Hfd 1. Persoonlijkheid in het leven van alledag, in de wetenschap en in de
praktijk
Wie het heeft over iemands persoonlijkheid, praat over de individuele kenmerken van iemands uiterlijk,
gedragingen en belevenissen en maakt daarbij een vergelijking met andere mensen van dezelfde leeftijd en uit
dezelfde cultuur.
Bij ontmoetingen met vreemden ontstaat er al snel een eerste indruk van hun persoonlijkheid, hun individuele
bijzonderheden in uiterlijk en gedrag.
Bij nadere kennismaking nuanceren wij deze eerste indruk: we proberen om „achter‟ de zelfpresentatie te kijken,
door uit iemand gedrag persoonlijkheidstrekken en tendensen in de beleving af te leiden. Er ontstaat daarmee
een beeld van de persoonlijkheid dat iemands individualiteit in uiterlijk, gedrag en beleving beschrijft.
Definitie:
De persoonlijkheid van een mens wordt gezien als het geheel van diens persoonlijkheidstrekken (-
kenmerken, -eigenschappen): de individuele bijzonderheden in lichamelijke kenmerken en de
individuele regelmatigheden in gedrag en beleving.
De persoonlijkheid van anderen goed kennen is belangrijk voor de alledaagse oriëntatie en voor de
beroepspraktijk. Persoonlijkheidspsychologie houdt zich bezig met verschillen in de persoonlijkheid.
1.1 Persoonlijkheid als alledaags begrip
Definitie:
De alledaagse psychologie is een systeem van overgeleverde opvattingen over menselijke beleving
en gedrag en hun oorzaken.
Laucken (1974) heeft een uitgebreide poging gedaan om de alledaagse psychologie te analyseren. Hij noteerde
en catalogiseerde anderhalf jaar lang alle verklaringen in het kader van alledaagse psychologie, waar hij tijdens
gesprekken en in boeken en films op stuitte.
Alledaagse psychologie is in wezen een dispositietheorie: er wordt aangenomen dat gedrag hoofdzakelijk wordt
bepaald door lang aanhoudende disposities (kenmerken, persoonlijkheidstrekken). Dat wil zeggen, de blijvende
persoonlijkheidstrekken die verantwoordelijk zijn voor iemands gedrag, zoals aanwezige kennis, competenties,
temperament, motieven en interesses.
Definitie:
Een dispositie is een persoonlijkheidskenmerk dat op de middellange termijn stabiel is en dus op zijn
minst enkele weken of maanden blijft voortduren. Een dispositie stelt iemand in staat in bepaalde
situaties een bepaald soort gedrag te vertonen.
Disposities zijn regelmatigheden in gedrag, niet het gedrag zelf! Ze zijn van langere duur en niet direct
waarneembaar. Gedrag verandert voortdurend en is direct waarneembaar.
Alledaagse psychologie wordt aangeleerd als een moedertaal en wordt intuïtief en schematisch toegepast.
Persoonlijkheidstrekken zijn volgens de alledaagse psychologie disposities en gemakkelijk waarneembare
lichamelijke kenmerken.
Disposities kunnen horizontaal met elkaar verbonden zijn doordat ze gelijktijdig voorkomen (bijv. „mooi‟ en
„intelligent‟ of „intolerant‟ en „politiek rechts‟). Veel schijnbare verbanden berusten alleen op vooroordelen.
Disposities kunnen verticaal verbonden zijn door een hiërarchische samenhang. Zo is „examenvrees hebben‟ een
subvorm van „bang of angstig zijn‟.
De alledaagse psychologie ziet lichamelijke persoonlijkheidstrekken als erfelijk en door disposities tot stand
gekomen en gedragsdisposities als erfelijk en aangeleerd. Verder beschouwt de alledaagse psychologie
disposities als persoonlijkheidstrekken die zijn aangeleerd door directe confrontatie met de omgeving of
instructies.
Wij gebruiken de alledaagse persoonlijkheidspsychologie onbewust en kunnen ons daardoor goed instellen op
individuele bijzonderheden van onze medemensen. Zij maakt dat wij flexibel kunnen reageren op anderen en
geeft ons zekerheid.
