Samenvatting Preventie & Straffen
Week 1
Belangrijkste benaderingen (+ synoniemen)
- Retributivisme
Vergeldingstheorie
Absolute theorie
Just Desert
(deontologische theorie): iets is in zichzelf moreel goed, en behoeft daarom geen andere
rechtvaardiging.
- Utilitarisme
Nutstheorie
Relatieve theorie
Instrumentalisme: straf is een instrument om iets te bereiken
Consequentialisme (Teleologische theorie)
- Verenigingstheorie = combi utilitarisme en retributivisme
Hybride theorie
Mixed theory
- Herstelrecht
Restorative justice
De Keijser, J.W. (2004). Doelen van straf: Morele theorieën als grondslag voor een legitieme
strafrechtspleging. In B. Van Stokkom (Ed.), Straf en herstel: Ethische reflecties over
sanctiedoeleinden (pp. 43-65). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
Gemeenschappelijke elementen in meest gangbare definities
Straf is…
- Leed, deprivatie; iets dat onaangenaam wordt gevonden door de ontvanger.
- Je krijgt straf voor een overtreding van een rechtsregel
- Straf wordt opzettelijk opgelegd en als straf bedoeld door de mensen die het opleggen
- Mensen die straf opleggen hebben formele recht om dat te doen
Voldoet straf hier niet aan, kan niet over straf als zodanig worden gesproken.
Hart (1968), Honderich (1989).
Stel, iemand breekt ergens in en bij vluchten breekt die been -> geen reden voor strafvermindering,
want het is niet opzettelijk opgelegd + geen bedoeld leed, het was een ongeluk.
2 definities:
- Kelk (1994): straf is een als zodanig bedoeld door de overheid toegebracht leed op grond van
een in het strafwetboek als delict omschreven normschending
- Honderich (1989): an authority’s infliction of a penalty, something involving deprivation or
distress, on an offender, someone found to have broken a rule, for an offence, an act of the
kind prohibited by the rule
Kern: bedoelde/intentionele leedtoevoeging
Straf is problematisch, want…
- Er is sprake van een bedoelde leedtoevoeging -> rechtvaardiging nodig.
- Waarom toevoegen van leed en niet een andere reactie?
Duff (2011): how is it that crime makes suffering appropriate?
Fundamentele rechtvaardiging nodig
,Tunick (1992): straffen is zo vanzelfsprekend dat er soms om een uitleg wordt gevraagd indien er
geen wordt opgelegd. Het opleggen van een straf wordt vaak gezien als passend en rechtvaardig.
Maar, wat is dat? Dit heeft namelijk gevolgen voor daders, slachtoffers en de straf.
Het opleggen van een straf vraagt om een morele rechtvaardiging, want het opleggen van een straf
draagt leed toe. Het feit dat een bepaalde praktijk bestaat, betekent niet dat het ook moreel
gerechtvaardigd is.
Morele theorieën, 2 lagen:
- Algemene rechtvaardiging
Waarom is de praktijk van het straffen goed en gerechtvaardigd?
- Concrete strafdoelen, wie komen in aanmerking voor straf + op welke wijze straffen?
Hank (1968), Jörg & Kelk (1994), Morris & Tonry (1990).
Belangrijke theorieën:
- Utilitaristische theorieën = consequentialistische/instrumentalistische theorie = relatieve
theorie
Toekomstgericht
Rechtvaardiging straf: veronderstelde nut van de straf voor de toekomst.
Baten moeten hoger zijn dan de kosten.
Focus: reductie van criminaliteit (= reductivisme)
- Retributivistische theorieën = absolute theorie, vergeldingstheorie
Retrospectief en non-consequentialistisch
Rechtvaardiging straf: in de morele balans die verstoord is geraakt door criminaliteit
Straf herstelt die balans -> moreel rechtvaardig
Straf heeft een inherente morele waarde als reactie op criminaliteit die geen
rechtvaardiging nodig heeft in termen van toekomstig nut.
