Aandoeningen vraagstukken bewegen
Meerdere gewrichten
Artrose
Artrose is een degeneratieve aandoening waarbij het kraakbeen wordt aangetast. Zo’n 1,5
miljoen Nederlanders hebben op dit moment artrose. Het is voornamelijk niet-inflammatoir
en het belangrijkste kenmerk is gewrichtspijn. Andere kenmerken zijn:
- Chronische aard
- Gewrichtspijn na belasting
- Startpijn
- Ochtendstijfheid <30 minuten
- Benige zwelling/deformatie
- Bewegingsbeperking
Soms kan het tekenen van een artritis vertonen (zachte zwelling). Dit noemen we
osteoartritis (flares van artrose).
Primaire artrose komt vooral voor in de hand: PIP’s (Nodes van Bouchard) en de DIP’s
(Nodes van Heberden). Ook kan het voorkomen in het CMC-I gewricht. STT artrose (artrose
in het os scaphoideum, het os trapezium en het os trapezoideum) is ook een vorm van
artrose in de hand. Andere veel voorkomende locaties zijn de heup en de knie. In andere
gewrichten kan het ook voorkomen, maar dan gaat het meestal om secundaire artrose
(artrose na een trauma of operatie).
Radiologische kenmerken artrose:
- Gewrichtsspleetversmalling
- Osteofyten
- Sclerosis
- Cysten
- Centrale erosies
Therapie:
Non-farmacologisch: voorlichting, thuis gebaseerde oefeningen, gewichtsreductie,
oefentherapie.
Farmacologisch: 1e keuze = paracetamol; 2e keuze = NSAID’s
In sommige gewrichten kan ervoor gekozen worden om de artrose operatief te behandelen:
Pols: proximale rij carpectomie, locale artrodese, polsartrodese, polsprothese
Knie; prothese
Schouder: reversed schouderprothese indicatie: hoogstand, >70 jaar en artrose.
Heup: femurosteotomie, pandakplastiek en prothese
Artrose van de heup komt vaak secundair voor. Er treedt een functiebeperking op (vnl
endorotatie), een flexiecontractuur en rotatiepijn.
,Osteosarcoom
Een osteosarcoom is een kwaadaardige tumor uitgaande van het bot. Het kan in principe
door heel het lichaam voorkomen, maar vaak treedt het op in de humerus of het distale
femur.
Klachten: pijn meestal ‘s nachts en in rust, soms zwelling, functiebeperking indien dicht bij
gewricht, fractuur.
Diagnose: röntgenfoto, MRI, CT van longen (door vaak uitzaaiingen naar longen) en biopsie.
Behandeling: chemotherapie en operatie.
Osteomyelitis
Een infectie van het bot, meestal veroorzaakt door bacteriën.
Symptomen: pijn, warmte, zwelling en soms roodheid.
Behandeling: antibiotica en soms operatie indien het zieke bot verwijderd moet worden.
Roken kan ervoor zorgen dat het bot niet geneest en rokers moeten dan ook zo snel
mogelijk stoppen.
Reumatoïde artritis
RA is een systemische auto immuunziekte. Het wordt vooral gekenmerkt door symmetrische
ontstekingen van de kleine handgewrichten, maar het komt ook voor in andere gewrichten.
Prevalentie Nederland = 1%. (>75% vrou, komt vaker voor bij ouderen).
Het ontstaat mogelijk door een combinatie van genen en omstandigheden. Men denkt dat
het komt doordat B-cellen auto-antistoffen aanmaken (zoals RF en anti-CCP) die de
gewrichten aanvallen. Als RA niet tijdig wordt herkend en behandeld leidt het tot
onherstelbare schade aan o.a. de gewrichten en soms zelfs de organen.
Klinisch beeld RA:
- Tekenen van artritis: zwelling, roodheid, pijn, stijfheid, bewegingsbeperking (actief en
passief)
- Symmetrische artritis van de kleine handgewrichten: MCPs, PIPs en polsen.
- >60 minuten ochtendstijfheid
- Pijnklachten nemen af bij bewegen
- Klachten in de loop van tijd ontstaan
- Moeheid
- Klachten worden beter bij gebruik NSAIDs
Aangedane gewrichten:
MCP, PIP 90%
Polsen 80%
Knieën 65%
Schouders 65%
Enkels 50%
Voeten 45%
Ellebogen 40%
Heupen 20%
Voor de classificatie criteria zie rechts.
≥6 = definitie RA.
, De behandeling van RA bestaat voornamelijk uit medicatie:
- Pijnstilling (ondersteunend): paracetamol, NSAIDs, COXIBs
- Corticosteroïden (ter overbrugging): lokaal, intramusculair, oraal
- Conventionele synthetische DMARDs (1e en 2e lijns kernbehandeling):
methotrexaat, hydroxychloroquine
- Biologische DMARDs (2e en 3e lijns behandeling):
- Anti-TNF: etanercept, infliximab, adalimumab, golimumab, certolizumab
- Anti-IL6: tocilizumab
- T-cell inhibitor: abatacept
- B-cell depleter: rituximab
- Targeted synthetic DMARDs: JAK-inhibitors
Methotrexaat:
Dit is een folaat antagonist en remt DNA opbouw. Bij 1 op de 3 mensen heeft het een goed
effect. De dosering is altijd 1x/week. Het heeft een langzame werking.
Bijwerkingen: niertoxiciteit, leverenzymstoornissen, beenmergsuppressie, mucositis, nausea,
haaruitval en kans op geboorteafwijkingen
Hydroxychloroquine:
Wordt ook gebruikt bij malaria. Het wordt alleen gebruikt bij milde RA of als comediactie. De
dosering is 1 dd 1 tablet. Het heeft een langzame werking.
Bijwerkingen: zonlichtovergevoeligheid en verergering psoriasis.
De behandeling van RA vraagt een nauwe en specialistische follow-up van bijwerkingen en
effectiviteit.
Polymyalgia rheumatica (PMR/spierreuma)
Bij PMR zijn de spieren rondom de nek, de schouders en/of de heupen stijf en pijnlijk. Het
komt bijna alleen maar voor bij mensen ouder dan 50 en bij vrouwen twee keer zoveel als bij
mannen. De aandoening gaat bij 7 van de 10 mensen over. Het is een auto-immuunziekte
waardoor er een ontstekingsreactie in de slijmbeurzen, peesscheden en de schouder- en
heupgewrichten ontstaat.
Andere kenmerken: pijn en ochtendstijfheid van meer dan 30 minuten in de schouder- en
heupregio beiderzijds, klachtenduur van > 1 maand, moeite met aan- en uitkleden,
vermoeidheid en gebrek aan energie, afvallen, koorts hoger dan 38 graden en nachtzweten.
Bij laboratoriumonderzoek een duidelijk verhoogde BSE en CRP.
Behandeling: prednison.
Klinische criteria voor diagnostiek:
- Ochtendstijfheid >45 min
- Pijn heup of beperkte ROM
- Absentie van RF en ACPA
- Absentie van andere gewrichtspijn
Ook kan er een bursitis op de echo gevonden worden. Er kan alleen aan de criteria voldaan
worden bij een leeftijd van 50 jaar of ouder.