Radboud Universiteit Nijmegen
Faculteit der Managementwetenschappen (alle opleidingen)
Onderzoeks- en interventiemethodologie A
2016-2017
Weektaak nummer: 3
Namen studenten, studentnummers, handtekening
(1) Begum Nazary, 4814576..........................................................
(2) Demi Lensselink, 4592255............................................................
(3) Romy Willems, 4750438............................................................
Studierichting: Bedrijfskunde.........................................
Werkgroepnummer: 8................................
Inleverdatum: 20-09-2016...........................................
Docentnaam: Esmee Bickel............................................
Let op: nummer en identificeer elke pagina van deze weektaak met je
werkgroepnummer en datum!
Weektaak 3 Onderzoeksstrategieën
1.
, Werkgroepnummer: 8
Datum: 20-09-2016
Een survey past bij een theoriegericht, maar ook bij een praktijkgericht onderzoek. Bij een
survey maak je een overzicht, een inventarisatie. Dit kan je dus bij allebei de onderzoeken
gebruiken, want het ligt er net aan hoe je vraagstelling is en wat je wilt onderzoeken.
Een experiment past bij een theoriegericht onderzoek en bij een praktijkgericht onderzoek. Bij
een experiment wil je erachter komen of er een causale werking is tussen twee
onderscheidende concepten. Dit is handig wanneer je een theorie wilt testen, maar ook
wanneer je erachter wilt komen of een variabel in de praktijk wel leidt tot de uitkomst die je
wilt hebben.
Bij een casestudy bestudeerd men een geval gedetaileerd en vanuit verschillende
invalshoeken. Hierdoor kan je meer op detail ingaan. Dit is handig voor een theoretische vraag
die heel gedetaileerd is, maar ook voor een praktijkvraag die alleen betrekking heeft tot één
bedrijf of afdeling van een bedrijf en daardoor ook gedetailleerd is.
Systeemdynamica is de leer die uitgaat van het idee dat het gedrag van systemen bepaald
wordt door de onderliggende en onderling gekoppelde feedbackprocessen. Dit past bij een
praktijkgericht onderzoek, omdat je door middel van feedback erachter kan komen waar het in
jouw bedrijf fout gaat. Ook past het bij een theoriegericht onderzoek, omdat je door middel
van feedback op een nieuw inzicht kan komen die voor een breder draagvlak geldt en hierdoor
bijvoorbeeld een nieuwe theorie ontwikkeld kan worden.
De essentie van Group Model-Building is dat met een groep betrokken
beleidsmakers/managers een (simulatie) model van een probleem wordt ontwikkeld. Dit past
bij een theoriegericht onderzoek, omdat hierdoor meer inzicht kan komen in het probleem en
er een theoretische oplossing kan komen. Maar het past ook bij een praktijkgericht onderzoek,
omdat er een overeenstemming en draagvlak voor de gekozen oplossing kan worden
gecreëerd, die vervolgens in de praktijk kan worden uitgevoerd.
2.
In het survey en experiment worden vooral vragenlijsten gebruikt als dataverzamelingsmethode,
omdat hierbij sprake is van een kwantitatief onderzoek. Dit houdt in dat er op grootschallig niveau
informatie wordt verzameld en dit gaat het snelst via een vragenlijst. Er nemen zo veel mensen deel
aan het onderzoek, dat het praktisch bijna onmogelijk is om al deze mensen te gaan interviewen of te
observeren.
Bij een casestudy, systeemdynamica en group model building worden vooral open intervieuws,
observaties en inhoudsanalys gebruikt als dataverzamelingsmethode. Dit komt, omdat deze
onderzoekstypes veel kleinschaliger zijn. Het zijn kwalitatieve onderzoeken, waarbij er weinig mensen
worden gebruikt, maar deze mensen worden wel veel diepere vragen gesteld. Het onderzoek is
specifieker dan bij het survey en experiment, waardoor de dataverzamelingsmethode ook veel
specifieker moet zijn.
3.
Survey: de sterke kant van de survey is vooral de externe validiteit, mits er gewerkt wordt met
een aselecte steekproef. Als iedereen een gelijke kans heeft om in het onderzoek voor te
komen, gelden de resultaten voor een grotere groep dan alleen de onderzochte. Dat wil zeggen
dat de resultaten generaliseerbaar zijn en dit zorgt voor externe validiteit.
Experiment: bij het experiment is er meer sprake van interne validiteit. Doordat er met kleine
groepen wordt gewerkt en veel groepen niet aselect worden gekozen wordt het generaliseren
van de resultaten bijna onmogelijk. Dit zorgt ervoor dat er vooral sprake is van interne
validiteit; het redeneren in het onderzoek is goed uitgevoerd en de variabelen in het onderzoek
hebben een causale samenhang, maar de resultaten kunnen niet gegeneraliseerd worden.
Casestudy: een casestudy heeft geen externe validiteit, omdat er slechts wordt gekeken naar
één of enkele situaties. Hierdoor is de sterke kant van een casestudy de interne validiteit. Door
het langdurig observeren van een bepaalde case ligt het voor de hand dat de resultaten over
deze case geldig zijn.