tot onvrede en dan kan ASB een uitlaatklep zijn
en ASB kan leiden tot meer populariteit en dat is het doel dat ze willen, ze willen opvallen.
- Als jullie ons niet willen testen dan testen we ons zelf wel (Bloch & Niederhoffer).
- Veel tijd, weinig geld
- Gebrek aan structuur en supervisie. Ouders trekken de handen van ze af.
- Kleine groep die nooit experimenteert met ASB. Weinig behoefte of mogelijkheden. Niet de
regel, maar eerder de uitzondering.
Voortschrijden van de tijd
- Middelbare school afgerond: meer keuze in wie vrienden zijn. Meer autonomie. Belang van
populariteit wordt minder.
- Meer legitieme volwassen rollen beschikbaar
- Consequenties veranderen: positief → negatief. Verslaafd → instabiele relaties. Dat wil je
voorkomen, dus daarom stoppen mensen met ASB.
- Maar niet iedereen stopt: adolescence onset: adolescenten gaan door met ASB. Sommigen
blijven rijden onder invloed, gewelddadigheid.
- Waarom stoppen sommige wel, en sommige niet? Hangt af van mate van waarin ze
daadwerkelijk prosociaal kunnen zijn.
Verwachtingen temperen
- Adolescenten willen graag steeds meer mogen
- Volwassenen laten hen ook steeds meer hun gang gaan. Ouders denken dat de opvoeding
klaar is als de kinderen naar de middelbare school gaan.
- Hulp vragen ze steeds vaker aan leeftijdsgenoten, maar hulp van volwassenen is vaak
effectiever.
- Zelfregulatie nog niet goed genoeg: steun nodig (college 3)
Gen-omgeving correlaties → aanleg en omgeving werken steeds op elkaar in. Het is moeilijk om van
iets te zeggen dat het alleen maar genen of omgeving is. Het werkt juist op elkaar in.
Alle soorten goed kennen! Erg belangrijk!
rGE: gen-omgeving correlatie
- Passief
o Gemiddeld genomen zie je dat mensen met een hogere opleiding en meer
zelfbeheersing hebben krijgen ze vaak de makkelijkste kinderen. Mensen die het
moeilijker hebben zijn vaak impulsief en krijgen juist vaak lastige kinderen.
3
, o Het werkt dubbel, want kinderen kunnen de intelligentie of impulsiviteit erven van
hun ouders én het werkt door in de opvoeding die de kinderen van de ouders krijgen,
want de ouders zijn ook intelligent of impulsief.
- Actief
o Als kinderen ouder worden gaan ze zelf een omgeving selecteren die bij ze past. Ze
zoeken een niche. Ze zoeken uitdagingen die bij hen passen.
o Kinderen die goed zijn in sport gaan eerder een sport beoefenen dan een kind die
niet goed is in sport. Later als het stuntelende kind wel wil gaan sporten, zijn de
verschillen nog veel groter en is er een grote achterstand die niet zomaar wordt
weggewerkt omdat ze zo stuntelig zijn.
- Evocatief / reactief
o Verwachtingen van de omgeving spelen een belangrijke rol. Bijvoorbeeld
geselecteerd worden voor een jeugdteam. Voor sommige kinderen is het heel
duidelijk dat ze in het topteam passen, voor andere wat minder. Ouders kunnen
hierover in discussie gaan met de trainer waarom hun kind niet geselecteerd is. De
trainer zegt dan van “ja, maar over een aantal jaar zal je zien dat ik gelijk heb, dat het
ene kind meer talent heeft dan het andere kind”. Coach krijgt gelijk, want kind voor
een hoger team krijgt meer training en betere coaches, dus door de reactie van de
omgeving (meer investeringen) wordt het kind uiteindelijk beter in de sport.
o Pygmalion in the classroom: idee van zichzelf waarmakende voorspelling komt uit.
Onderzoek waarbij ze IQ tests afnemen bij kinderen en geven dit door aan de
leraren. Bij de helft werd de juiste score doorgegeven, maar bij de ‘bloomers’
werden er bonuspunten gegeven. Leraren gingen de ondersteuning aanpassen aan
de hoogte van het IQ van de kinderen. Gevolg: door de tijd heen gingen beide
groepen vooruit in IQ, maar de groep met bonuspunten ging sterker vooruit.
Golem effect ( → Pygmalion): als we van mensen minder verwachten en meer afstand ervan
nemen. Gevoel van negatieve behandeling leidt ook tot zichzelf waarmakende voorspelling. Het
werkt als een soort nocebo (mensen denken negatief over de behandeling, hebben het gevoel dat
anderen niets van ze moeten, dat ze minder steun zullen ontvangen en daardoor zal het alleen maar
negatiever uitpakken)
- Slechte leerlingen kunnen nog verder achterblijven
- Daklozen de hoop opgeven
- Eenzame tieners kunnen radicaliseren.
Golem effect is niet veel experimenteel onderzocht (gelukkig). Wel een oude studie van Silverman. Er
werd veel negatieve aandacht geschonken aan normale haperingen bij het spreken. Mensen worden
op deze normale haperingen gewezen en uiteindelijk zullen ze dan alsnog beginnen met echt
stotteren.
Beginnen en stoppen met antisociaal gedrag
Artikel: Sampson, R. J., & Laub, J. H. (2005). A life-course view of the development of crime.
Waarom is niet iedereen crimineel?
- Omdat de meeste mensen wel wat te verliezen hebben. Als mensen niet goede banden
hebben met de samenleving hebben, zullen ze vaker delinquent gedrag vertonen.
4
