Samenvatting boek Inleiding It-recht
Week 1
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Opzet van dit boek
Bij het It-recht gaat het om de rechtsvragen die door de ontwikkelingen op dit gebied van
informatietechnologie worden opgeroepen. Aantal ontwikkelingen:
Plaatsen van filmbestanden op filesharingssites of social media.
Door de versnelling van gegevensverwerking is het voorts mogelijk geworden om
computers te trainen door de analyse van enorme hoeveelheden data (big data). =
Machine Learning. Hierdoor kunnen IT-systemen vaker ingezet worden om
geautomatiseerde beslissingen te nemen.
Internet der dingen, steeds meer apparaten zijn uitgerust met sensoren, processoren
en netwerkverbindingen. Zo vervlecht IT zich steeds verder in het dagelijkse leven.
1.2. Digitale geletterdheid
Leerdoelen voor digitale geletterdheid voor lager en middelbaaronderwijs:
Basiskennis ICT
Hoe computers, software en netwerken functioneren, maar ook hoe men met
veiligheid en privacy dient om te gaan. In juridische zin is de vraag belangrijk wanneer
in een wettelijke bepaling verwezen wordt naar het begrip ‘computer’ wat daar dan
onder valt. Bijvoorbeeld HR: tablets vallen onder computers, tenzij voor recreatieve
doeleinden wordt gebruikt (wetswijziging: art. 31 lid 2 onder g Wet LB). Daarom
moet wetgeving up to date blijven. De aanleiding voor de wetswijziging was de
opkomst van tablets. De oorzaak is de zogenoemde convergentie van de media. Niet
echt onderscheid meer tussen allerlei media.
Informatievaardigheden
Men moet kunnen werken met informatie- en kennissystemen die specifiek voor het
uitoefenen van juridische taken zijn ontwikkeld. Zaak ACAB, het aantal hits op Google
zegt niks over de bekendheid.
- Juridische databanken: Legal intelligence en Rechtsorde
- Juridische informatiesystemen = computersystemen die juridische informatie
verstrekken aan gebruikers ervan. Kan professioneel of voor publiek zijn. Voor
informatiesysteem is databank vereist. Bijvoorbeeld DUO.
- Juridische kennissystemen = computersystemen die zelf tot zekere hoogte
juridische beslissingen kunnen nemen. Bijv. CJIB.
Twee redenen waarom IT-juristen meer gevoel moeten hebben bij ontwikkelen en
onderhouden dergelijk systemen:
1) IT-jurist kan betrokken worden bij contractvorming voor elk denkbaar te
ontwikkelen IT-systeem,
2) IT-jurist moet kunnen omgaan met de inherente spanning die bestaat tussen
juridische regels en computerprogramma’s.
Mediawijsheid
Kennis, vaardigheden en mentaliteit die nodig zijn om bewust, kritisch en actief om
te gaan met media. Ook aandacht voor bescherming van de veiligheid en privacy van
zichzelf en van anderen. (bijv. Sexting bij jongen en ernstige gevolgen)
1
, Computional thinking
Betreft de vaardigheid om problemen met de hulp van computers op te lossen.
Computer werkt procesmatig, kenmerkend hiervoor is algoritme. Vanuit een
algoritme voor het verwerken van data kan aan een computer een taak worden
opgedragen. De schakel tussen algoritme en computer is de code. De programmeur
schrijft een broncode (source code) en die wordt omgezet in een machinecode
(binaire code). Uiteindelijk ontmoeten juristen en programmeurs elkaar op dit niveau
van computational thinking.
1.3. Kenmerken in het IT-recht
Interne rechtsvergelijking (functioneel rechtsgebied)
IT recht omvat allerlei vragen over verschillende rechtsgebieden (privaat, straf, AVG)
Multidisciplinair
Juridische vragen worden opgeroepen door technologische ontwikkelingen.
Technologie roepen niet alleen vragen op maar bieden ook oplossingen van
juridische problemen.
Grondrechtelijk
Zowel verticale als horizontale werking van grondrechten spelen grote rol bij IT-recht.
Afweging maken van de door grondrechten verankerde belangen (Lycos/Pessers).
