100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting biologische psychologie hoofdstuk 1-14 €5,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting biologische psychologie hoofdstuk 1-14

30 beoordelingen
 940 keer bekeken  128 keer verkocht

Samenvatting van hele boek Biologische psychologie, 12e editie van James Kalat. Hoofdstuk 1-14 samengevat!

Voorbeeld 4 van de 71  pagina's

  • Ja
  • 25 september 2017
  • 71
  • 2016/2017
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)

30  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: hannekebesselsen • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: pigrix • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: maritbelle • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: grootalida • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: bernadinler • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Saschave • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Lisawin • 5 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
MaudvdGraaf
Biologische psychologie: James M. Kalat

Chapter1: Nerve cells and nerve impulses
Zenuwstelsel bestaat uit 2 soorten cellen: neuronen en gliacellen.
Het zenuwstelsel bevat 85 miljard neuronen, met blote oog kan je alleen maar de grijze stof
(dendrieten en cellichamen) en witte stof (myeline/axonen) zien.

Santiago Ramón y Cajal:
Cajal wilde een kunstenaar worden maar hij moest van zijn vader medicijnen gaan studeren. Hij
combineerde de twee velden door een anatomische leraar en illustrator te worden. Hij maakte
hele gedetailleerde tekeningen van het zenuwstelsel.
Camillo Colgi:
Colgi vond een manier waarop hij bepaalde cellen kon scheiden van andere cellen. Hierdoor kon
de structuur van de hersenen en de manier waarop zenuwcellen informatie over geven goed
worden bekeken. Was een soort kleurtechniek. Ook kon hij als eerste persoon op de wereld de
synapsen tussen zenuwcellen laten zien.

2 andere kleurtechnieken:
1. Brainbow: visualisatie van individuele neuronen door ze een apart kleurtje te geven.
2. Clarity: alle cellen in het gehele brein worden gevisualiseerd, een 3D view van het brein
netwerk.

Neuronen:
- Heeft net zoals elke andere cel een cellichaam wat de cel beschermt tegen de externe
omgeving.
- Een nucleus waar het DNA/chromosomen in liggen.
- Mitochondriën waar energie ligt opgeslagen
- Ribosomen die zorgen voor de eiwitsynthese
- Endoplasmatisch reticulum die zorgt voor de transport van eiwitten naar andere
locaties en de eiwitten hun uiteindelijke functie ‘geeft’.

3 taken van een neuron:
1. Ontvangen van informatie van verschillende bronnen
2. Integreren van deze informatie
3. Wel/niet versturen van responsen naar andere neuronen in spieren/organen.

De 4 delen van een neuron:
1. Dendriet:
Ontvangen van de input, stuurt het door naar het cellichaam.
2. Cellichaam:
Integratie van de signalen & ontvangen van de input. In het cellichaam worden ook de
actiepotentialen gemaakt. Ook zijn er celorganellen aanwezig.
= organen van de cel, goed voor energie voorziening en aanmaken van eiwitten.
3. Axon:
Uitzenden van de informatie, geleidt een actiepotentiaal naar de presynaptische terminal
aan het einde van de axon. Een axon heeft een myelineschede om zich heen waardoor de
actiepotentiaal sneller gaat omdat de actiepotentiaal van ene knoop van Ranvier naar de
andere knoop ‘springt’.
Transporteert ook stoffen van/naar cellichaam (ATP).
4. Presynaptische terminalia:
Uiteinde van een axon. Als daar een actiepotentiaal aankomt komen er neurotransmitters
vrij vanuit de presynaptische terminalia in de synaptische spleet waar de
neurotransmitters dan op kunnen worden genomen door de postsynaptische terminalia.
Je hebt 3 soorten neuronen:

, 1. Sensorische neuronen:
Vangen de impulsen op uit zintuigen en brengen ze naar zenuwstelsel.
- Hebben afferente axonen genoemd. Ze brengen de impulsen naar de structuur toe.
- Zijn unipolair, 1 axon komt uit het cellichaam, maar cellichaam heeft geen dendrieten.
2. Motorische neuronen:
Sturen de impulsen van zenuwstelsel naar de spieren en organen toe.
- Hebben efferente axonen, brengen de impulsen van structuur af.
- Zijn multipolair, hebben meerdere dendrieten en 1 axon. Hebben meer dendrieten
omdat ze in contact staan met meerdere zenuwcellen en moeten de info integreren naar
spieren of organen.
3. Interneuronen: brengen impulsen van neuron- neuron.
- Wordt ook wel een intrinsiek neuron genoemd, dit komt voor wanneer de dendrieten en
axon van een zenuwcel in 1 bepaalde structuur liggen.
- Zijn multipolair.

