Samenvatting Daders
Week 1
In de verlichting (Beccaria) stond het individueel handelen van de mens centraal.
Hier ontstonden verschillende mensbeelden die tot op heden in de criminologie
gehanteerd worden. Allereerst de rationele dader (homo economicus), je maakt
een rationele afweging (meer baten dan kosten). Hierbij hoort o.a. de
gelegenheidstheorie (Felson & Eckert), deze stelt dat gelegenheid de dader maakt.
Dit zou betekenen dat iedereen dader zou kunnen worden. Hier gaat het om de
routine activiteiten theorie, welke stelt dat daderschap ontstaat door een
gemotiveerde dader, een aantrekkelijk doelwit en afwezigheid van toezicht. Eck’s
crime triangle biedt daarbij aanknopingspunten hoe je deze factoren kan
invloeden. Gelegenheidstheorieën gaan ervan uit dat een gemotiveerde dader een
snelle afweging maakt, maar met een bounded rationality (op basis van beperkte signalen uit de
directe omgeving over het doelwit en het toezicht, situatie bepaalt de afweging en keuze). Een
rationele dader is niet direct een voorbereide dader. Een doelwit is aantrekkelijk wanneer het voldoet
aan het criteria CRAVED. Dit staat voor concealable (makkelijk te verstoppen), removable
(makkelijk weg te nemen), available (moet te verkrijgen zijn), valuable ((symbolische) waarde),
enjoyable (dader moet ervan kunnen genieten) en disposable (makkelijk vanaf te komen). Ook wordt
het criterium VIVA (value, innersia (mate waarin het mee te nemen is), visibility en access
(gemakkelijk toegang)) gebruikt.
Daarnaast is er het idee dat de sociale omgeving invloed heeft (homo sociologicus). Allereerst kan je
hierbij kijken naar de levensloopcriminologie (Laub & Sampson). Hierbij gaat men ervan uit dat door
allerlei factoren die gedurende de levensloop op je pad komen, mensen andere paden bewandelen.
Dit onderzoek is gebaseerd op ouder onderzoek van Glueck & Glueck (Boston Boys), waarin er
delinquente jongens werden vergeleken met vergelijkbare niet-delinquente jongens. Hier hebben ze
dossieronderzoek gedaan en interviews gedaan op de leeftijden veertien, vijfentwintig en
tweeëndertig. Laub & Sampson zijn vijftig jaar later verder gegaan met dit dossieronderzoek en
hebben een aantal van diezelfde mannen kunnen interviewen. De levensloopcriminologie is hieruit
gekomen, met de centrale vragen: op welke manier verschillen criminele carrières? Waarom stoppen
sommige daders en waarom gaan andere daders door? Factoren die hierin een rol spelen zijn
belangrijke keerpunten (turning points: waardoor criminaliteit ontstaat of juist ophoudt) die te vinden
waren in de sociale omgeving (gezin, werk, activiteiten). Er wordt onderscheid gemaakt tussen
persisters (jong begonnen met criminaliteit, niet gestopt), desisters (jong begonnen met criminaliteit,
maar wel in hun oudere jaren) en de intermittent offenders (criminaliteit in pieken en dalen). In
werkelijkheid zijn criminelen niet zo categorisch in te delen. Belangrijkste verschil tussen de vormen
criminelen (volgens Laub & Sampson) is dat de persisters een ongestructureerd leven hadden (weinig
binding en stabiliteit) en dat de desisters d.m.v. een keerpunt toch de stabiliteit vonden, waardoor ze
stopten met de criminaliteit. “Shared beginnings, divergent lives”, houdt in dat beide type daders een
slechte start hadden, maar dat dit niet direct voor een persistente dader hoeft te zorgen (te verklaren
door de specifieke (“key”) momenten in iemands leven). Een keerpunt is een gebeurtenis in het leven
van een dader die leidt tot een verandering in levensomstandigheden (kinderen krijgen, trouwen,
militaire dienst, nieuw werk, tuchthuizen), dit verklaart het verschil in criminele carrières. Dit duidt
op het idee dat als iemand sociale bindingen heeft (verplichtingen), dit leidt tot het stoppen van
crimineel gedrag.
, Er zijn voorwaarden waar een keerpunt aan moet voldoen, wil het leiden tot een verandering in
levensomstandigheden (desistance). Allereerst moet het het verleden afsnijden, daarnaast moet het
sociale netwerk een positief effect hebben (toezicht en steun), het moet een verandering van en
structuur in routine activiteiten zijn en de identiteit moet veranderen (zichzelf niet meer gaan zien
als crimineel en intrinsiek willen stoppen).
Naast de invloed van de sociale omgeving, is er een andere theorie (ook onder homo sociologicus te
scharen) die ervan uitgaat dat je als mens een betekenisgevend wezen bent. Een voorbeeld van zo’n
theorie zie je binnen de culturele criminologie. In het boek Seductions of crime geeft Katz inzicht in
drijfveren en aantrekking van winkeldiefstal onder vrouwelijke studenten Binnen de culturele
criminologie staat de vraag wat mensen proberen te doen (drijfveren en aantrekking) wanneer zij
crimineel gedrag plegen centraal. Deze theorie was een reactie op de mainstream criminologen (en
hun theorieën), Katz vond namelijk zijn teveel focusten op achtergrond als verklaring en dat
normovertreding iets instrumenteels of pathologisch zou zijn. De focus van deze theorie ligt dus op de
voorgrond, hoe daders de normovertreding ervaren. Katz stelt dat de drijfveer om over te gaan op
crimineel gedrag alledaagse morele emoties zijn (vernedering, rechtvaardigheid, arrogantie, spot,
cynisme, wraak, eer). De aantrekkingskracht van de normovertreding is dan ook de kick, sensatie,
trots, eerherstel of zelfbevestiging. Volgens hem hoeft niet iedereen met een bepaalde achtergrond
allemaal crimineel gedrag te gaan vertonen. Dit mensbeeld gaat ervan uit dat we betekenis geven aan
onze omgeving, dit is tijd- en plaats gebonden en hangt af van je normen en waarden.
Homo economicus Homo sociologicus
Rationele mens Sociaal mens
Gedrag komt voort uit rationele keuzes Gedrag komt voort uit interactie met sociale
Snelle beslissing omgeving
Afweging kosten-baten Twee varianten:
Invloed van sociale omgeving
Invloed van “cultuur” (betekenisgeving,
moraliteit)
Theorie
Gelegenheidstheorieën Homo economicus:
- Afweging kosten-baten
- Snel plezier, geen pijn
- Gelegenheid bepaalt de uitomst van de
afweging
Levensloopcriminologie Homo sociologicus:
- Sociale omgeving vormt de dader
- Ook desistance wordt verklaard vanuit
sociale omgeving d.m.v. keerpunten
Culturele criminologie Homo sociologicus:
- Cultuur vormt de daderschap
- Daderschap wordt verklaard uit de
betekenis van normoverschrijding(thrill)