Transnationale analyse
IT kan plaatselijk, maar ook Europees en nationaal en mondiaal werking hebben.
1.4. Governance en IT-recht
Internet governance = de ontwikkeling en toepassing door overheden, de private sector en
het maatschappelijke middenveld van gedeelde principes, normen,
besluitvormingsprocedures en programma’s die de ontwikkeling en het gebruik van het
Internet vormgeven.
Er zijn dus meer partijen dan alleen de overheid betrokken bij governance en deze kunnen
private en publieke belanghebbende partijen zijn. Ten tweede kunnen meer instrumenten
dan alleen juridische regels de ontwikkeling en het gebruik van het internet vormgeven.
De discussie over governance bestaat uit de volgende aspecten:
- Ideologische lading van de vraag wie voor internet governance moet zorgen
- De instrumenten waarmee governance feitelijk plaatsvindt
de rol van techniek
de rol van het contract
Een onderliggende laag bij discussie is dat over de wenselijke vorm van het internet een
ideologisch verschil van opvatting kan bestaan, aan de ene kant volledig liberalistisch
(anonimiteit en vertrouwelijkheid, volledige openheid) en aan de andere kant volledig
overheidsgeleide governance (internet volledig onder controle, communisme).
In de westerse wereld zal altijd een balans tussen private en publieke belangen gevonden
worden.
2
,Lessig theorie gebruikt voor regulering van gedrag binnen een samenleving de volgende
instrumenten ontwikkeld/ bronnen van internet governance:
Juridische regels
Sociale regels
Marktwerking
Techniek
Vooral online is de technische vormgeving bepalend voor de ruimte waarbinnen personen
zich kunnen gedragen (de speelruimte wordt door techniek bepaalt). Het feit dat de techniek
bepalend kan zijn wordt wel aangeduid met de beroemde uitdrukking code is law.
Voortdurend samenspel plaats tussen IT (techniek), contract en wet:
- Wat voor de staat een constitutie is, voor private internetgiganten zoals Facebook
het contract met gebruikers.
- Het contract heeft een wat meer dagelijkse betekenis. Binnen de ruimte die de
techniek en wet daarvoor bieden zijn partijen vrij om hun rechtsverhouding de
door hen gewenste vorm te geven.
Week 2
Hoofdstuk 10 Strafrecht & IT
10.1 Inleiding
Computercriminaliteit in enge zin = strafbare gedragingen die NIET zonder tussenkomst of
gebruik van informatietechnologie kunnen worden gepleegd (hacking, virussen verspreiden).
Computercriminaliteit in ruime zin = naast in enge zin, ook de traditionele criminaliteit die
met behulp van of via IT wordt begaan, gedigitaliseerde criminaliteit (cyberstalking).
10.2 Materieel strafrecht
Fundamenteel is het legaliteitsbeginsel (art. 1 lid 1 Sr + art. 16 Gw). Strafbare feiten zijn te
onderscheiden in misdrijven en overtredingen. Alle in dit boek besproken computerdelicten
zijn misdrijven. Voor een misdrijf is opzet (bewust aanmerkelijke kans aanvaard) of schuld
(verwijtbaar aanmerkelijk onvoorzichtig handelen) vereist. Vrijwel geen computermisdrijf
haalt de drempel van poging. Wel voorbereidingsgedragingen kunnen strafbaar gesteld
worden, zo is niet alleen aftappen en opnemen (139c) gegevens strafbaar maar ook plaatsen
technisch hulpmiddel (139d lid 1 Sr). Medeplichtigheid alleen bij misdrijf, 1/3 e lagere straf.
Computercriminaliteit in enge zin
Computergegevens zijn geen goed. Omschrijving gegevens = iedere weergave van feiten,
begrippen of instructies, op een overeengekomen wijze, geschikt voor overdracht,
interpretatie of verwerking door personen of geautomatiseerde werken (art. 80quinquies
Sr). Geautomatiseerde werken = een apparaat of groep van onderling verbonden of
samenhangende apparaten, waarvan er een of meer op basis van een programma
automatisch computergegevens verwerken.
