Specifieke testen
Specifieke testen CWK
Algemene kenmerken CWK
MLPP: het midden tussen flexie en extensie
MCPP: volledige extensie
Capsulair patroon: lateroflexie = rotatie, extensie
Bewegingsuitslagen:
- flexie: tot 80-90°
- extensie: tot 70°
- lateroflexie: 20-45°
- rotatie: 70-90°
Anatomische kenmerken:
7 cervicale wervels, 8 cervicale zenuwwortels (doordat zenuwwortel C1 tussen occiput en wervel C1
uitkomt). In CWK wordt elke zenuwwortel genoemd naar de onderliggende wervel. (In de rest van
WK naar de wervel erboven.)
RADICULOPATIE
Als fysio mag je geen diagnose stellen van radiculaire pathologie, daarom gebruik je deze
tests vooral om uit te sluiten.
Foraminal Compression Test (spurlings
test)
Magee, p. 185
Voor patiënten die in het verleden
radiculaire symptomen hebben gehad, die
tijdens het onderzoek verminderd of
afwezig zijn. De test beoogt de symptomen
te provoceren.
Uitvoering:
P beweegt actief hoofd in lateroflexie, eerst
naar de onaangedane zijde. T drukt
voorzichtig loodrecht naar beneden op P’s
hoofd. Idem andere kant.
Uitvoering via opbouw:
Houdt de volgorde aan. Als P symptomen
aangeeft, dan de volgende stadia niet meer
uitvoeren.
1. Compressie met P’s hoofd in neutrale
stand.
2. Compressie met P’s hoofd in extensie.
, 3. Compressie met P’s hoofd in extensie
en rotatie naar de onaangedane zijde.
Gevolgd door: compressie met P’s
hoofd in extensie en rotatie naar de
aangedane zijde.
Positief:
Uitstralende (liefst stekende, schietende)
pijn naar de arm naar de zijde waarheen het
hoofd gebogen is.
Indicatie:
Druk op een zenuwwortel. (Cervical
radiculitis: pijn in het dermatoom van de
cervicale zenuwwortel).
N.B. Nekpijn zonder uitstraling naar de
schouder of arm betekent een negatieve
test.
N.B. Pijn gevoeld in tegenovergestelde zijde
van het gebogen hoofd: mogelijk
spierspasmen.
Distraction Test
Magee, p. 184
Voor patiënten die in het verleden
radiculaire symptomen hebben gehad en
die hier tijdens het onderzoek tekenen van
laten zien. De test beoogt de symptomen te
verlichten.
Uitvoering:
T plaats één hand onder de kin van P en de
andere rond het occiput. Vervolgens
beweegt T langzaam P’s hoofd omhoog (=
tractie CWK). In lig is de P meer ontspannen
en makkelijker uit te voeren.
Toevoeging:
Bruikbaar bij schouderpijn: in deze
‘tractiestand’ maakt P actief abductie.
Positief:
Pijn is verminderd of verdwenen met
hoofd in opgetilde toestand (duidt aan:
druk op zenuwwortels is verlicht).
, Schouderpijn is verminderd of
verdwenen, m.n. als C4 of C5 betrokken
is.
Indicatie:
Mogelijk zenuwworteldruk in de CWK.
N.B. Als de pijn juist toeneemt: mogelijk
spierspanning, aangedane ligamenten of
spieren, dura-irritatie, hernia.
Upper Limb Tension Test,
Magee, p. 187 en
Deze 4 tests brengen rek op de neurologische structuren van de bovenste extremiteit. De
standsveranderingen van de gewrichten brengen meer rek op specifieke zenuwen.
Vergelijkbaar met SLRT voor hernia. Het is een provocatietest. De belangrijkste en meest
betrouwbare test.
Uitvoering:
Iedere test eerst aan de goede zijde doen. Verder eerst schouder, onderarm, pols, vingers
en als laatste de elleboog in positie zetten. Continue druk naar depressie op de schouder
houden.
Als er weinig symptomen optreden: hoofd en CWK als laatste in contralaterale lateroflexie
brengen.
Positief:
Reproductie van P’s symptomen: dit kunnen stekende pijn, schietende pijn en tintelingen
zijn.
,1. N. Axillaris, C5, C6
m. deltoideus
m. teres minor
2. t/m 6 N. Radialis, C6-Th1
loopt overwegend dorsaal
loopt door radialiustunnel aan voorzijde
ellebooggewricht
innerveert dorsale armspieren
Uitval: dropping hand, dropping fingers
N. Ulnaris, C8-Th1
* Van mediale zijde bovenarm via
mediale zijde elleboog naar pink
(palmaire zijde). Bij elleboog
‘telefoonbotje’.
* Innerveert: mediale, palmaire
armspieren, spieren palmaire zijde
hand (m.u.v. lateraal deel
duimmuis)
* Letsel: klauwhand
, N. medianus, C6-Th1
* Door carpale tunnel richting duimmuis.
* Innerveert: spieren palmaire zijde onderarm (m.u.v. deel
n. ulnaris), palmaire zijde van de hand in het gebied van de
duim (m.u.v. deel n. ulnaris).
* Letsel: predikerhand bij maken vuist,
carpaaltunnelsyndroom, duimmuis-atrofie.