25 VERHALEN UIT DE BIJBEL
OUDE TESTAMENT
1. DE SCHEPPING
2. EXODUS 20 (DE 10 GEBODEN)
3. DAVID EN GOLIAT
4. DAVID EN BATSÉBA
5. DE BOOM VAN GOED EN KWAAD
6. KAÏN EN ABEL
7. DE ZONDVLOED
8. DE BEPROEVING VAN ABRAHAM
9. JOZEF WEGGEVOERD NAAR EGYPTE
10. ROEPING VAN MOZES
11. REDDING BIJ DE RIETZEE
12. EXODUS 19 (VERSCHIJNING VAN GOD
NIEUWE TESTAMENT
13. EEN BLINDE ZIET EN VOLGT HEM
14. GELIJKENIS VAN HET ZAAIEN
15. GELIJKENIS VAN EEN VADER MET TWEE ZONEN
16. JEZUS GEEFT 5000 MENSEN TE ETEN
17. JEZUS LAATSTE OPDRACHT EN HEMELVAART
18. VERKONDIGING DOOR EN DOOP DOOR JOHANNES
19. JOHANNES 8 (EEN OVERSPELIGE VROUW)
20. WAT UIT DE MENS KOMT MAAKT ONREIN
21. TALENTEN GEBRUIKEN
22. ROEPING VAN ENKELE VISSERS
23. GEBOORTE VAN JEZUS
24. PINKSTEREN
25. DOOR DE DUIVEL OP DE PROEF GESTELD
,1. DE SCHEPPING
HET SCHEPPINGSVERHAAL VERTELT HET BEGIN VAN HEMEL EN AARDE. GOD DEED DIT IN
6 DAGEN EN DE 7E DAG RUSTTE HIJ UIT. DAARDOOR IS OOK DE ZONDAG – RUSTDAG ONTSTAAN.
- OP DAG 1 SCHEIDDE HIJ LICHT EN DUISTERNIS: DAG EN NACHT
- OP DAG 2 HEMELGEWELF ALS AFSCHEIDING TUSSEN AARDOPPERVLAK EN LUCHT
- OP DAG 3 SCHIEP HIJ AARDE (DROOG GEDEELTE) EN ZEE (WATER), OOK SCHIEP HIJ
PLANTEN EN BOMEN DIE DOOR ZAAD KONDEN ONTKIEMEN
- OP DAG 4 SCHIEP HIJ ZON MAAN EN STERREN OM DAG EN NACHT TE SCHEIDEN
EN SEIZOENEN TE MARKEREN
- OP DAG 5 SCHIEP HIJ VOGELS EN VISSEN
- OP DAG 6 SCHIEP HIJ LANDDIEREN EN DE MENS (ALS ZIJN GELIJKENIS)
AAN HET EIND VAN DAG ZES STOND ER: “EN GOD KEEK NAAR ALLES WAT HIJ
GEMAA KT HAD EN ZAG DAT HET GOED WAS”
- OP DE ZEVENDE DAG RUSTTE HIJ UIT EN GEBOOD DAT DIT EEN RUSTDAG ZOU WORDEN, WAAROP
ER NIET GEWERKT MOCHT WORDEN
Alle kinderbijbels beginnen met het scheppingsverhaal. Het verhaal van christenen en
joden, waarin we horen hoe God alles maakte. Waarschijnlijk niet in zes dagen... maar een
ding is duidelijk: God heeft met onze wereld van doen. En het is de opdracht van de mens
om een antwoord te zijn op de liefde van God en de aarde en al wat erop leeft te behoeden
en te beschermen. Een veilig en goed thuis te laten zijn voor al wat er leeft. Dat we
dankbaar zijn voor alles wat ons geschonken is: het water, het land, de natuur, alles wat
groeit en bloeit, de dieren in alle soorten en de mensen die de aarde bevolken.
ER WORDT OOK GEZEGD DAT DIT SCHEPPINGSVERHAAL DOOR ISRAËLISCHE
PRIESTERS WERD VERTELD TIJDENS DE GEVANGENSCHAP VAN HET ISRAËLISCHE
VOLK IN EGYPTE. ER WAS NIETS, DE MENSEN HADDEN HET SLECHT EN BEGONNEN
ZICH AF TE VRAGEN OF ER IEMAND WAS DIE VAN HEN HIELD.
______________________________________________________________________________
FASE 1 VRAAG:
HOE ZOU ADAM ZICH GEVOELD HEBBEN ALS EERSTE MENS IN DEZE MOOIE TUIN MET PLANTEN
EN DIEREN?
