,Inhoudsopgave
Hoorcollege 1 – Object en subject.................................................................................................................. 2
Artikelen die op een ingewikkelde manier in elkaar grijpen: verhouding tussen art. 3:3, 3:4 en 5:20 en 3:10
BW........................................................................................................................................................................3
Hoorcollege 2 – Object en subject II............................................................................................................... 7
Hoorcollege 3 – Creëren, produceren, repareren, toevoegen en afscheiden..................................................13
Hoorcollege 4 – Creëren, produceren, repareren, toevoegen en afscheiden..................................................18
Hoorcollege 5 – Wat zit er ‘in’ een goederenrechtelijk recht?.......................................................................22
Hoorcollege 6 – Wat zit er ‘in’ een goederenrechtelijk recht?.......................................................................27
Hoorcollege 7 – Samen is moeilijker dan alleen............................................................................................33
Hoorcollege 8 – Samen is moeilijker dan alleen............................................................................................38
Hoorcollege 9 – De overdracht en haar bijzonderheden................................................................................42
Hoorcollege 10 – De overdracht en haar bijzonderheden..............................................................................49
Levering bij voorbaat (3:97 BW).......................................................................................................................49
Hoorcollege 1 – Object en subject
Goederen zijn zaken- en vermogensrechten. Goederen zijn alle objecten wat onderdeel is
van een vermogen van een rechtspersoon of natuurlijk persoon.
Voorbeelden vermogensrechten: ie-recht, pandrecht, octrooi, hypotheekrecht,
zekerheidsrecht, beperkt recht, vorderingen.
Complicatie in bovenstaande definitie: ‘wat is eigendom?’
Art. 5:1 BW: eigendom is een recht op een zaak. Je kunt geen eigenaar zijn van een
vermogensrecht. Je bent alleen eigenaar van een zaak.
Waar breng je nu het eigendomsrecht onder? Een zaak of vermogensrecht? Twee
denkwijzen:
- De definitie van art. 3:1 BW eigendom is geen vermogensrecht maar het valt onder
zaken. Je draagt bv. je fiets over, maar eigenlijk draag je het eigendomsrecht van je
fiets over.
- Zaken zijn dingen. Deze kan je vastpakken. Eigendomsrecht kan je niet vastpakken,
dus het is een vermogensrecht. Dat zou echter weer raar zijn.
Dit betekent dat de definitie fout is. Zaken en vermogensrechten zijn eigenlijk twee
ongelijksoortige vormen.
Van belang om goed onderscheid te kunnen maken tussen zaken en vermogensrechten!
Hierdoor weet je bv. welke boeken in het BW van toepassing zijn per geval. Het kan lastig
zijn om te bepalen wat wel en geen zaak is, bv. bitcoin. De heersende opvatting is dat het
zakenrecht niet van toepassing is op virtuele objecten. Dit maakt echter dat we er moeite
mee hebben om die virtuele objecten met waarde in het Nederlandse goederenrecht een
plek te geven, want we hebben hier geen goed regelgevend kader voor.
Roerend en onroerende zaken
Art. 3:3 BW: zaken worden weer onderverdeeld in onroerende en roerende zaken. Dit is een
buitengewoon intelligent geformuleerd wetsartikel omdat het alleen onroerende zaken
definieert. Lid 2 zegt vervolgens dat alles wat niet onroerend is, roerend is. In het oude BW
stond wel van beiden een definitie, maar dan krijg je dus het probleem dat er zaken ontstaan
die niet aan een van de definities voldoet.
Wanneer is iets een onroerende zaak?
De duurzaam met de grond verenigde gebouwen en werken, hetzij rechtstreeks hetzij
indirect.
Probleem: wanneer is iets duurzaam verenigd met de grond? Hiervoor heb je drie
arresten nodig:
1. HR Woonark
2. HR Rijdende havenkraan II
3. HR Portacabin
, Stappenplan:
1. Is het gebouw of werk verenigd met de grond in de zin van art. 3:3 BW?
- Zo nee, dan ben je klaar. Dan is het namelijk niet onroerend.
- Zo ja, door naar stap 2.
2. Is dit een duurzame vereniging? (HR Portacabin)
- Is het gebouw naar aard en inrichting bestemd duurzaam ter plaatse te blijven?
- Gaat om de bedoeling van het bouwwerk etc. etc.
Let op!
- Ga niet direct naar stap 2 gaat maar doe eerst stap 1.
- Een schip is een roerende zaak omdat het niet duurzaam is verenigd met de grond.
Het ligt immers in de zee.
- Bij beplantingen hoef je stap 2 niet te doen. Hier hoef je jezelf alleen af te vragen of
het verenigd is met de grond. Zo ja, onroerend. Zo nee, roerend.
Voorbeeld: je hebt een bomenkwekerij. De bomen staan in de grond en zijn dus
onroerende goederen.
Casus HR Portacabin
- Feiten: voor een gebouw waar een bedrijf in zit werd een portacabin gebouwd. Deze
portacabin sluit helemaal aan op de grond. Ook is het aangesloten op gas, licht,
elektra, riolering etc. Het ziet eruit alsof het gewoon bij het gebouw hoort. De
Rabobank heeft een hypotheekrecht op grond en een pandrecht op alle roerende
zaken van Buys. Buys betaalt op een gegeven moment de bank en de fiscus niet
meer. De fiscus wil zich verhalen op de roerende zaken van Buys. Lang verhaal kort:
bij het executeren van goederen van de schuldenaar (spullen verkopen als
schuldeiser) en je genereert een opbrengt die moet worden verdeeld over meerdere
schuldeisers is de rangorde van die schuldeisers van belang. Als het een onroerende
zaak is gaat de hypotheekhouder voor het verhaalsrecht van de fiscus. Als het een
roerende zaak is gaat het bodemvoorrecht van de fiscus voor het stille pandrecht van
de bank. Fiscus betoogde dat het een roerende zaak is, en Rabobank natuurlijk dat
het onroerend was.
- Vraag: is de portacabin roerend of onroerend? Het gaat erom wie het geld krijgt.
- Volgens het hof en de HR was het een onroerende zaak aangezien het naar aard en
inrichting bestemd was om een duurzaam ter plaatse te blijven.
- Detail: nadat dit probleem ontstond is de portacabin verkocht, verplaatst en ergens
anders neergezet. Toen bleek dat hij onroerend was stond de portacabin daar al
jaren niet meer. Dit doet er echter niet aan af dat onroerend is.
Artikelen die op een ingewikkelde manier in elkaar grijpen:
verhouding tussen art. 3:3, 3:4 en 5:20 en 3:10 BW
Art. 3:10 BW: registergoederen zijn alle goederen waarvoor vestiging, overdracht of afstand
inschrijving in de openbare registers nodig is. Dat is de eigendom van grond (onroerende
zaak dus) en alle beperkte rechten op onroerende zaken (bv. erfpachtrecht,
erfdienstbaarheid, appartementsrecht etc). Dit wil echter niet zeggen dat onroerende zaken
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maudvanhaaren. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.