Maatschappijleer ~ Pluriforme Samenleving
Een pluriforme samenleving houd in dat er een samenleving is waarin er veel verschillen
tussen mensen bestaan in levensstijl, godsdienst en andere cultuurkenmerken.
Cultuur is alle waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken die mensen binnen
een groep of samenleving met elkaar delen. Je heb twee soorten culturen: de dominante
cultuur & de subcultuur. De dominante cultuur, alle waarden, normen, gewoonten en andere
cultuurkenmerken die de meerderheid van de bevolking met elkaar deelt, dus de
overheersende cultuur. Nederland kent de traditie van tolerantie, acceptatie dat mensen
anders zijn, doen of denken dan jij. De subcultuur is wanneer er binnen een groep sommigen
waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken afwijken van de dominante
cultuur. Leven in een pluriforme samenleving betekent dus dat er een grote culturele
diversiteit, veel verschillende subculturen en levensstijlen, is. De culturele verschillen
hangen samen met zes factoren:
• Woonomgeving
• Generatie; ouderen en jongeren hebben een ander referentiekader, alles wat je bezit
aan kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten.
• Maatschappelijke positie
• Gender; dit heeft niet alleen te maken met persoonlijke keuzes maar ook met
rolpatronen, algemene verwachtingen en opvattingen over hoe iemand zich hoort te
gedragen.
• Migratieachtergrond; etnische subculturen: wanneer mensen zich onderling
verbonden voelen door een gemeenschappelijk land van herkomst en de daarbij
horende waarden, normen, gewoonten en andere cultuurkenmerken. Autochtoon = in
Nederland geboren, allochtoon = zelf of ouders in het buitenland geboren.
• Godsdienst;
Cultuur is dynamisch en verschilt in de loop van de tijd, plaats en ook per groep.
Nature is aangeboren gedrag en nurture is aangeleerd gedrag. Stap voor stap leer je hoe je je
hoort te gedragen, dit gebeurd door cultuuroverdracht. Dit noem je socialisatie, het proces
waarbij mensen de waarden, normen en andere cultuurkenmerken leren van de groep en de
samenleving waarbij ze horen. Alle groepen en organisaties die specifieke waarden, normen
en gewoonten overgedragen worden, zijn socialiserende instituties. Socialisatie vind plaats
door:
• Imitatie
• Informatie; mensen geven aanwijzingen.
• Sociale controle; de manieren waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich
aan de geldende normen te houden.
Socialisatie leidt uiteindelijk tot internalisatie, mensen zich normen, waarden en gewoonten
eigen maken en zich automatisch gaan gedragen zoals hun omgeving van hen verwacht. Door
socialisatie ontwikkelt iedereen zijn persoonlijke identiteit, het beeld dat iemand van
zichzelf heeft. Een belangrijk deel van je persoonlijke identiteit is de sociale identiteit, het