,1.2 Psychologisch concept van persoonlijkheid
De alledaagse persoonlijkheidspsychologie is een zeer gedifferentieerd en praktijkgericht systeem van uitspraken
over de menselijke persoonlijkheid. Of alledaagse psychologie wetenschappelijk te gebruiken is, hangt af van de
criteria waaraan een wetenschap moet voldoen.
Criteria voor een wetenschap:
Expliciteit houdt het duidelijk definiëren van begrippen in. De begrippen van de alledaagse psychologie
zijn echter onnauwkeurig en worden verschillend toegepast.
Consistentie houdt in dat uitspraken niet tegenstrijdig zijn. Uitspraken van de alledaagse psychologie
zijn vaak tegenstrijdig en zijn vaak alleen schijnverklaringen.
Volledigheid betekent dat al het bekende kan worden verklaard. Alledaagse psychologie is bij
benadering volledig, maar is niet consistent.
Soberheid betekent dat er zo min mogelijk basisbegrippen worden gebruikt. De alledaagse psychologie
omvat een veelheid aan basisbegrippen en synonieme begrippen voor kenmerken.
Productiviteit betekent het genereren van nieuwe, wetenschappelijk goed te onderzoeken
vraagstellingen. De alledaagse psychologie zorgt door steeds nieuwe, onafhankelijke vraagstellingen
voor versnippering.
Toepasbaarheid alledaagse psychologie is goed toepasbaar.
De alledaagse persoonlijkheidspsychologie is vanuit wetenschappelijk oogpunt weliswaar volledig en toepasbaar,
maar is niet voldoende expliciet, consistent, sober en productief. Daarmee is zij niet geschikt als wetenschap.
De huidige psychologie is bovendien een empirische wetenschap (op ervaringen berustende wetenschap) die
berust op waarnemingsgegevens en op proefondervindelijk onderbouwde of weerlegde uitspraken.
Bijkomende criteria voor een empirische wetenschap (zoals de psychologie):
1. Empirische verankering;
Door middel van constructen, theoretische constructies „achter‟ waarneembaar gedrag, wordt het gedrag
verklaard. Constructen worden geoperationaliseerd (meetbaar gemaakt) door empirische indicatoren en raken zo
empirisch verankerd: van de dispositie „agressiviteit‟ (construct) kan bijvoorbeeld de omvang gemeten worden op
grond van concrete gedragingen zoals „slaan‟ (indicator).
Operationele definitie + betekenisoverschot = empirische verankering.
Het begrip persoonlijkheidstrek is binnen de alledaagse psychologie onvoldoende empirisch verankerd, want de
alledaagse psychologie stelt onnauwkeurige eisen aan de waarnemingsomstandigheden.
Er is een risico dat uit eenmalig gedrag te snel een persoonlijkheidstrek wordt afgeleid (cirkelredenering).
2. Empirische verifieerbaarheid;
Van empirische wetenschappen wordt verwacht dat ze empirisch te verifiëren zijn. Om precies te zijn wordt
verwacht dat gedane uitspraken empirisch te onderbouwen of weerleggen zijn. Om ze te kunnen toetsen moet er
sprake zijn van duidelijk geformuleerde uitspraken. De alledaagse psychologie onttrekt zich aan empirische
verifieerbaarheid door passende modificatie van de verklaringen.
De alledaagse persoonlijkheidspsychologie is een praktisch instrument voor het verklaren en voorspellen van
alledaags gedrag, maar is onbruikbaar als psychologische theorie.
Definitie:
Persoonlijkheidspsychologie is de empirische wetenschap van de individuele bijzonderheden van de
mens in diens uiterlijk, gedrag en beleving.
De eisen aan empirische wetenschappen zijn een duidelijke scheidslijn tussen persoonlijkheidspsychologie en
alledaagse psychologie.
Individuele bijzonderheden moeten conform de persoonlijkheidspsychologie langdurig stabiel zijn
(lichamelijke kenmerken en disposities).
Individuele bijzonderheden (houden in dat de waargenomen trek altijd van mens tot mens verschilt en
dan niet gewoon bij willekeurige mensen, maar tussen mensen van vergelijkbare leeftijd en uit een
gelijke cultuur) worden conform de persoonlijkheidspsychologie door vergelijking met een
, referentiepopulatie gedefinieerd. Er wordt niet gekeken naar pathologische kenmerken, want die vallen
onder de klinische psychologie.