- Verenigingstheorieën = combinatie van elementen uit de 2 bovenstaande theorieën.
Steeds meer aandacht komt te liggen bij de slachtoffers en het herstelrecht. Men neigt steeds vaker
naar conflictoplossing door geleden schade te herstellen. Hierbij spelen zowel de dader, het
slachtoffer als de samenleving een rol.
Uitleg:
- Retributivisme
Het straffen van daders is intrinsiek goed; straf is verdiend leed. Maar waarom is juist straf
een geschikte reactie op het gedrag? Belangrijk onderscheid:
Negatief retributivisme = straf mag; alleen zij die schuldig zijn mogen worden gestraft.
Straf mag niet hoger zijn dan evenredig is (Duff & Garland, 1994).
Straffen is niet noodzakelijk, het is toegestaan, maar slechts daar waar het
verenigbaar is.
o ‘Negatief’ -> straffend handelen heeft een limiterende werking
o ‘Retributief’ -> centrale rol voor proportionaliteit.
Kanttekening: onvolledig als theorie van straf, want geen algemene rechtvaardiging voor
straf.
Gebruikt i.c.m. utilitaristische algemene rechtvaardiging van straffen (Hart, 1968)
Positief retributivisme = straf moet; gerechtigheid ‘eist’ dat er straf wordt uitgedeeld
aan daders. Er is een morele noodzaak die stelt dat te doen (= categorisch imperatief
(Kant)). Een misdadiger verdient straf omdat hij iets ‘moreel verwerpelijks’ heeft gedaan.
Kritiek: categorisch imperatief -> geen algemene rechtvaardiging!
Wet van retributie = lex talionis -> steel je van iemand, dan steel je ook van jezelf.
Kanttekening: waarom eist gerechtigheid straf voor daders, maar geen andere reactie?
, Verschillende pogingen om die vraag te beantwoorden -> algemene rechtvaardiging:
o Het herstellen van de balans die is verstoord door de delictspleging. Opleggen
van een straf kan deze balans herstellen.
Retrospectief, van zichzelf moreel gerechtvaardigd (= deontologisch
argument). -> Hegel: misdrijf = ontkenning van het recht. Ontkenning wordt
opgeheven d.m.v. straf, waardoor wordt teruggekeerd naar een oude staat.
Hierdoor wordt het recht hersteld.
o Balans tussen baten en lasten in samenleving -> rechtssysteem:
Baten -> bescherming bieden tegen ongewenste en schadelijke
interferentie door anderen
Lasten -> niet altijd in staat zijn deze te onderdrukken, waardoor
iemands immuniteit kan worden geschonden en iemand een oneigenlijk
voordeel kan behalen.
Een straf kan dit onterecht verkregen voordeel tenietdoen/wegnemen.
Von Hirsch (1976): waarom als reactie een straf en geen andere reactie? Een
dader heeft iets moreel verwerpelijks gedaan, waardoor men blaam verdient.
Straf ontneemt zowel het verkregen voordeel + geeft uitdrukking aan de
verdiende blaam.
Polak (1947): objectiveringstheorie= enerzijds het ‘objectief geldige zedelijke’
en anderzijds het ‘subjectief geldige onzedelijke’. Een straf is nodig om dit
contrast te vereffenen. 2 noodzakelijke stappen:
1) Wegnemen van het oneigenlijk verkregen voordeel, waardoor de dader
terug wordt gezet op z’n subjectieve plek die hij bezat voorafgaand aan
het misdrijf (= status quo ante)
2) Bestraffen van subjectieve immoraliteit -> bevestiging objectief geldige
moraliteit. Dader wordt op objectieve plaats gezet.
Problemen:
Lastig meten van verkregen voordeel bij verschillende delicten.
Zijn baten en lasten eerlijk verdeeld in samenleving?
Bestaat er wel een ‘objectief geldige moraliteit’?
