PUBLIC MANAGEMENT aantekeningen 2022:
Hoorcollege 1: Introductie
NG hs. 1
Onderzoeken van Marcel:
- Voorbeeld publiek/privaat samenwerking is de strijd tegen financieel
criminaliteit. De wet der voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering.
Partijen werken samen om te kijken hoe de financiële stromen lopen om
terrorisme te financieren, bijvoorbeeld banken/politie/FIOD/justitie.
>publieke privaat samenwerking.
- Vermarkting (liberalisering) van overheidsdiensten. Wat gebeurt er met de
culturen van die organisaties als die als bedrijf gaan functioneren.
> management van cultuurverandering (de oriëntaties van groepen mensen die
met elkaar samenwerken)
New Public Management is een sturingsmechanisme. Afstemmen via kopen van
prestaties. >Van ik ben baas en jij uitvoerder en ik zeg wat je moet doen
>Naar ik ben de baas, ik stel mij op als koper en ik koop van jou een bepaalde prestatie. Dus
mechanisme/sturing verandert.
Wens en realiteit.
In B&O zien we dat handelen lastig op elkaar af te stemmen is, bvb sociaal beleid
(medisch/inkomensondersteuning) werken samen om een gezinsprobleem op te pakken,
maar dit lukt vaak niet, want organisaties hebben een bepaalde aanpak en daar zijn ze niet
flexibel in.
Er wordt in het sociaal domein nu geïntegreerd = op elkaar aanpassen van de verschillende
aanpakken.
bvb een fusie (twee samengekomen onderdelen) als Air France (sturen) en KLM
(overleg en kopen). Die zijn samengekomen om beter te worden, dus integratie, maar die
hebben een haatliefde KLM wil meer dan air France toelaat. Het is goed voor hun kracht,
maar eigen belangen/ cultuurverschillen staan de samenwerking in de weg. Zo is dat
hetzelfde bij sociale domeinen.
Integratie > kracht, maar werkt vaak niet door
- Tegengestelde doelen en belangen
- Verschillende waarden
- Verschillende taal en cultuur
,Besturen is dus ingewikkeld! Hoe krijg je die verschillende aanpakken nou samen? NPM
(sturingsmechanisme) is daarvan een van de antwoorden.
Doelstelling van afstemmingsmechanisme is oriëntatie van de aanplakking en de actoren
hetzelfde doel te geven met dezelfde denkwijze etc., maar in de praktijk werkt dat niet.
Wat is de zin van B en O samen bij elkaar gevoegd?
- In bestuurskunde heb je een probleem en je onderzoekt hoe je dat oplost, je werkt primair
van boven naar beneden.
In organisatiewetenschap redeneer je andersom, van beneden naar boven. Je hebt
organisatie-eenheden met eigen identiteiten en die moet je op elkaar laten afstemmen.
> Dus bij dat probleem hierboven heb je beide. Integraal probleem oplossen en
aanpakken die niet elkaar aanpassen moet je oplossen…
Afstemming Uitdaging: bij het afstemmingsprobleem (het gaat niet samen) wil de ene
organisatie soms niet aanpassen aan de andere en andersom, dan wordt het moeilijk.
Sturingsvormen:
Sturen: Je krijgt een opdracht en die moet je uitvoeren.
Kopen: Ik wil een bepaalde prestatie van je hebben.
Overleggen: Wij gaan samen bekijken hoe we de boel gaan aanpakken.
Sturen: pad veger bij een winkel. Het pad moet schoon zijn, en dat moet met de bezem en
dan in de vuilnisbak. Doelstelling wordt door baas bepaald, en is niet boeiend voor de
medewerker, en de uitvoering ook. Opdracht gebaseerd op input.
Kopen: iemand die bij nespresso werkt een x aantal cupjes per dag moet verkopen en een
bepaalde klantervaring leveren. Het maakt niet uit hoe je het doet als je het doel maar
,haalt. Expertise is niet nodig, is wel handig maar niet nodig, het HOE ligt bij de uitvoerder.
Opdracht op output.
Overleggen: werken bij ouders in de koffiewinkel, samen de baas en samen overleggen hoe
we dingen willen (bijvoorbeeld samen menu opstellen, doel is innovatie). Leidt tot een
andere positie van de uitvoerder, die is mede baas. Opdracht op outcome.
Tabel: Hoe ingewikkelder de kennis is die je nodig hebt, hoe meer je van boven naar
beneden moet gaan redeneren (in de tabel, zie ook de beroepen). Dus van sturen naar
kopen naar overleggen.
Zijn er in verschillende landen verschillende voorkeuren voor sturingsvormen? Ja.
- Duitsland: overlegeconomie > werknemers aan je binden, zo heb je stabiliteit en
hoef je niet steeds nieuwe mensen op te leiden, hoger opleidingsniveau,
werknemer steeds meer expertise. Bvb de auto-industrie is goed en duur
(Mercedes).
- Amerika: koopeconomie > Auto-industrie is goedkoop en simpel.
Praktijk uitwerkingen NPM:
Schiphol is een bedrijf met eigenaar Dick en bevat aandeelhouders als de overheid en
gemeente houder Amsterdam/Rotterdam, en die aandeelhouders bepalen samen wat er
gebeurt.
Afgelopen 20 jaar van sturen naar kopen, NPM slaat op publieke sector organiseren zoals je
een bedrijf organiseert.
● Een neo-liberalisering van de samenleving heeft plaatsgevonden. Vooral rechtse
stroming, overheid mag niet te veel en te direct sturen. Het moet efficiënter en op
impact gericht zijn. Het was wel te liberaal op een gegeven moment (wouter bos).
● Dit noem je ook wel het poldermodel. NL staat is gebouwd op overlegstructuur, dit
begon al tijdens de Spaanse 80-jarige oorlog, je kon de oorlog niet winnen zonder te
overleggen. > NPM
● Dit denken was ontstaan vanuit het bureaucratiemodel, niet zo efficiënt mogelijk,
maar juist gericht op doe je taken en je procedures. Men verlangde daarna naar
efficiëntie dus NPM (voorbeeld met hoogleraar die 1 boek schreef in zn hele
carrière).
Hoge gasprijzen vroeger, dus ze wilde privatisering/liberalisering voor efficiëntie dat de
prijzen lager werden, zo zouden we allemaal voordeel van hebben. Er kwam een splitsing
, tussen de mensen die het netwerk bedienden (publieke organisaties) en die de stroom over
het netwerk laten lopen (commerciële partijen).
Netwerkbeheerder, publieke partijen, ken je vaak niet; liander of enexis.
Waar je de stroom koopt bepaal je zelf, commerciële partijen; vattenFall of Eneco.
= Splitsingswet
Hetzelfde speelt bij de Nederlandse spoorwegen. Je hebt een bestuurlijk deel die het spoor
en de spoorlijnen beheert; ProRail (overheid), en een commercieel deel die zorgt voor de
treinen over het spoor; NS. Dit is ook tot de splitsingswet.
Probleem: Gas is dus zo duur geworden omdat de commerciële bedrijven de duur moeten
inkopen (door Rusland) en er nog steeds ‘winst’ over moeten maken. Bedrijven kunnen hun
waarborgsom (10 Miljard) niet betalen, waardoor ze failliet kunnen gaan. Als ze niet
commercieel waren, maar een overheidsinstantie, dan kon die waarborgsom wel betaald
worden via bvb belastinggeld, maar er zouden geen bedrijven kapotgaan.
> Dus omdat we 20 jaar geleden dachten dat de neo-liberalisering het best was
zitten we nu in de shit.
Performatization= organiseren van diensten in termen van een prestatie en digitaliseren
ervan. Bvb Tesla of digitale toilet.
Hoorcollege 2: New public management als antwoord op sturingsproblemen?
Hood 1991 en NG 2
NPM is sturen via kopen (ligt in het midden), maar is de kennis die nodig is echt ‘gemiddeld
ingewikkeld’ (dat het in het midden ligt)?
● Heeft de baas de kennis om het doel en de uitvoering te bepalen?
o Baas heeft vaak een kennisachterstand omdat ie zelf niet in het veld zit. Je wil
veel (prestatie) voor weinig (geld).
● Gebruikt de uitvoerder alle capaciteit om het doel te leveren?
o Uitvoerder heeft niet altijd zin om te innoveren omdat het geen voordeel
heeft voor hem. Uitvoerder is niet altijd helemaal open over de manier
waarop die uitvoert, want belangen verhouding. Je wil weinig voor veel.
Ideaal midden?
Er is hier sprake van een tweezijdige informatie-asymmetrie: