Inhoudsopgave
Enkelgewricht ............................................................................................................................................... 2
Kennis: ............................................................................................................................................................. 2
Behandeling:................................................................................................................................................... 3
Verschillende aandoeningen:..................................................................................................................... 5
Testen:.............................................................................................................................................................. 8
Mobilisatie technieken: .............................................................................................................................. 10
Kniegewricht ............................................................................................................................................... 11
Kennis: ........................................................................................................................................................... 11
Behandeling:................................................................................................................................................. 13
Verschillende aandoeningen:................................................................................................................... 14
Testen:............................................................................................................................................................ 17
Mobilisatie technieken: .............................................................................................................................. 20
Heupgewricht .............................................................................................................................................. 22
Kennis: ........................................................................................................................................................... 22
Behandeling:................................................................................................................................................. 23
Verschillende aandoeningen:................................................................................................................... 24
Testen:............................................................................................................................................................ 27
Mobilisatie technieken: .............................................................................................................................. 28
,Enkelgewricht
Kennis:
Het BSG (bovenste spronggewricht) bestaat uit: Tibia + fibula + talus
Het OSG (onderste spronggewricht) bestaat uit: Calcaneus + talus
Art. Talocruralis: Gewricht tussen sprongbeen en onderbeen. Hier
vormen de tibia en fibula samen een gewrichtsvlak voor het
sprongbeen
Cruralis = concaaf + Talus = convex
We gaan dorsaalflexie maken: de calcaneus gaat schuin naar
beneden en de tenen omhoog. (ventraal-craniaal)
De talus maakt een tegengestelde beweging → Dan gaat hij naar dorsaal-distaal (je laat hem
meegaan met de calcaneus)
Bewegingen:
BSG (art. talo-cruralis)
- Dorsaalflexie = 20-30 graden
- Plantairflexie = 30-45 graden
OSG (art. subtalare)
- Er is alleen een tractie beweging mogelijk in het OSG en geen glijbewegingen
Metatarsale en pahlangen:
- Distale partner is concaaf
- Concaviteitsregel: rollen en glijden = gelijkgericht
Deelbewegingen:
- Dorsaalflexie: adductie
- Plantairflexie: abductie
- Inversie = adductie, plantairflexie en supinatie
- Eversie = abductie, dorsaalflexie en pronatie
Weber fractuur →
A= Supinatie + adductie
B= Supinatie + exorotatie
C= Pronatie + exorotatie
Hierbij is de stand van de breuk
dus extreem belangrijk aangezien
die anders van invloed is op de
beweeglijkheid van het
enkelgewricht.
, Screening:
Fracturen tibia-fibula en matatarsale 5: Ottawa ankle rules
AP-ruptuur: Thompson test
Sinus tarsi: Palpatie pijn sinus tarsi, VAS= 10
Ottawa ankle rules:
Sensitiviteit van 99,4% en een specificiteit van 35,3%.
Binnen 48 uur is de test het meest sensitief, maar kan tot 7 dagen na het letsel gebruikt
worden. Bij kinderen van 2 tot 16 jaar is de sensitiviteit 100% en 95%
betrouwbaarheidsinterval.
Protocol
De Ottawa ankle rules bestaat uit de 5 volgende componenten:
a. Gevoeligheid bij palpatie van de meest distale 6 cm van de laterale malleolus aan de
posterieure zijde
b. Gevoeligheid bij palpatie van de meest distale 6 cm van de mediale malleolus aan de
posterieure zijde
c. Gevoeligheid bij palpatie van de basis os metatarsale 5
d. Gevoeligheid bij palpatie van de os naviculare
e. Niet in staat zijn direct na het ongeval 4 stappen te kunnen zetten
Behandeling:
Fasen in het ‘normale’ herstelproces
Fase Weefselherstel Tijd Bevindingen
Fase 1 Ontsteking 0 tot 3 dagen - Pijn in rust
- Zwelling en hematoom
- Geen volledige steunname
Fase 2 Proliferatie 4 tot 10 dagen - Voet actief naar nulstand mogelijk
- Zwelling afgenomen
- Steunname, maar geen volledige
afwikkeling
- Eventuele bewegingsangst
Fase 3 Vroege remodellering 11 tot 21 dagen - Hematoom nog aanwezig
- Normale afwikkeling van de voet
- Pijn en bewegingsangst in adl
Fase 4 Late remodellering 3 tot 6 weken - Hematoom afwezig
- Dorsaalflexie mogelijk
- Pijn en/of bewegingsagnst in adl- of
sportactiviteiten
Fase 5 6 tot 8/12 weken
,Ontstekingsfase:
- Behandeldoel: reductie van pijn en zwelling, toename circulatie en partiële belasting
- Voorlichting over aard, ernst en natuurlijk beloop
- Adviseren: RICE regel, belasten op geleide van pijn evt. met elleboog krukken
- Oefenen van functie: Voet draaien, optrekken en wegduwen ter bevordering van de
circulatie
- Bandage aanleggen of taping: Bij taping wel elke dag vervangen deze fase om afknelling te
voorkomen
Proliferatiefase:
- Behandeldoel: Herstel van functie/ activiteiten en opbouw van de belasting
- Adviseren: Stimuleer normaal looppatroon, na 4-10 dagen moet dit mogelijk zijn
- Oefenen van functie: mobiliseren actief en passief dorsaal flexie, start stabiliteit/ coördinatie
training, start vervangende training voor conditie en kracht
- Taping: indien nodig tot einde proliferatie fase
Wat te doen bij gescheurde ligamenten?
