100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting - Bestuurs(proces)recht I (JUR-2BES1) €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting - Bestuurs(proces)recht I (JUR-2BES1)

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting - Bestuurs(proces)recht I (JUR-2BES1)

Voorbeeld 4 van de 58  pagina's

  • 24 september 2023
  • 58
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (39)
avatar-seller
bernsmaud
Samenvatting
bestuurs(proces)recht I
Week 1
Bestuursbevoegdheid: openbaar bestuur mag alleen handelen als er een bevoegdheid is. Als
het handelen van overheid ingrijpend is, dan moet de bevoegdheid voldoende specifiek zijn.
Een op de wet gebaseerde bevoegdheid op grond waarvan een bestuursorgaan het publieke
belang kan behartigen ter regulering van het maatschappelijke leven.
Wetmatigheid van bestuur: bevoegdheden van het bestuur moet op de wet steunen.
Bestuur is ook beperkt door grondrechten van burgers. Als de wettelijke grondslag in strijd is
met grondrechten dan kunnen wetten getoetst worden aan bijv. verdragen.

Bestuursrecht gaat over het algemeen belang. Dat moeten overheid en bestuur dienen.
Algemeen belang is het resultaat van een discussie en belangenafweging. Beschikt over
discretie: keuzeruimte om tot rechtsvorming te komen. Belangenafweging moet in
evenwicht plaatsvinden (bestuursrechtelijke normen). Handhaving behoort ook tot het
bestuur. Er zijn bepaalde normen vastgesteld.

Hoekstenen van het bestuursrecht:
 Bestuursbevoegdheid
 Wetmatigheid van bestuur
 Algemeen belang dienen, belangenafweging en discretie
 Fundamentele rechten
 Democratie

Aantal factoren die het moderne bestuursrecht mogelijk hebben gemaakt  de twee
omwentelingen:
1) Industriële revolutie: maatschappelijke omwenteling van een samenleving naar
industrie leidde tot de sociale kwestie. Overheid heeft eerste vormen van
veiligheidswetgeving en schoolwetgeving ingevoerd.
2) Franse revolutie: staatsrechtelijke omwenteling. Gedachtegoed maakte een einde
aan monarchie. Steeds meer democratisering. Invoering grondrechten (vrijheid,
gelijkheid en broederschap). Ministeriële verantwoordelijkheid wordt ingevoerd.
Deze omwentelingen hebben gezorgd dat er aandacht kwam voor de waarborgfunctie
(waarborgen inbouwen om willekeur van de overheid tegen te gaan) en de instrumentele
functie (bevoegdheden geven aan het bestuur om op te kunnen treden)

Bestuursrecht: ordening en besturing van de maatschappij. Het hangt ook samen met
andere rechtsgebieden:
- Staatsrecht en bestuursrecht: oude, hechte en noodzakelijke relatie
- Bestuursrecht en burgerlijk recht: overheidsprivaatrecht
Privaatrecht gaat uit van autonomie en bestuursrecht van wetmatigheid van bestuur
- Bestuursrecht en strafrecht: het bestuursstrafrecht. Bijvoorbeeld bestuurlijke boete.
- Bestuursrecht en Europees en internationaal recht: sterk in ontwikkeling o.a. het
Europees bestuursrecht

,Bestuursrecht is gevoelig voor veranderingen. Het wordt namelijk sterk beïnvloed door
maatschappelijke ontwikkelingen (bijvoorbeeld onstatelijking en digitalisering). Het
algemeen bestuursrecht wordt tegenwoordig meer beïnvloed door Europees recht.
Voorheen had het Europees recht vooral betrekking op het bijzonder bestuursrecht.