Computervredebreuk is binnendringen in een geautomatiseerd werk (138ab lid 1 Sr). Ieder
opzettelijk en wederrechtelijk binnendringen is strafbaar. Het opzettelijk en zonder
toestemming gebruik maken van het niet afgeschermde draadloze netwerk van een ander
valt er dus ook onder.
3
, Na het binnendringen, overnemen, aftappen of opnemen van gegevens is nog
strafwaardiger (art. 138ab lid 2). Het enkele overnemen van gegevens zonder dat daartoe
eerst wederrechtelijk in de computer is binnengedrongen, valt echt niet onder artikel 138ab
lid 2 (wel onder 138c Sr). Lid 3 = binnendringen openbaar telecommunicatienetwerk
strafverzwarend, indien dader doel heeft zichzelf te bevoordelen of indien de dader
gebruikmaakt van de binnengedrongen computer om binnen te dringen in de computer van
een derde.
Onrechtmatige onderschepping van gegevens en schending van geheimen
Art. 139aen 139b Sr hebben betrekking op het onbevoegd, met een technisch hulpmiddel,
afluisteren en opnemen van gesprekken. Art. 139c is centrale bepaling. De bepaling heeft
niet alleen betrekking op telecommunicatie maar ook op de overdracht van gegevens binnen
en tussen computers. Er moet een technisch hulpmiddel zijn ingezet. (Niet een GPS onder
auto plakken want dat is stromende gegevens).
Art. 139c (net als 138ab Sr) is een bepaling waarbij het medium wordt beschermd en niet de
gegevens als zodanig. Voor de strafbaarheid is het irrelevant welke gegevens
gecommuniceerd worden. Lid 2 heeft paar uitzonderingen.
Art. 139e Sr voorhanden hebben en ter beschikking stellen van onrechtmatig opgenomen
gegevens is strafbaar.
Art. 273 Sr schending geheimhoudingsplicht. Voorwaarde voor strafbaarheid is wel dat de
gegevens ten tijde van de bekendmaking of het gebruik niet algemeen bekend waren en
daaruit enig nadeel kan ontstaan. Kijk ook even art. 273d Sr.
Onrechtmatige gegevensverstoring en kwaadaardige software
Art. 350a Sr (niet 350 want gegevens zijn geen goed). Strafbaar is dus zonder toestemming
wijzigen van een bestand van een ander of het onrechtmatig wijzigen van een profiel
(defacen). Het toevoegen van gegevens is eveneens strafbaar (malware, ransomware =
gijzelsoftware). Bedreiging met versleuteling valt onder afpersing (317 lid 1 jo. Lid 2).
Lid 2 staan strafverzwaringsgronden. Art. 350a lid 2 jo. 138b lid 2 Sr = gegevensaantasting
met botnet (een netwerk van geïnfecteerde computers), die op afstand worden bestuurd.
Op grond van art. 350a lid 2 jo. 138b lid 2 Sr kan de straf nog hoger uitpakken.
Art. 350a Sr richt zich specifiek op kwaadaardige software (malware). Niet is vereist dat de
gegevens daadwerkelijke schade hebben aangericht in een geautomatiseerd werk.
Verduistering en heling van computergegevens
Heling art. 139g Sr = opzet variant maar ook culpose variant. Lid 2 heeft bijzondere
strafuitsluitingsgrond: geen strafbaarstelling van gerechtvaardigde activiteiten van
journalisten en klokkenluiders, met het oog op free flow of information (art. 10 EVRM).
Computersabotage; onrechtmatige systeemverstoring
Een computer is een goed en net als alle andere goederen kan een computer met fysieke
middelen beschadigd of vernield worden, dit valt onder art. 350 lid 1 Sr. Het vernielen of
beschadigen van werken van openbaar nut is extra strafwaardig (351 Sr). Met de invoering
van de wet computercriminaliteit zijn daar geautomatiseerde werken en werken voor
telecommunicatie aan toegevoegd. Anders dan bij gewone zaaks beschadiging, is het
culpoos vernielen van deze werken ten algemenen nutte eveneens strafbaar (351bis Sr).
4