Een axon kan efferent zijn van de thalamus, maar afferent zijn van de cerebrale cortex. De impuls
wordt door de axon vanuit de thalamus naar de cerebrale cortex gebracht.




Gliacellen:
Glia betekent in het Latijn lijm, dit komt doordat de eerste onderzoekers dachten dat gliacellen
een soort lijm waren tussen de neuronen. Gliacellen worden nu vooral gezien als de ‘verzorgers’
van de neuronen. Je hebt 3 soorten:
1. Astrocyte:
- Gaan om de presynaptische terminalia zitten als een ster, op deze manier beschermt de
gliacel de neuron tegen chemische stoffen die rondcirculeren.
- Ook nemen ze ionen op, en geven ze de ionen weer af waardoor ze invloed uitoefenen op
de activiteit van axonen.
- Leiden ook de formatie en eliminatie van synapsen
- Ook halen ze onnodig materiaal weg en controleren de bloedcirculatie in de hersenen.
- Ook beïnvloeden de dialatie van bloedvaten waardoor er meer voedingsstoffen doorheen
kunnen.
2. Microglia:
- Zijn een deel van immuunsysteem, halen onnodig materiaal, virussen en fungi weg uit de
hersenen.
- Zijn vooral belangrijk voor het blijven bestaan van neuronen die nog ‘jong’ zijn.
- Ook halen ze de langzaamste synapsen weg waardoor leren sneller gaat bij de mens.
3. Oligodendrocyte:
- Bouwen myelinescheden om de axonen in het CZS. In het perifere zenuwstelsel bouwen
de Cellen van Schwann de myelinescheden om de axonen.
- Geven ook de nodige voedingsstoffen aan de neuronen.
4. Radiale gliacellen:

, - Leiden de migratie van neuronen en hun axonen en dendrieten tijdens de embryonale
ontwikkeling.
- Als de embryonale ontwikkeling klaar is veranderen de meeste radiale glia in neuronen
en een klein deel verandert in astrocyten en oligodendrocyten.

Bloed- hersen barrière:
‘muur’ tussen bloedvaten en de hersendelen. Het zijn celmembranen die selectief permeabel zijn.
Waarom?
1. Om bacteriën, virussen en schadelijke stoffen tegen te houden.
2. Om ook de witte bloedcellen van het immuunsysteem tegen te houden. Als er een
geïnfecteerde cel in de hersenen zit wordt die cel door het immuunsysteem kapot
gemaakt, alleen een zenuwcel kan niet nóg een keer aangemaakt worden waardoor
uiteindelijk alle zenuwcellen kunnen verdwijnen.

Neuronaal metabolisme:
- Glucose is de brandstof, nodig voor actief transport.
- Vitamine B1 nodig voor gebruik van glucose, als je niet genoeg vitamine B1 tot je
beschikking is kan de ziekte van Korsakoff ontstaan. Dat kan bijvoorbeeld komen door
alcoholverslaving.

Hoe werkt het?
Het celmembraan is een semipermeabel
membraan, die niet makkelijk alle stofjes
doorlaat. Vooral ionen K+, Na+, A- en CL- hebben
een belangrijke functie.

Rustpotentiaal: Binnenkant is -70 mV. Er zit dus
minder Na+ en K+ in de binnenkant van de cel.

Werken 2 krachten op de ionen:
1. Elektrische gradiënt: rust -70 mV.
2. Concentratie gradiënt: K+ wilt naar
buiten, Na+ wilt naar binnen.

Hoe wordt de rustpotentiaal behouden?
1. Er zijn geen kanalen open die Na+ de cel in
laten gaan en K+ de cel uit laten gaan.
2. Natrium- Kaliumpomp: 3 Na+ de cel uit, 2 K+
de cel in (actief proces want tegen CG in). Op deze
manier altijd meer K+ in de cel.