Kenmerken van het bestuursrecht:
 Het belang van de wet en het begrip ‘bestuursbevoegdheid’
- Legaliteit dient het primaat van de wetgever. Het bestuur moeten worden voorzien
van bevoegdheden d.m.v. een wettelijke grondslag.
- Specialiteit zorgt voor doelbinding van het bestuur. Het bestuur moet worden
voorzien van duidelijk omschreven en doelgebonden bevoegdheden.
 De rechtsbetrekking in het bestuursrecht tussen bestuur en burger
Twee modellen:
 Klassieke gezagsmodel: bestuursorgaan heeft het voornamelijk te zeggen in de
rechtsbetrekking
 Gelijkwaardiger relatie tussen burger en bestuur. Wederkerige rechtsbetrekking.
Burger heeft ook verantwoordelijkheden.
Tegenwoordig weten we dat burgers niet alle verantwoordelijkheden kunnen waarmaken.
Burgers zijn veel minder zelfredzaam. De overheid moet soms dus de reikende hand bieden.
- Het dominante ‘besluitmodel’: het eenzijdig nemen van besluiten door het bestuur
- De ongelijkwaardige relatie tussen bestuur en burger
 Gelede normstelling en bestuurlijke discretie
- Trias-vraagstukken kenmerken het bestuursrecht
Gelede normstelling: nadere beslissingen zijn nodig om gevallen in de rechtspraktijk te
kunnen oplossen. Die nadere beslissingen zijn van lagere wettelijke rang. Het wordt
bevorderd door decentralisatiegedachte. Het wordt wenselijk geacht om lokale besturen
keuzes te laten maken bij het uitvoeren van het algemeen beleid die de wetgever heeft
vastgesteld. Het bestuursrecht vind je terug op verschillende niveaus van de
normenhiërarchie.

De Awb is er gekomen, omdat:
Er een grondwettelijke opdracht is (art. 107 lid 2 Gw)
Hoofdredenen:
- Ordenen: er moest iets gedaan worden aan de chaotische structuur van het
bestuursrecht. Meer systematiek aanbrengen.
- Codificatiedoelstelling: er was te veel ongeschreven bestuursrecht. Hierdoor was het
minder kenbaar.
- Vereenvoudigen: de rechtsbescherming was veel te versnipperd. Een bonte
verzameling rechters en procesregelingen. Systeem vereenvoudigen.

De Awb is een belangrijke bron van onder meer:
 Algemene begrippen
 Definities van en bepalingen over algemene leerstukken van bestuursrecht
 Codificaties en uitwerkingen van rechtsbeginselen van behoorlijk bestuur
 Algemene regelingen voor bepaalde besluiten

,Relativering, want er is meer bestuursrecht dan de Awb:
- Het bijzonder deel
- Ongeschreven recht
- Europees bestuursrecht
- Overige algemene wetten die van belang zijn. Bijvoorbeeld wet openbaarheid van
bestuur

Het systeem van de Awb:
De Awb is een aanbouwwet (tranches en afzonderlijke wetten). De Awb kent een gelaagde
structuur (opbouw van algemeen naar bijzonder). Vooral bij het besluitbegrip. De wet is
hierdoor compacter, abstracter en complexer. Bovendien zijn er specifieke bepalingen over
het toepassingsbereik, schakelbepalingen (art. 3:1 lid 2 Awb) en gelijkstellingen (bijv. art. 6:2
Awb).

De Awb is in de regel niet bevoegdheidsverschaffend. De Awb werkt met verschillende
soorten regels en bepalingen.
- Regels die de standaard zijn voor het gehele bestuursrecht  dwingend recht
- Regels voor normale gevallen, tenzij …  regelend recht
- Rest- of vangnetbepalingen  aanvullend recht
- Facultatieve bepalingen

Awb werkt met verschillende soorten regels:
 Dwingend recht: afwijking is enkel toegestaan bij wet in formele zin. De regels zijn
standaard voor het gehele bestuursrecht. Voorbeeld is art. 1:2 Awb.
 Regelend recht: regels die in beginsel toegepast moeten worden, tenzij uitdrukkelijk
daarvan is afgeweken in bijzondere wetten. Voorbeeld art. 4:1 Awb.
 Aanvullend recht: in het geval een bijzondere wet over het onderwerp niets regelt.
Dit zijn de rest- of vangnetbepalingen. Voorbeeld is art. 4:13 Awb.
 Facultatief recht: alleen van toepassing indien dit bij wettelijk voorschrift of bij besluit
van het betrokken bestuursorgaan is bepaald. Voorbeeld is art. 3:10 lid 1 Awb.

