Dit document bevat een uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 8 van economie integraal vwo bovenbouw. Het hoofdstuk heet "onderhandelen". In dit document wordt het hele hoofdstuk, wat bestaat uit twee paragrafen, behandelt. De begrippen zijn in het groen gedrukt. Bovendien zijn de grafieken uit het...
Economie hoofdstuk 8
§1 onderhandelingsvoorwaarden
Marktvormen en marktkracht
De vier marktvormen zijn:
1. Monopolie (wanneer er slechts één aanbieder actief is op de markt)
2. Oligopolie (wanneer er slechts enkele aanbieders actief zijn die samen meer dan 80-
85% marktaandeel hebben)
3. Monopolistische concurrentie (wanneer er veel aanbieders actief zijn met een uniek
maar makkelijk vervangbaar product)
4. Volledig vrije mededinging (wanneer er heel veel aanbieders actief zijn met allemaal
een klein marktaandeel).
Volledige mededinging: zoveel aanbieders en vragers dat individuele marktprijzen
geen invloed hebben op de prijs: deze is gegeven.
Monopolie: slechts één aanbieder van een product. Hij stelt zelf de prijs in. Bij deze
marktvorm is het de marktmacht van de aanbieder die bepaalt om de prijsvorming in
zijn voordeel te beïnvloeden.
Oligopolie: weinig aanbieders, die bij hun gedrag rekening met elkaar houden.
Monopolistische concurrentie: de markmacht schuilt in het unieke van het product.
Weinig vragers en aanbieders
Veel vragers en aanbieders> individuele vragen en aanbieder geen invloed op de prijs.
Één of weinig vragers en aanbieders > prijs bepaalt door onderhandelingen. Een
onderhandeling is een proces waarbij twee of meer partijen proberen om, na voorstellen en
tegenvoorstellen, tot een gezamenlijke overeenkomst te komen.
In situaties waarin huishoudens met verkopers kunnen onderhandelen over het te leveren
product hebben we niet meer te maken met zeer veel vragers en aanbieders. De situatie is
zo dat als de verkoop niet doorgaat het inkomen (de winst) van de verkoper wordt
beïnvloed.
Surplus
Een verkoper streeft naar ene zo hoog mogelijk producentenverschil: het verschil tussen de
prijs die hij krijgt en voor de prijs die hij er minimaal voor wilt hebben (verkoopbereidheid).
Iemand die het product koopt, betaalt het liefst zo weinig mogelijk. Hij wilt zijn
consumentensurplus (verschil betalingsbereidheid en de prijs) maximaliseren. Het
onderhandelingsresultaat tussen koper en verkoper bepaalt de verdeling van het totale
surplus.
Beroving
= het gebruik maken van de afhankelijkheid van de andere partij. Bij producten die op maat
moeten worden gemaakt, kunnen kopers en verkopers afhankelijk van elkaar worden.
Bijvoorbeeld bij het plaatsen van een nieuwe keuken wil je wat veranderen, je verbreekt dan
het contract en moet veel extra betalen. Een relatiespecifieke investering is een investering
die het gevolg is van een tussen twee of meer partijen afgesloten contract.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cleokooman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.