- Rust, ijs, drukverband en de enkel omhoog houden is de beste behandeling. Eerste 2
dagen beter niet belasten. Mogelijk volgt hierna een periode van tape of zacht
loopgips
De ergste pijn verminderd meestal na enkele minuten. Daarna kan je voorzichtig weer
proberen te stappen. Op je voet staan blijf wel pijnlijk. Bij een verstuiking kun je meestal
binnen 2 weken de normale activiteiten hervatten. Bij een enkelbandscheur zal het herstel
enkele weken tot maanden duren
Sommige klachten (pijn, stijfheid, zwelling, herhaaldelijk zwikken van de voet) kunnen nog
enige tijd blijven aanslepen. Dat mag echter geen reden zijn om de enkel te ontzien
, Verschillende aandoeningen:
Fractuur:
- Wat is het? Een breuk in de voet
- Ontstaanswijze: Een ernstige verzwikking, verstappen op val
- Symptomen: Kan er niet op staan, drukpijn op de botten, forse bloeduitstorting
- Diagnose: Ottawa ankle rules
Fracturen basis metatarsale 5:
- Vaak gemist en staat bekend om slechte genezing
- Verschillende soorten fracturen: Avulsie, Jones en Stress
- Pijn laterale voetrand, weinig zwelling, voet afwikkelen is pijnlijk
Inversietrauma:
- Wat is het? Door je enkel gaan, enkelverzwikking naar binnen toe. De ligamenten
remmen de enkel bewegingen en zorgen voor stabiliteit. Wanneer je door je enkel
gaat, worden de ligamenten zo ver opgerekt dat ze kunnen verrekken of zelf
scheuren.
Lig. Talofibulare posterius + anterius, calcaneofibulare
- Ontstaanswijze: Enkelverzwikking naar binnen toe
- Symptomen: Hevige pijn buitenkant voet, zwelling, lopen pijnlijk of onmogelijk
- Diagnose: Voorste schuiflade test
Syndesmosis ruptuur:
- Wat is het? Syndesmosis is de band/ peesplaat tussen de tibia en de fibula. Hier
zitten scheurtje in.
- Ontstaanswijze: hyper dorsaalflexie + pronatie/ exorotatie bij axiale belasting, na
ernstige verzwikking. Syndesmosis letsel kan ontstaan na een ernstige
enkelverzwikking
- Symptomen: Problemen bij lang staan, pijn + stijfheid enkel, gevoel door de enkel
zakken
- Diagnose: Squeeze test, external rotation test
Anterieur + posterieur enkel impingement:
- Wat is het? Er is een inklemming in de voor- of achterzijde. Dit betekent meestal dat
er tijdens het bewegen iets inklemt in de enkel. Dit kunnen weke delen als
botontstekingen zijn. Bij een inklemming wordt er weefsel ingeklemd tussen het
uiteinde van de tibia en het sprongbeen. Het kan zijn dat het gewrichtskapsel wat
geïrriteerd is, waardoor er een verdikking ontstaat en hierdoor een inklemming.
- Ontstaanswijze: Herhaaldelijk kracht op dezelfde plek (microtrauma)
- Symptomen: Chronische of langdurige enkelklachten, verleden van veel
verzwikkingen, zwelling van enkel na activiteit, pijn wanneer er op het
gewrichtskapsel
- Diagnose: hyper dorsaalflexie (anterieur) of plantairflexie test (posterieur)