Individuele bijzonderheden moeten conform de persoonlijkheidspsychologie normale varianten van de
persoonlijkheid zijn. Pathologische trekken zijn binnen de psychologie echter het terrein van de klinische
psychologie, naast de persoonlijkheidspsychologie een van de andere zelfstandige disciplines binnen de
psychologie. Een van de taken van de klinische psychologie is te bepalen waar de normaliteit eindigt en
de pathologie begint.
De persoonlijkheidspsychologie richt zich op normale varianten van zijn persoonlijkheid binnen
referentiepopulaties van dezelfde leeftijd en cultuur.
Persoonlijkheidspsychologie + ontwikkelingspsychologie = persoonlijkheidsontwikkeling.
Ook bij vraagstukken in de ontwikkelingspsychologie of cultuurvergelijkende psychologie moet de persoonlijkheid
betrekking hebben op een referentiepopulatie van vergelijkbare leeftijd en culturele achtergrond.
Definitie:
Persoonlijkheid is de niet-pathologische individualiteit van een mens in diens uiterlijk, gedrag en
beleving in vergelijking met een referentiepopulatie, bestaande uit mensen van dezelfde leeftijd en uit
dezelfde cultuur.
1.3 Toepassingen van persoonlijkheidspsychologie
De kennis van de persoonlijkheidspsychologie neemt steeds toe en kan op vele manieren praktisch worden
benut. Toepassingsgebieden zijn bijvoorbeeld de economie, personeel en organisatie, reclame en marketing,
opvoeding en onderwijs, psychotherapie, gezondheidszorg, advisering en voorlichting, verkeerswezen,
rechterlijke macht en criminalistiek.
Binnen het personeelsbeleid wordt bij de selectie van personeel gekozen op grond van iemands competenties en
deels andere persoonlijkheidstrekken.
Bij selectie van het personeel en de personeelsontwikkeling wordt de persoonlijkheid van sollicitanten vergeleken
met een functieprofiel.
Marketing kan zich richten op doelgroepen met een gedefinieerde persoonlijkheid.
Preventie kan zich richten op doelgroepen met een gedefinieerde persoonlijkheid.
Advisering en voorlichting moet geïndividualiseerd worden, afgestemd op iemands persoonlijkheid.
Opvoeding, onderwijs en mentoring moeten geïndividualiseerd plaatsvinden, rekening houdend met iemands
persoonlijkheid.
Psychotherapie moet geïndividualiseerd plaatsvinden, rekening houdend met iemand persoonlijkheid. Cliënt en
therapeut moeten bij elkaar passen.
Voor expertiserapporten bij rechtszaken en bij profiling binnen de criminalistiek wordt gebruikt gemaakt van
kennis uit de persoonlijkheidspsychologie.
In de wetenschap en beroepspraktijk loopt men het risico van beroepsdeformatie. Men maakt zich een bepaalde
visie eigen en houdt hier in alle omstandigheden aan vast. Men schat anderen bijvoorbeeld alleen in aan de hand
van trekken die op dat moment modern zijn of die men zelf belangrijk vindt.
Gezonde scepsis ten opzichte van de wetenschap is op zijn plaats. De beste basis is het inzicht dat
wetenschappelijke resultaten afhangen van de methoden waarmee die resultaten zijn behaald. Door gezonde
scepsis ten opzichte van psychologische kennis kan een beroepsdeformatie worden vermeden.
De alledaags psychologie domineert ook in de wetenschap en de beroepspraktijk. Zelf experts zijn daar niet
immuun voor. Het is dan ook belangrijk om zich daar altijd van bewust te zijn.
Hfd 2. Korte geschiedenis van de persoonlijkheidspsychologie
Net als empirische wetenschappen kan ook de persoonlijkheidspsychologie van nu worden onderverdeeld in
meerdere paradigmata: een bundeling van theoretische grondbeginselen, vraagstellingen en methoden die
e
antwoorden genereren. Deze paradigmata kunnen historisch worden herleid tot de 19 eeuw.
Definitie:
Een wetenschapsparadigma is een enigszins samenhangende, door veel wetenschappers gedeelde
bundeling van theoretische grondbeginselen, vraagstellingen en methoden, die gedurende de
ontwikkeling van een wetenschap langere tijd gehandhaaft blijft.