Aantekeningen in de les
College 1 (week 1, les 1): Inleiding in het strafprocesrecht:
kenmerken en beginselen
● Muilkorf (HR 12 april 1897, W 1897, 6954)
materiële strafrecht:
formeel strafrecht: strafprocesrecht, alle regels die iets vertellen over hoe dit gebeurd bijv.
mag een agent zomaar je woning doorzoeken, welke bevoegdheden zijn er dan om dit te
spreken
bijzondere strafrecht: jeugdstraffen
penitentiair strafrecht: alles wat te maken heeft met de straffen, mag je bijv naar buiten, hoe
werkt het met de reclassering
internationaal strafrecht: gaat over de internationale misdrijven
Formeel strafrecht
1. voorbereidend onderzoek
2. ter terechtzitting
3. executie
het legaliteitsbeginsel
- Wat is strafvordering: art. 1 Sv → Strafvordering heeft alleen plaats op de
wijze bij de wet voorzien(onderstrepen)
- Wat wordt er bedoeld met bij de wet?
er zijn wel een paar dingen waar de overheid wel bij mag ingrijpen
alleen dan kun je de grondrechten beperken, maar dat kan alleen als we er
allemaal mee eens zijn
→ we hebben gezegd ‘de grondrechten moeten worden beperkt’,
maar alleen als we er allemaal mee eens zijn
→ met z’n alle zit in de democratische → wij als groep mensen kiezen
allemaal wie ons wil vertegenwoordigen in de tweede kamer, door te
stemmen, zij vertellen wat wij willen en dat doen ze door degene die het beste
onze mening vertalen krijgen de meeste stemmen
→ die mensen maken dan vervolgens de wet → de wet in formele zin
hier wordt ‘bij de wet’ mee dus mee bedoeld →
strafvordering mag alleen staan in de wet in formele zin, dus
alle wetten die met deze regel te maken heeft is eigenlijk
door ons gemaakt
moet een wet altijd een wet in formele zin zijn, dus gemaakt door de
regering en de staten generaal samen? → bijv. de gemeente is niet
‘de tweede kamer’ dus als de gemeente een wet heeft gemaakt dan
, geldt die regel helemaal niet, want hij heeft geen bevoegdheid om
een wet te maken
- doel van het legaliteitsbeginsel:
→ de overheid mag niet zomaar ingrijpen
→ beschermen van de grondrechten,
volksvertegenwoordiging maakt de wet en de overheid voert ze uit
de gemeente mag strafrecht maken(apv), maar geen strafprocesrecht
HR (arrest) Muilkorf (HR 12 april 1897, W 1897, 6954)
→ gaat over een man die zijn hond ging uitlaten, maar zijn hond was
groter dan dat eigenlijk was toegestaan(65 centimeter)
- als een agent twijfel heeft over de grootte van de hond, dan mag
hij je vragen om je hond mee te nemen en je hond op laten
meten → maar dat is een stukje wat bij strafprocesrecht hoort,
dat mag de gemeente niet maken want die mag geen wet in
formele zin maken
- de hoge raad oordeelde dat deze tweede regel niet geldig was, dus de
man wordt op grond van deze zin niet vervolgd
- dus de gemeente moet voor zijn wetten eerst goed in wetboek van
strafvordering kijken, waar hij zich aan kan houden
Arresten
- dikgedrukt/ essentie → wordt in uitgelegd in normale taal waar het
overgaat
- AG conclusie→ advies voorafgaande aan de hoge raad, ik vind …. en zo
vind ik dat je het moet beoordelen…. → is van te voren
- HR → Hoge Raad → meestal ben je wel wat blz verder voordat je hier
bent → alleen dit stukje is de uitspraak van de hoge raad → is meestal
het moeilijkste geschreven
- RO → redenen voor deze uitspraken→ kan anders zijn dan wat de hoge
raad heeft besloten, alleen dan in begrijpelijke taal
Wettelijke basis
strafvordering/ inbreuken op grondrechten?
- dan art. 1 Sv dus specifieke wettelijke basis
geen of slechts beperkte inbreuk?
- dan is art. 3PW (politiewet) voldoende
,Overige beginselen
- opportuniteitsbeginsel
→ Ovj heeft een vervolgingsmonopolie, hij is de enige die mag bepalen
of iemand vervolgd wordt of niet, hij is de enige die een bevoegdheid
heeft maar wel om een keus te maken, dus om te zeggen dat hij het
wel of niet doet
- onschuldpresumptie
→ nog niet zeker weten om iemand te vervolgen totdat de rechter er
een uitspraak over gedaan heeft, een persoon wordt dan tot onschuld
gehouden tot de rechter het tegendeel bewezen heeft
- beginselen van behoorlijke strafrechtspleging
→ er zijn bijv heel veel manieren om iemand aan te kunnen houden
→ in het strafboek staat dat je iemand mag aanhouden, maar het is wel
handig als het op een fatsoenlijke manier gebeurd
→ bijv. het gelijkheidsbeginsel, redelijke en billijke beginsel, het verbod
om machtsmisbruik
, College 2 (week 1, les 2): Rechterlijk beslissingsmodel
art 348 tot 352 Sv:
wat doen we op de zitting?
- vragen beantwoorden
- dit zijn altijd 8 dezelfde vragen die altijd op dezelfde manier worden gesteld en in
dezelfde volgorde
- de rechter vraagt ze
- je kan alleen naar de volgende vraag als de vorige afgerond is
- als er bij een van die vragen ‘nee’ uitkomt, dan is dat het definitieve antwoord en dan
stopt de zaak en dan gaat de verdachte naar huis
- als er ergens bij deze vragen iets mis gaat dan wordt de verdachte naar huis
gestuurd en dan mag de Ovj opnieuw beginnen, formele vragen
- maar als het gaat over de inhoud van de zaak dan mag de Ovj niet opnieuw
beginnen, materiële vragen
De voorvragen
art. 261 Sv
1. Is de dagvaarding geldig?
- heeft de Ovj de dagvaarding wel goed ingevoerd,
- als het antwoord nee is dan gaat de verdachte naar huis
- de datum moet perse in de tenlastelegging staan, want deze staat in de dagvaarding
art. 261 Sv
2. Is de rechter bevoegd?
- relatieve competentie (art. 2-7 Sv):
→ de plaats, waar is het feit begaan, waar is het gestolen of waar is de
overtreding gedaan, in welke plaats (meestal waar het plaats gevonden
heeft, maar soms ook in de plaats van de verdachte) als de keuze die Ovj
maakt staat in art. 2 Sv, dan mag dan ook
- absolute competentie:
→ welke rechter is bevoegd voor deze zaak?
kantonrechter: bij overtredingen → als het in boek 3 staat dan is het een
overtreding
politierechter: lichtere misdrijven→ als het in boek 2 staat dan is het een
misdrijf
- mag niet meer dan 1 jaar gevangenisstraf voor eisen art. 368 en 369 Sv
meervoudige kamer: ingewikkelde misdrijven art. 268 lid 1 Sv
3. Is het OM ontvankelijk in zijn vervolging?
- mag het OM vervolgen?
- het OM mag niet twee keer vervolgen
- mag niet bij:
→ verjaring, als iemand overleden is, verder kijk in je boek 8.4/ 8.5
- heeft de Ovj al het bewijsmateriaal bij elkaar gevonden?
- niet ontvankelijkheid van OM
4. Moet de vervolging geschorst worden?