Nut van rustpotentiaal?
Een neuron is op deze manier op elk moment in staat op een actiepotentiaal af te vuren.
Prikkeling -> Na-kanaal open -> Na+ de cel in -> potentiaal verandering -> actiepotentiaal.

Graduele potentialen:
Na de rustpotentiaal/actiepotentiaal kunnen er 2 dingen gebeuren. De neurotransmitter hecht
op postsynaptisch dendriet. Hierdoor gaan Na+ of K+ kanalen openstaan.
a) Na+ de cel in, cel wordt positiever = depolarisatie
b) K+ de cel uit, cel wordt negatiever = hyperpolarisatie

Daarbij verplaats de Na+ in de cel zich ook passief langs het membraan. Op één plek is er verschil
ontstaan in + of – in de cel. Hierdoor wordt de Na+ aangetrokken door de andere plekken langs
het membraan die nog wel negatiever zijn.

, Alles- of- niets regel: is dat de amplitude en snelheid van een actiepotentiaal onafhankelijk is
van de intensiteit van de stimulus dat het heeft geïnitieerd, op deze manier haalt de
actiepotentiaal altijd het ‘punt’.

Na de actiepotentiaal is de cel in een refractory period: in deze periode zorgt de cel ervoor dat
het de productie van nieuwe actiepotentialen niet accepteert.
2 delen:
- Absolute refractory periode: het membraan kan niet actiepotentialen produceren,
ongeacht de stimulatie.
- Relative refractory periode: een sterker-dan-normaal stimulus is op dat moment nodig
om een actiepotentiaal te initiëren.

Propagatie van een actiepotentiaal: gaat over de manier waarop de transmissie van een
actiepotentiaal verloopt.
- Als het ‘punt’ wordt gehaald openen de Na+ en K+ kanalen.
- De K+ stroomt de cel uit wat niet veel effect geeft
- Openen van de Na+ zorgt ervoor dat het de cel in gaat en maakt die plek in de cel heel
positief
- De positieve lading stroomt langs het axon en opent de Na+ kanalen op de andere
plekken
- Op de piek van de actiepotentiaal, gaan de Na+ kanalen dicht voor een milliseconde, er is
dan een depolarisatie in de cel.
- Doordat de K+ kanalen open blijven stroomt er K+ de cel uit zodat de cel weer ‘normale
lading’ krijgt.
- Daarna gaan de K+ kanalen dicht.

Saltatory conduction: het springen van de actiepotentiaal van knoop van Ranvier naar de
volgende knoop van Ranvier. Dit proces bewaart energie. Bij MS- ziekte is dit proces kapot
waardoor de actiepotentialen niet goed door kunnen worden gegeven.
- Als de knopen dichterbij elkaar zouden zitten zou de actiepotentiaal minder snel
bewegen, als de knopen verder van elkaar zouden zitten zou de actiepotentiaal sneller
bewegen. Als de afstand te ver is kan de actiepotentiaal het ‘punt’ niet meer halen en
daardoor zou het actiepotentiaal stoppen met voortbewegen.

Lokale neuronen: zijn neuronen zonder axon die alleen info doorgeven aan hun dichtstbijzijnde
buren. Omdat ze geen axon hebben volgen ze ook niet de alles- of- niets regel. Een lokale neuron
heeft een graded potential, een membraanpotentiaal die verschil in proportie van de intensiteit
van de stimulus.
- Ze zijn heel moeilijk te bestuderen omdat als je een elektrode in zo’n neuron plaatst je de
lokale neuron heel gemakkelijk kapot kan maken.


Chapter2: Synapses
Synaps: de opening tussen 2 neuronen waar de actiepotentiaal door middel van
neurotransmitters door wordt gegeven.
Sherrington: hij bestudeerde reflexen, bij bijvoorbeeld een been flexie reflex zet een sensorische
neuron een tweede neuron aan en die zet een motorische neuron aan waardoor de spier in flexie
treedt. = reflex boog.
Hieruit kwam het idee dat er ‘iets’ moest zijn dat de neuronen aan elkaar kon linken, omdat
volgens Cajal neuronen los van elkaar zitten.
Veel chemicaliën zijn neurotransmitter én hormoon.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MaudvdGraaf. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  128x  verkocht
  • (30)
  Kopen