Hard treatment van de dader heeft een aanvullende rechtvaardiging
nodig
Von Hirsch: meer nadruk op morele waarde van afkeuring. Straf moet de juiste
mate van afkeuring uitdrukken die daders verdienen. Echter, de
vrijheidsontneming heeft een aanvullende rechtvaardiging nodig. Deze hard
treatment is van invloed op het verstandelijk vermogen van de dader die hem
laat afzien van toekomstige misdaad. Ontstaan van verenigingstheorie.
Aanvulling vergeldingsargument algemene rechtvaardiging van straf met een
utilitaristische argument.
Jaren ‘70/’80: ontstaan moral education theory of punishment (Duff, 2001).
Inhoud: nadruk op communicatieve rol (= symbolische uitdrukking van morele
afkeuring), maar ook aandacht voor het hard treatment-aspect. Niet enkel de
aandacht van de dader vestigen op het kwalijke gedrag, maar ook een
berouwvolle houding losmaken bij de dader.
Zowel retrospectief (gericht op kwalijke gedrag) als toekomstgericht (gericht
op morele hervorming)
o Intuitionisme = we hebben allemaal van nature het gevoel dat iemand die de
regels overtreedt, straf verdient.
, Kritiekpunten:
o Wraak? -> hoe onderscheidt het zich daarvan?
o Waar komt dat gevoel dan vandaan
Hedendaags retributivisme:
Straf is een verdiend leed (Just Desert)
Met straf wordt een afkeurende boodschap uitgedragen aan rationele wezens die in
staat zijn tot moreel begrip
Die afkeuring heeft vorm van leedtoevoeging zodat de boodschap ook aankomt…
Von Hirsch: … en zodat er voor iedereen in de samenleving een goede reden is van
misdaad af te zien.
Straf moet proportioneel zijn aan ernst misdrijf en de verwijtbaarheid van de dader
Zo niet, dan druk je teveel of te weinig afkeuring uit
Ordinale proportionaliteit
3 kenmerken van een proportionele straf:
- Soortgelijke misdrijven (que ernst) moeten soortgelijke straffen krijgen (qua zwaarte)
Gelijkwaardigheid
- Als misdrijf A ernstiger dan misdrijf B, dan straf voor A altijd hoger (zwaarder)
Rangorde
- Als A veel ernstiger is dan B, en als B iets ernstiger is dan C, dan dienen die verschillen in de
straffen voor A, B en C terug te zien zijn.
Verhoudingen; Relatieve afstanden
Cardinale proportionaliteit
- Zelfde kenmerken als ordinale proportionaliteit
MAAR… hoeveel straf verdien je dan?
- Numerieke verankering schaaluiteinden
- Exact vaststellen van punten op schaal
- Hoeveel straf verdient misdrijf X en hoeveel meer dan Y?
Problemen?
Vergelding is ongelijk aan hard straffen/punitiviteit.
Vergeldende straf heeft niet veel te maken met hard straffen, maar meer met proportioneel
straffen.
Von Hirsch: klap die je geeft kan zo hard zijn, dat de morele boodschap voorbij wordt gegaan.
Vergelding = punitiviteit? NEE
Retributivisme/vergelding vaak geassocieerd met hard straffen.
Is dat juist?
Essentie van vergelding is niet oog om oog (lex Talionis), noch hard straffen, maar het
proportioneel uitdrukken van afkeuring
Zeer zware straf (hoge verankering van de schaal) overschaduwt de morele boodschap
die met straf wordt uitgedragen (drowning out).
- Utilitarisme = moeten bewijzen van het nut van een straf voor de toekomst, oftewel het
algemeen welzijn bevorderen. Het nut van de straf rechtvaardigt het leed voor de daders.
Baten moeten hoger zijn dan de kosten die het met zich meebrengt.
Doel: verminderen van toekomstige criminaliteit. Verschillende instrumenten:
Individuele + algemene afschrikking -> idee: men is een rationeel wezen.
o Individuele/specifieke afschrikking = door leedtoevoeging van straf ziet iemand
af van toekomstige criminaliteit.