De bijzondere wet kan echter altijd afwijken van de Awb. De Awb is slechts een wet in
formele zin.

Toepassingsbereik
- Het toepassingsbereik van de Awb wordt veelal bepaald door de Awb te combineren
met bijzondere wetgeving.
- Het toepassingsbereik wordt primair bepaald door het bestuursorgaan (art. 1:1 Awb).
- Ook de andere begrippen vormen een belangrijke voorwaarde voor de toepassing.
- Specifieke bepalingen zoals de schakelbepaling van art. 3:1 lid 2 Awb en
gelijkstellingen zoals art. 6:2 Awb

Kritiek op de komst van de Awb
 Juridiserende effecten: de ontwikkeling dat in maatschappelijke relaties het juridisch
aspect steeds belangrijker of dominant wordt. Dit zou het bestuur in haar taak
belemmeren.

,  Het is niet zeker dat de burger beter is geworden van de codificatie van het
bestuursrecht. Vooral de strenge jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak
over herhaalde aanvraag, verschoonbare termijnoverschrijding en de beperking van
de mogelijkheden om in bepaalde fasen van het proces nieuwe besluitonderdelen
aan te vechten, nieuwe gronden aan te voeren of nieuw bewijs te leveren.
 De harmonisatie kan ook te ver zijn doorgeschoten en dit belemmert dan een
optimale rechtsbedeling.

Bestuursrecht is het recht van, voor en tegen het overheidsbestuur
- Voor: het bestuursrecht geeft de grondslag voor overheidsoptreden en de
instrumenten daarvoor
- Van: uitoefening van de bevoegdheden
- Tegen: het bestuursrecht biedt de burger waarborgen tegen het bestuursoptreden

Overheidsbestuur kan twee betekenissen hebben:
1. De bestuursorganisatie
2. De functie van besturen/de activiteit

Binnen de trias politica is de bestuurlijke functie niet alleen het uitvoeren van de wetten,
maar ook wetgevende en rechtsprekende taken. De wetgevende en bestuurs-uitvoerende
taak zijn met elkaar verweven voor de ontwikkeling, vaststelling en uitvoering van het
overheidsbeleid.
Besturen is zowel op microniveau het nemen van concrete beslissingen waarbij belangen
van individuen rechtstreeks betrokken zijn als op macroniveau het besturen door de
overheid van de samenleving als geheel d.m.v. wet- en regelgeving.

Bestuur: het van overheidswege behartigen van algemene belangen en daarbij moet een
belangenafweging worden gemaakt.
Bestuursrecht: het juridisch aspect van besturen

Functies van bestuursrecht:
 Legitimerende functie: juridische grondslag voor het bestuursoptreden door het
creëren van bestuursorganen, het toekennen van bestuursbevoegdheden en het
regelen van besluitvormingsprocedures
 Instrumentele functie: vaststelling en uitvoering van het overheidsbeleid. Het
bestuursrecht is een middel tot het bereiken van bepaalde doeleinden
 Waarborgfunctie: het beschermen/waarborgen van de rechtspositie van de burger
t.o.v. de overheid. Ze volgen uit bijzondere wetten, algemene, materiële en formele
waarborgen van de Awb en de beginselen van behoorlijk bestuur
Er kan een spanning ontstaan tussen de instrumentele functie en de waarborgfunctie.
Enerzijds wil de overheid het algemeen belang behartigen, maar daardoor moeten bepaalde
waarborgen van de burger terzijde worden geschoven.

Onderscheid maken tussen:
 Materieel en formeel bestuursrecht
Materieel bestuursrecht: concrete rechten en plichten van burgers en daarmee
corresponderende bevoegdheden en verplichtingen van het bestuursorgaan

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bernsmaud. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 50843 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd