Probleem 2
Leerdoel 1: Wat is de invloed van de gezinssamenstelling op het kind?
Leerdoel 2: Hoe is de gezinssamenstelling door de eeuwen heen verandert?
Brinkgreve, C. (2008). Modern ouderschap.
Opvoeding is erg veranderd. Het gezag van ouders en leraren is gedaald, en ze kunnen minder vaak een
beroep doen op hun autoriteit. Eigen keuze en zelfsturing worden steeds belangrijker. Regels en grenzen
zijn elastischer, sancties ontbreken of zijn inconsequent en de wil van het kind is een stuk belangrijker.
Ouderschap en opvoeding in vroegere tijden
Voor de industriële revolutie:
- Materiële omstandigheden gebrekkig, fysiek leven stuk zwaarder.
- Leven in boerenbedrijven of fabrieken.
- Mensen stierven jonger, meer kinderen, meer kindersterfte.
- Ouderlijke zorg gericht op overleven en het overdragen van de benodigde kennis en
vaardigheden voor het werk/huishouden.
- Zorg is materieel gericht: zorg voedsel, kleding, onderdak, verwarming. Weinig aandacht
psychologische ontwikkeling, wil kinderen.
- Ontwikkelingskansen beperkt, omstandigheden liggen vast, lot en traditie bepaalt leven.
- Religie grote rol, samenleving sterk hiërarchisch (klassen, gezag), mannen hadden gezag
over vrouwen en ouders over de kinderen.
- Mannen doen het zware werk, vrouwen het huis, erf en kinderen. Nog wel overlap/
Begin 20ste eeuw: mannen steeds meer de kost verdienen en vrouwen zorg voor de kinderen.
Veel armoede waardoor moeders ook gingen werken waardoor er weinig aandacht was voor
de kinderen. Ouders leerde gehoorzaamheid aan via regels en voorschriften, opvoeding werd
gericht op orde en discipline en kinderen schrikken zich naar het gezin.
Rond 1950:
- Postindustriële dienstsamenleving, sterk geürbaniseerd, beter onderwijs, betere zorg.
- Gezinspatroon: mensen trouwen, krijgen kinderen; vrouw blijft werken tot aan geboorte
kinderen, mannen kostwinnaar.
Maatschappelijke veranderingen en gezinsverhoudingen
- Meer secularisering, individualisering, emancipatie en informalisering: de invloed van
religie nam af, het huwelijk was niet meer heilig, seks voor het huwelijk niet meer taboe,
meer eigen leven vormgeven. De groep van geboorte bepaalt niet meer terechtkomen. Er
heerst een cultuur van zelfbepaling: eigen keuze en wil richtinggevend.
- Vrouwen werken meer buitenshuis: vaak parttime, rest zorg voor kinderen. Mannen niet
meer de enige kostwinnaar, kinderen steeds meer onderdeel vader.