HCI KNO
Voor studenten die de opleiding tot operatie assistent volgen. Informatie is samengevat uit het boek OZT KNO.
Ook de bijbehorende leerdoelen zijn uitgebreid beantwoord d.m.v. studiemateriaal vanuit E-learning’s, hoorcolleges
en filmpjes van Juf Danielle Academie
Voorbeelden en uitleg wordt gegeven aan de hand van afbeeldingen. Hieronder zie je alle hoofstukken die aanbod
komen voor het behalen van de toets HCI KNO . Succes met leren!!
Voor nog meer studie gemak, zie ook de andere samenvattingen voor de opleiding tot operatieassistent op mijn
account.
1. Halsklierdissectie en parotis
2. Anatomie hals structuren
3. SND, RND, MRND en ERND
4. Pre, per en post operatieve halsklierdissecties
5. Lymfeklierketen en lymfeklier regio’s(levels)
6. Anatomie hals
7. Lymfadenopathie
8. Oorchirurgie
9. Pre, per en postoperatieve oorchirurgie
10. Instrumenten
11. Meest voorkomende aandoeningen van het middenoor
12. Sanerende operaties:
mastoidectomie, AAT, CAT en de radicale operatie
13. Gehoor verbeterende operaties:
tympanoplastiek, myringoplastiek, ketenreconstructie en stapedotomie
14. CI en BCD
15. Algemene richtlijnen oorchirurgie
16. Anatomie oor
17. Horen en evenwichtsorgaan
,HCI KNO parotis en halsklier dissectie: Arend Sulter
Halsklierdissecties
SND: selectieve hals klierdissectie vaak regio I tot en met III
Gespaard: v. jugularis interna, m. Sternocleidomastoideus, n. accessorius, de plexus
cervicalis en 1 of meerdere lymfeklieren(levels).
Therapeutische halsklierdissecties
RND: Radicale halsklier dissectie verwijdering level 1-5, de glandula submandibularis, een deel van de
glandula parotis. De m. omohyoideus, de m. sternocleidomastoideus, de v. jugularis interna en externa, de n.
accessorius en enkele takken van de plexus cervicalis worden hierbij meegenomen.
Bij dubbelzijdige RND wordt in 2 operaties uitgevoerd zodat de v. vertebralis en andere collateralen de
gelegenheid krijgen om uiteindelijk de totale bloedafvoer over te nemen. complicaties zijn dan stuwing in
de schedel en het aangezicht.
MRND: Gemodificeerd radicale dissectie verwijdering klieren level 1-5.
Mogelijk gespaard indien oncologisch verantwoord: de n. accessorius, v. jugularis interna, de plexus
cervicalis, de glandula submandibularis en m. sternocleidomastoideus.
Voordelen: het uitblijven v/h postoperatief schoudersyndroom (bij behoud van de plexus cervicalis, geen
stuwing in de schedel en aangezicht en de mogelijkheid tot een bilaterale resectie(bij behoud v. jugularis
interna).
ERND: Uitgebreid radicaal verwijderen als RND: verwijdering level 1-5, de glandula submandibularis, een
deel van de glandula parotis, de m. omohyoideus, de m. sternocleidomastoideus, de v. jugularis
interna/externa, de n. accessorius en enkele takken van de plexus cervicalis + extra structuren.
Complicaties parotis en HKD
Nervus facialis(7e) verlamming bij hoofdhals chirurgie
Neurotmesis: doorgenomen zenuw
Syndroom van frey: bijna elke patiënt krijgt enkele weken tot maanden na de operatie het syndroom van
Frey. Dit is een aandoening waarbij de zweetklieren op uw wang geactiveerd worden i.p.v. de
speekselklieren. Gevolg: een rode, zweterige huid wanneer je voedsel ziet of ruikt. Zenuwtakjes die speeksel
produceren kunnen beschadigd raken en na de operatie vergroeien met zenuwuiteinden van zweetkliertjes.
Hierdoor ontstaat een soort kortsluiting: de prikkel die normaal
zorgt dat er speeksel aanmaakt wordt(zoals eten of denken aan
eten), zorgt er nu voor dat zweet geproduceerd wordt op de wang.
Structuren in de hals:
Spieren:
Oppervlakkige spier: platysma
Trapezius en sternocleidomastoideus
Omohydoidius
bloedvaten
zenuwen
bindweefsel
Lymfeklieren:
De grootste lymfvaten zijn de ductus lymphaticus dexter en
ductus thoracicus. Deze monden uit in de rechter v.
subclavia en de linker v. subclavia.
Alles uit de benen, bekken, buik, linker thorax helft en
hoofd-hals link en linkerarm, wordt door de ductus
thoracicus teruggebracht naar de bloedbaan, de vena
subclavia sinister
De rest(rechterarm, hoofd-hals rechts) door de
lymphaticus dexter, naar de vena subclavia dexter
Functie lymfeklier: presentatie van antigenen, B/T
lymfocyten aanmaken, zorgt voor de afweer/immuniteit. Heeft
afferente(aanvoerende) vaten verbonden met de lymfevaten
en efferente(afvoerende) vaten naar de ductus
thoracicus/ductus lymphaticus naar v. jugularis interna en
v. subclavia.
Ductus thoracicus zit links
Ductus lymphaticus dexter zit rechts
, Speekselklieren:
1. Glandula parotis(oorspeekselklier) : sereus vocht
2. Glandula submandibularis(onderkaakspeekselklier) : seromuceus vocht
3. Glandula sublingualis( ondertongspeekselklier) : seromuceus vocht
4. Accesoire speekselklieren
De glandula’s: Zorgt voor productie van speeksel en verwerking van voedsel(amylase) en het bevochten en
reinigen van de mondholte.
Bloedvoorziening Parotis
a. auricularis posterior en a. temporalis
v. retromandibularis
Bloedvoorziening submandibularis
a. carotis externa en a. facialis en a. submentalis
v. submentalis en v. facialis en v. jugularis interna.
Embryonale structuren: laterale halscyste en mediane halscyste.
Operaties aan de hals voor het verwijderen van de lymfeklieren bestaat het risico op het beschadigen v/d N.
Accessorius. De N. accessorius loopt door de m. sternocleidomastoideus en m. trapezius en zorgt ervoor dat we
de schouder kunnen ophalen.
Diagnostiek: palpatie, beeldvorming(echo, ct en mri), bloedonderzoek.
En aanvullend onderzoek: fine needle aspiration cytologie(FNAC): met een dunne naald opzuigen van cellen uit
de zwelling onder echografie