GRENSERVARING:
- GEBOORTE (GOD MAAKT ALLES NIEUW)
- EENZAAMHEID? (ADAM WAS EERST MAAR ALLEEN ALS MENS, LATER KWAM EVA ERBIJ)
, 2. EXODUS 20 – DE 10 GEBODEN
DE 10 GEBODEN – OOK WEL DE 10 WOORDEN GENOEMD ZIJN DE LEEFREGELS
WELKE DOOR MOZES IN OPDRACHT VAN GOD WAREN OPGETEKEND OP 2 STENEN TABLETTEN (DE
STENEN TAFELEN) TOEN HET VOLK VAN ISRAËL DOOR GOD WAS BEVRIJD UIT EGYPTE EN RONDTROK IN
DE SINAÏ-WOESTIJN
1. IK BEN DE HEER UW GOD, DIE U UIT HET LAND EGYPTE, UIT HET DIENSTHUIS
GELEID HEB
(BETEKENIS: GOD LEIDT HET VOLK, GOD GAAT HEN VOOR) HIJ IS DE ENIGE GOD
2 GIJ ZULT GEEN ANDERE GODEN VOOR MIJN AANGEZICHT HEBBEN, GIJ ZULT
GEEN GESNEDEN BEELDEN MAKEN EN U DAARVOOR NIET BUIGEN NOCH HEN DIENEN.
(BETEKENIS: IK HEB JULLIE BEVRIJD, VERTROUW OP MIJ, ZOEK NIET BIJ ANDERE
GODEN JE TOEVLUCHT. HEB MIJ LIEF, MIJ ALLEEN). JE MAG GEEN AFGODSBEELDEN MAKEN
OF VEREREN. (HET VOLK VAN ISRAËL HAD EERST IN DE WOESTIJN EEN BEELD GEMAAKT
VAN EEN GOUDEN KALF TOEN MOZES MAAR STEEDS NIET TERUG KWAM VAN DE BERG.
3 GIJ ZULT DE NAAM VAN DE HEER UW GOD NIET IJDEL GEBRUIKEN
(BETEKENIS: BETREK GOD NIET IN IETS WAAR HIJ NIET BETROKKEN WIL ZIJN,
SPAN HEM NIET VOOR JE EIGEN KARRETJE OMDAT HET JOU GOED UITKOMT). GEBRUIK
ZIJN NAAM MET EERBIED (NIET VLOEKEN)
4 GEDENK DE SABBAT DAT GIJ DIE HEILIGT
(BETEKENIS: DE ZEVENDE DAG IS DE DAG VAN DE HEER, DAN ZULT GIJ GEEN WERK DOEN EN OOK
NIET UW KNECHT, ZOON OF DOCHTER) – VIER HET LEVEN
WERK OM TE LEVEN, LEEF NIET OM TE WERKEN. DE SABBAT MOET EEN RUSTDAG ZIJN
5 EERT UW VADER EN UW MOEDER, OPDAT UW DAGEN VERLENGD WORDEN
(ALS OUDERS GODS DADEN DOORGEVEN EN ALS KINDEREN DIE TRADITIE VOLGEN
EN AAN HUN KINDEREN DOORGEVEN, ZAL HET GOED ZIJN)
6 GIJ ZULT NIET DODEN
7 GIJ ZULT NIET ECHTBREKEN
INBREKEN IN HET HUWELIJK VAN EEN ANDER / SAMEN BESLISSEN OM UIT ELKAAR
TE GAAN MOCHT NIET. (IN DIE DAGEN WAS HET IN ISRAËL AAN DE MAN WEL TOEGESTAAN ZIJN
VROUW TE VERSTOTEN). WEES TROUW AAN JE MAN OF VROUW
8 GIJ ZULT NIET STELEN
(GIJ ZULT U NIET VERRIJKEN TEN KOSTE VAN DE MEDEMENS, ZALIG DE ARMEN
WEES LIEVER TE GUL DAN TE GIERIG)
9 GIJ ZULT GEEN VALSE GETUIGENIS GEVEN TEGEN UW NAASTE
(WEES BETROUWBAAR, NIET RODDELEN OF LEUGENS VERTELLEN OVER EEN ANDER)
10 GIJ ZULT NIET BEGEREN UW NAASTEN VROUW, UW NAASTENS HUIS, NOCH ZIJN
AKKER, NOCH ZIJN DIENSTMAAGD, ZIJN RUND, ZIJN EZEL NOCH IETS WAT VAN UW NAASTE IS
(WEES NIET HEBZUCHTIG OF JALOERS, BEWAAK JE DADEN MAAR OOK JE GEDACHTEN)
______________________________________________________________________________
FASE 1 VRAAG: HOE ZOU GOD ZICH GEVOELD HEBBEN TOEN HIJ DEZE REGELS HAD OPGESTELD VOOR HET
VOLK?
GRENSERVARING: ERGENS BIJHOREN. ALS JE JE AAN DE REGELS HOUDT, HOOR JE BIJ GOD
, 3. DAVID EN GOLIATH
HET VERHAAL VAN DAVID EN GOLIATH GAAT OVER DE REUS GOLIATH, EEN FILISTIJNSE
STRIJDER DIE VERSLAGEN WORDT DOOR EEN JONGE HERDERSJONGEN, DE JONGSTE ZOON (NAKOMERTJE)
VAN EEN GEZIN DIE OP HET SLAGVELD ETEN KOMT BRENGEN BIJ ZIJN GROTE BROERS DIE STRIJDEN TEGEN
DE FILISTIJNEN. DE REUS GOLIATH DAAGT DE ISRAËLIËRS UIT EEN MAN TE STUREN DIE HEM KAN VERSLAAN.
HIJ ROEPT HET SPOTTEND WANT HET IS ZOALS WIJ ZOUDEN ZEGGEN EEN BEER VAN EEN VENT, TOT OP DE
TANDEN GEWAPEND EN NOG NOOIT VERSLAGEN IN EEN GEVECHT.
DE GROTE KRACHT VAN DAVID IS DAT HIJ NIET BANG IS VOOR DEZE MAN. HIJ WORDT VERVULD MET DE
GEEST VAN GOD. DE FILISTIJNEN STAAN SYMBOOL VOOR HET HEIDENDOM DAT HET VOLK VAN ISRAËL
UITDAAGT.
DAVID ZEGT TEGEN KONING SAUL DAT HIJ DE STRIJD MET GOLIATH AAN WIL GAAN. SAUL VERKLAART HEM
VOOR GEK, MAAR GEEFT HEM UITEINDELIJK TOCH ZIJN ZEGEN. HIJ WIL DE JONGEN EEN HARNAS
AANTREKKEN, MAAR DAVID ZEGT DAT HIJ ZAL GAAN ZOALS HIJ ALTIJD AL IS. HET HARNAS IS VOOR HEM
VEEL TE ZWAAR.
HIJ NEEMT ALLEEN ZIJN HERDERSSTOK MEE EN ZOEKT VIJF GLADDE STEENTJES UIT DE BEDDING VAN DE
RIVIER. UITEINDELIJK MIKT HIJ MET EEN SCHOT EEN STEEN DOOR HET VOORHOOFD VAN GOLIATH,
WAARDOOR DEZE VOOROVER TER AARDE STORTTE EN STIERF. DAVID TREKT DAARNA HET ZWAARD VAN
GOLIATH UIT DE SCHEDE EN HAKT HEM MET ZIJN EIGEN WAPEN ZIJN HOOFD AF, WAARNA DE FILISTIJNEN
OP DE VLUCHT SLAAN.
_______________________________________________________________________________________
FASE 1 VRAAG: HOU ZOU DAVID ZICH GEVOELD HEBBEN TOEN HIJ TEGENOVER DE NOG NOOIT VERSLAGEN
REUS GOLIATH STOND?
GRENSERVARING: MOED HEBBEN (HET DURVEN OPNEMEN TEGEN IEMAND DIE VEEL GROTER EN STERKER
IS DAN JIJ) VERTROUWEN (OP GOD)
__________________________________________________________________________________________
4. DAVID EN BATSEBA
DAVID IS KONING VAN HET VOLK ISRAËL, EN IS OP AAN DE TOP VAN ZIJN MACHT.
OP EEN AVOND ZIET HIJ EEN MOOIE VROUW IN DE TUIN VAN DE BUURMAN. HIJ VRAAGT AAN EEN
BEDIENDE WIE ZIJ IS. HET IS BATHSÉBA DE VROUW VAN EEN VAN ZIJN SOLDATEN DIE OP DAT MOMENT
VOOR HEM VECHTEN AAN HET FRONT. ZIJN NAAM IS URIA.
DAVID LAAT DE VROUW BIJ HEM KOMEN EN ZE HEBBEN SEX MET ELKAAR. NIET LANG DAARNA LAAT DE
VROUW KONING DAVID EEN BERICHT BRENGEN DAT ZIJ ZWANGER VAN HEM IS.
DAVID HAD ZIJN EIGEN LUST VOORRANG GEGEVEN . HIJ MOET EEN PLAN BEDENKEN. HET IS NU ZAAK
DAT URIA DE SOLDAAT VOOR VERLOF NAAR HUIS KOMT, ZODAT HIJ MET ZIJN EIGEN VROUW SAMEN
KAN ZIJN EN DAARNA HET LOGISCH ZAL ZIJN DAT HET KIND VAN HEM ZELF IS.
MAAR DE SOLDAAT URIA IS EEN TROUWE SOLDAAT EN EEN REGEL WAS DAT JE NIET ZOMAAR BIJ JE
VROUW GING LIGGEN ALS DE STRIJD NOG NIET GESTREDEN WAS.
HET PLAN VAN DAVID MISLUKTE DUS EN UITEINDELIJK KON HIJ NIET ANDERS DAN URIA IN OPDRACHT IN
DE STRIJD TE LATEN DODEN ZODAT HET LEEK OF HIJ GESNEUVELD WAS. NA DE DOOD VAN URIA
TROUWDE DAVID MET BATHSÉBA NA HAAR PERIODE VANROUW. ZE KREGEN SAMEN EEN ZOON DIE
KORT DAARNA STIERF.
WAT DAVID HAD GEDAAN WAS KWAAD IN DE OGEN VAN DE HEER.
FASE 1 VRAAG: HOE ZOU BATSHÉBA ZICH GEVOELD HEBBEN?
GRENSERVARING: VERLIEFD (BATHSÉBA), SCHULDGEVOEL (BEIDE: DAVID EN B. ) ROUW/DOOD (VERLIES
VAN HUN ZOONTJE LATER)