Samenvatting LF 6
Oncologie
Kanker is de ongecontroleerde groei van abnormale cellen. Deze abnormale cellen infiltreren de normale weefsels
van het lichaam, verspreiden zich en zaaien soms uit in het hele lichaam.
Metastase uitzaaiing
Benigne goedaardig -> infiltreren geen andere weefsels en zaait ook niet uit. De tumoren zijn glad en
symmetrisch. Benigne tumoren zitten verpakt in een soort capsule
Lipoom = Tumor uit vetcellen
Lymfoom = Tumor uit witte bloedcellen uit het lymfesysteem
Hepatoom = Tumor uit levercellen
Maligne kwaadaardig = kanker -> levensbedreigend, groeien snel, infiltreren andere weefsels en zaaien uit. Ze
hebben een krabachtig uiterlijk en hebben een irregulier oppervlak.
Kanker zonder tumoren: leukemie, lymfekanker en multipel myeloom (beenmergkanker).
Carcinoom = Een kwaadaardige tumor die ontstaat vanuit epitheel (dekweefsel). Te vinden in de borst, dikke darm,
lever, longen, prostaat, huid en maag. Carcinomen komen vaak voor, groeien langzamer en zaaien vooral uit via de
lymfe.
Coloncarcinoom = dikke darmkanker
Adenocarcinoom = klierkanker
Basaalcelcarcinoom = huidkanker
Sarcoom = Kwaadaardige tumoren die ontstaat in de steun- en tussenweefsels. Komen voor in spieren, botten en
kraakbeen. Zeldzamer dan carcinomen, groeien sneller en zaaien vooral uit via het bloed.
Osteosarcoom = tumor in het bot
Leiomyosarcoom = tumor in de gladde spieren
Kanker wordt deels beïnvloed door genetica maar ook leefstijl en omgevingsfactoren spelen een rol. Veel mutaties
ontstaan door carcinogene stoffen =kankerverwekkende stoffen.
Risicofactoren krijgen van kanker:
Leeftijd
Roken
Infecties HPV, Helicobacter, HepB, EppsteinBarr
Straling
Immunosuppressieve medicatie
Algemene alarmsymptomen:
Onverklaarbaar gewichtsverlies
Bloedverlies
Koorts
Vermoeidheid
Pijn
Huidafwijkingen
De stadiëring van maligne tumoren wordt gedaan met het TNM-systeem:
T = Tumor: hoe groot de tumor is en of het met de nabijgelegen weefsel is vergroeid.
N = Node: lymfeknopen, is naar lymfeknopen is verspreid ?
M = metastase: mate van verspreiding
Mamma carcinoom = Borstkanker, voornamelijk voor bij vrouwen, ook bij mannen. Ontstaat vaak tussen de 50-70
jaar. Soms erfelijke factor. Vanaf het 50ste levensjaar BVO = mammografie.
Alarmsymptomen: massa met irreguliere randen. Zwelling ,Kuiltjes in de huid, Pijn ,Terugtrekken tepel, Roodheid,
Bultjes op tepel, Verdikking , Tepel uitscheiding.
Risicofactoren: Leeftijd , geen kind, Eerste kind na 35 e jaar ,Menopauze na 55e jaar, Genetisch, Overgewicht,
Obesitas, Tekort aan fysieke activiteit, Alcoholgebruik, Borstdichtheid
2
, Behandel: Mamma-amputatie, Lumpectomie= verwijdering deel, Schildwachtklierprocedure: lymfeknoop wordt
verwijderd om te zien of daarin kankercellen zitten. Okselkliertoilet, Radiotherapie, Hormoon- therapie, Chemo
Longcarcinoom: 2 soorten longkanker:
Niet-kleincellig: plaveiselcelcarcinoom (bedekkende cellen van de luchtwegen), adenocarcinoom (klieren) of
groot-celligcarcinoom. 80% van alle longkanker is deze vorm.
Kleincellige carcinomen
Longkanker ontstaat meestal door roken. Vaak eerst onopvallende klachten zoals hoesten, vermoeidheid of
heesheid. Later ook kortademigheid en bijv. gewichtsverlies.
