L2 Burgerlijk wetboek 1.
Formeel recht is burgerlijk proces recht, de regels over hoe je een juridische procedure te voldoen.
Materiele recht betrekking op welke rechten en plichten je hebt.
Recht is het geheel van alle geldende rechtsregels, functies van het recht. 1 normatieve functie, er
zijn bepaalde gedragsregels waar we allemaal aan moeten houden dat we ze vastleggen, moreel
belang. Geschil oplossende functie rechtelijke organisatie bepaald of er iets plaatsvind eigenrichting
is wel. Additionele functie niks over het onderwerp geregeld heb kun je terug vallen, als je niks
geregeld kun je hier nog steeds beroep gedaan worden. Instrumentele functie sommige dingen moet
er besluiten genomen worden, (bijvoorbeeld rechts rijden, stoppen voor rood stoplicht)
Rechtsbronnen
- De wet, (alleen hier in Nederland)Ondernemingsrecht is alles geregeld tussen bedrijven.
Vermogensrecht is alles met geld (burgerlijk wetboek 3 4 5 6) kun je opsplitsen in
verbintenissenrecht en goederenrecht. Verbintenissenrecht is de relatie tussen personen die
rechten hebben (rechtssubjecten) burgerlijk wetboek 3 (algemeen) en 6(speciaal). Goederen
recht, de verhouding tussen het goed en de koper. Burgerlijk wetboek 3 (algemeen) en 5
(speciaal)
- Verdragen zijn internationaal, tussen verschillende landen een afgesproken. Bilateraal
verdrag tussen 2 landen, Multilateraal is meer als 2 landen. (bv. EU is 27)
Interpretatie methodes kennen!
- Jurisprudentie, is rechtspraak rechtbank is vonnis, hoge raad of het hof is het een arrest
(overkoepelend is uitspraak) het is een bron omdat we naar de uitleg kijken, van bestaand
recht. Grammaticale interpretatie, wat betekend een woord hoe moet het worden
uitgelegd. Wetshistorische interpretatie, kijken wat er in het verleden ooit tot stand zijn
gekomen bij het vormen van de wet. Anticiperende interpretatie, er komt nieuwe wetgeving
aan maar is er nog niet. Gebruik maken van de nieuwe wet, voortuit lopen op de wet.
Rechtsvergelijkende methode, kijkend naar het buitenland hoe het daar uit gelegd.
Systematische methode, kijken naar de gehele regeling, omdat het ene regel onduidelijk is.
Teleologische interpretatie, wat is de bedoeling van de wetgeving, op die manier het woord
uitleggen. Precedent-interpretatie kijken naar ander uitspraken die eerder zijn geweest in
Nederland. ( boek p29/32) Interpretatie naar redelijkheid en billijkheid, redelijkheid kijken en
onderbuikgevoel.
- 2 redeneerwijzen binnen de jurisprudentie
A-contrario is kijken naar de regel en is niet van toepassing omdat het niet op die situatie
toepasbaar is. Analogie, de situatie is niet in de regel vastgelegd, maar lijkt er zo erg op dat
we die wel gaan toepassen.
- Gewoonte, voorwaarde 1. Er moet een vast gedragslijn zijn, binnen een grote groep wordt
die regel toegepast. Voorwaarde 2. Rechtsplicht, voelen zich verplicht te handelen naar die
regel.
Onderscheidingen binnen het recht
Dwingend en aanvullend recht, dwingend recht moet je opvolgen ( BW 7 art.52 lid 3
maximaal/nietig) Herkennen aan moeten/nietig. Aanvullend recht kun je van afwijken.
Kunnen. BW 7. ART.52 lid 3 mag het afspreken hoeft niet.
Semi dwingend recht, zelf aangeven binnen welke kaders je mag afwijken in de wet.