DragonDaan
Hoofdstuk 1: traumatisering bij kinderen
1.1: traumatiserende gebeurtenissen
Vroegkinderlijk, chronisch getraumatiseerde kinderen kunnen grote problemen ervaren in hun
dagelijks leven. Deze kinderen ontkennen vaak dat er iets aan de hand is of dat zij nare
ervaringen hebben meegemaakt. Deze kinderen staan vaak niet open voor therapie of
behandeling. Een deel van deze kinderen functioneert redelijk: zij stoppen hun gevoelens weg,
maar zijn wantrouwend naar de omgeving. Veel ouders, begeleiders en leerkrachten willen
niet de gebeurtenissen uit het verleden oprakelen; zij zijn bang dat kinderen hier nog meer
door uit balans raken. De meeste kinderen die zijn getraumatiseerd op jonge leeftijd, zijn
getraumatiseerd door gebeurtenissen binnen het gezin, zoals: psychische en fysieke
mishandeling, seksueel misbruik, verwaarlozing, medische omstandigheden, huiselijk geweld,
oorlogssituaties en discontinuïteit in de hechting. De meeste kinderen zijn getraumatiseerd door
toedoen van hun biologische ouders of andere belangrijke verzorgers in de eerste levensjaren.
In oorlogssituaties kunnen kinderen getraumatiseerd raken door de omstandigheden waar zij
in leven, maar ook door de gevolgen van de oorlog en het effect dat dit heeft op de
emotionele beschikbaarheid van ouders.
1.2: klachten
Als gevolg van traumatiserende gebeurtenissen kunnen kinderen en jongeren uiteenlopende
traumagerelateerde klachten en symptomen ontwikkelen. De manier waarop kinderen en
jongeren reageren op een situatie en de mate waarin zij klachten ontwikkelen is afhankelijk
van de betekenis die zij aan het trauma verlenen. Het proces van betekenisverlening wordt in
grote mate beïnvloed door het ontwikkelingsniveau van een kind en de reactie van ouders.
De symptomen zijn vaak verspreid over alle ontwikkelingsgebieden:
➢ Ontregeling van emtoes en fysiologische ontregeling, zoals impulsief en explosief
gedrag, maar ook vlak en emotieloos gedrag. Sommige kinderen hebben lichamelijke
klachten of blijven achter in hun groei.
➢ Ontregeling van aandacht, concentratie en gedrag. Veel kinderen laten enige mate
van van leerproblemen zien, bijvoorbeeld dissociëren of waakzaamgedrag.
➢ Negatief zelfbeeld en negatieve ideeën over anderen en interpersoonlijke problemen,
zoals problemen in de hechting en het aangaan van (vriendschappelijke) relaties.
➢ Posttraumatische stress spectrum symptomen zoals herbelevingen, nachtmerries en
vermijding.
1.3: de gevolgen van traumatisering voor lichaam en hersenen
De drie delen van de hersenen
De hersenen bestaan uit 3 delen:
1. Het reptielenbrein: Dit brein verwerkt sensorische informatie en regelt de automatische
functies van het lichaam. Jonge kinderen gebruiken voornamelijk dit brein totdat zij de
andere twee breinen beter hebben ontwikkeld. De manier waarop het reptielenbrein
zich ontwikkeld, heeft invloed op hoe het zoogdieren- en mensenbrein zich verder
ontwikkeld.
2. Het zoogdierenbrein (limbisch systeem): dit brein reguleert de emoties.
3. Het mensenbrein: Dit brein zorgt ervoor dat iemand kan nadenken, plannen, situaties
inschatten, afwegingen maken en praten over wat er in hun omgeving gebeurt.
Als het brein volledig uitgerijpt is, dan functioneren de drie breinen gezamenlijk, waarbij het
mensenbrein het controlecentrum is. Als kinderen ouder worden, leren zij situaties beter in te
schatten en behoeften uit te stellen.
Actiesystemen
In het lichaam zijn er verschillende actiesystemen. Deze actiesystemen reguleren acties,
motieven, gedrag en emoties. Actiesystemen bepalen voor een groot deel wat we
aantrekkelijk vinden en wat we afstoten. Hierdoor heeft het ook invloed op hoe verschillende
mensen tegen dezelfde situatie aankijken. Het actiesysteem activeert ook het
verdedigingssysteem in een gevaarlijke situaties. Als een actiesysteem uit balans is, kan een
persoon te veel beschermend gedrag laten zien, zoals het huis niet uit komen, of juist te veel
roekeloos gedrag, zoals het opzoeken van gevaarlijke situaties.
Pagina 1 van 3