Risico: Roken ,Blootstelling aan rook in omgeving , asbest en radon, Genetisch, Familiair.
Alarm: Hoesten, Pijn, Hemoptoe, Dyspneu,↑ Sputum en bloed, Gewichtsverlies
Behandel: Operatie, Bestraling, Chemo, Doelgerichte therapie om celgroei te verminderen
Coloncarcinoom “Colorectale kanker” ontstaat uit poliepen, komt het meeste voor sigmoid en rectum.
Gezonde leefstijl en voeding kunnen het risico verkleinen. Nu BVO screening vanaf 55 jr.
Alarm: Veranderde stoelgang, Druk en oncomfortabel gevoel in buik, Slijm of bloed, Gewichtsverlies, anemie.
Risico: Langdurige CU, Familie met polyposis, MAP /FAP, Dieet met veel rood vlees en weinig voedingsvezels.
Behandel: OK, chemo
Huidkanker
Niet melanoom: Basaalcelcarcinoom: groeit langzaam en zaait meestal niet uit. 8/10 is BCC, ontstaat vaak
door UV-straling. Plaveiselcelcarcinoom: op de buitenste laag van het weefsel, ook op slijmvliezen. Oorzaak
vaak UV-straling, meestal: oren, onderlip, gezicht, hoofdhuid, nek, handen, armen en benen aangedaan.
Risico: UV, Oude littekens, Verbrandingen, Ulcera, Ontstekingen,Radiotherapie. Specifiek bij plaveiselcelcarcinoom:
Actinische keratose: zonneschade en Infectie met papillomavirus.
Behandel: geneest bijna altijd na verwijdering van de tumorcellen. Radiotherapie, fotodynamischetherapie, chemo
of immuno.
Melanoom: ontstaat in de melanocyten van de huid (= voor pigment). Vaak bruin of zwart. Meestal bij 60+ jr,
Alarm: verandering van grote, kleur, vorm of ontstaan van een bobbel op de plek van de moedervlek. ABCDE:
asymmetrisch, border (randen) irregulier, color (kleur) is niet gelijk, Diameter: verandering van grote, evolving=
moedervlek veranderd.
Risico: atypische moedervlek ,50 + naevi= moedervlekken Eerst symptomen
Behandel: geneest bijna altijd na verwijdering van de tumorcellen. Radiotherapie, fotodynamischetherapie, chemo
of immuno.
Prostaatkanker = Groeit langzaam, vaak vrijwel zonder klachten. Soms mictieklachten. Wordt soms pas ontdekt als
het is uitgezaaid, zaait vaak uit in de botten. Ontdekking meestal bij 65 + jaar.
Alarm: LUTS = Lower urinary tract symptoms, Moeite met plassen (starten of stoppen) ,Niet kunnen plassen, Vaak
plassen, Zwakke straal: vooral ‘s nachts , Pijn of branderig gevoel tijdens het plassen , Moeite met erectie, Bloed in
urine of sperma, Pijn in onderrug, heupen of dij
Risico: Leeftijd 65 +, Etniciteit (Afrikaanse Amerikanen hogere kans, Familiair, Veranderingen in prostaat,
Veranderingen in genoom.
Behandel: OK (soms orchidectomie; verwijderen van de testikels of verwijdering prostaat), Chemo, Radiotherapie,
Hormonale therapie
Het screenen van prostaatkanker is omstreden, de PSA test kan namelijk meer nadelen hebben dan dat het
voordelen heeft.
Baarmoederhalskanker = Cervix carcinoom. Oorzaak is vaak een infectie door het HPV papillomavirus.
Meestal komen de symptomen pas wanneer de tumor is uitgegroeid naar omliggende weefsels.
Alarm: Vaginale bloedingen, Ongewone vaginale afscheiding, Bekkenpijn, Pijn bij vrijen.
Risico: Roken, HPV, wisselende seks contacten, verminderde afweer
Behandeling: Wanneer nog geen kanker is vastgesteld maar wel abnormaal weefsel te zien is: cryoablatie
(bevriezen), cauterisatie (verbranden) en laserbehandeling. OK, Radiotherapie, chemo
2