Een samenvatting van het boek spelling.
Huizenga, H. (2015, 5e herziene druk). Spelling. Groningen: Noordhoff.
Hoofdstuk 5 t/m 7 en 9 en 10.
Gebruikt voor de Pabo.
Spelling
Hoofdstuk 5: Instructie
Instructieprincipes = De verschillende vaste werkwijzen die een leerkracht hanteert om
kinderen iets aan te leren. Bv eerst oude kennis herhalen, dan nieuw begrip, dan
voorbeelden. Onderscheid in:
- Algemene instructieprincipes = Kunnen bij elk leerproces worden toegepast. Bij spelling
bv het leren controleren van het geschrevene (is ook bij andere domeinen belangrijk).
- Specifieke instructieprincipes = Specifieke instructie afhankelijk van een bepaalde
leertaak. Bij spelling bv schrijven van woorden en toepassen spellingsstrategieën.
Handig assessment: Voor kinderen die spellingproblemen hebben is het belangrijk dat
kinderen achteraf expliciet hun werk controleren. Dit is beter aan de hand van een aantal
specifieke opdrachten.
Drie belangrijke instructieprincipes voor het spellingsonderwijs:
Afhankelijk van de spellingstrategieën (bv woorden met een d), wordt gekozen voor een
instructieprincipe (regelprincipe).
* Bij instructieprincipes gaat het om activiteiten van de leerkracht, bij spellingstrategieën om
activiteiten van de leerling.
Inprenting = De schrijfwijze van een woord probeer je in het geheugen vast te leggen.
Aandacht geven aan de opbouw van een woord en de klankstukken. Tevens aandacht
aan betekenis van een woord.
- Visueel dictie = Veelgebruikte werkvorm bij inprenting. De kinderen krijgen een woord
kort te zien en moeten het vervolgens zelf opschrijven.
* Wordt gebruikt bij woorden met au, ei, s, z, f, v. Omdat veel kinderen niet het verschil
horen tussen f en v.
- Nadelen inprenting:
1. Als we teveel nadruk leggen op inprenting, wordt het onduidelijk hoe ze
achter de juiste schrijfwijze van een woord kunnen komen. Ze leren geen
strategie voor onbekende woorden.
2. Ze krijgen zo weinig inzicht in de belangrijkste principes van ons
spellingssysteem.
Het aanleren van analogieredeneringen = Kinderen de vergelijking laten maken met
de woorden die ze al kennen. De klank van het woord is hetzelfde. Er wordt niet expliciet
aandacht besteedt aan spellingsregels, kinderen zelf laten ondervinden.
* Wordt gebruikt bij woorden met voor-achtervoegsels (-ig,-lijk, -heid).
- Nadelen aanleren analogieredeneringen:
1. Te impliciet. Kinderen krijgen geen duidelijke criteria waarom een woord
hetzelfde geschreven wordt. Kinderen kunnen niet zelf een achterliggende egel
ontdekken.
2. Te beperkt. Er is vaak geen voorbeeldwoord te vinden.
Het aanleren van spellingsregels = Spellingregel komt expliciet aan de orde.
Klankvorm is belangrijk. Hoor je bv luk dan schrijf je lijk. Leerlingen laten ontdekken
welke spellingregel moet worden toegepast. Twee manieren om spellingsregels aan te
leren:
1. De deducatieve manier = Regels worden vooraf aangeleerd en moeten de kinderen
vervolgens toepassen.
, 2. De inducatieve manier = De kinderen zelf de regel laten ontdekken aan de hand van
voorbeelden. De regel wordt hier wel expliciet geformuleerd.
Algoritme = Een beslissingsschema waarbij een kind in een aantal stappen naar de
goede oplossing wordt geleid. Hiermee leren de kinderen welke regel bij welk woord van
toepassing is.
De leerlingen moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen voordat de regels
worden aangeleerd:
- Onderscheid kunnen maken tussen betekenisvolle en betekenisloze klankgroepen
(voetbal, roeiboot zijn betekenisvol).
- Kop-en staartstukken in woorden kunnen herkennen (dit zijn voor-achtervoegsels).
- Woord in klankgroepen kunnen verdelen. Klankgroepen is auditief in stukken verdelen
(la-tun). Lettergrepen is visueel in stukken delen (lat-ten).
Blz 95 schema bovenaan.
Met behulp van de regels van de Luistervink, de Klinkerdief en de Verdubbelaar kan de
schrijfwijze van de woorden aangeleerd worden.
Bruikbaarheid aanleren van regels:
1. De hoofdregel van spelling: Schrijf op wat je hoort (Luistervink).
2. De verlengingsregel: We schrijven aan het eind van het woord een d, als je bij
verlenging van het woord een d hoort.
3. De verdubbelingsregel: Na een korte klinker volgt verdubbeling van de medeklinker
(Verdubbelaar).
4. De verenkelingsregel: Een lange klinker wordt aan het einde van een lettergreep door
één teken weergegeven (Klinkerdief).
Voor-nadelen bij het aanleren van regels:
- Zijn in alle situaties bruikbaar want ze kennen vrijwel geen uitzonderingen.
- Kinderen met lees-spellingsproblemen kunnen het zo makkelijk oplossen.
- Leerling moet afstand nemen van de taal en nadenken over de structuur van woorden,
niet ieder kind beschikt over dit abstractievermogen.
Activerende directie instructiemodel
Een model waarop een leraar les kan geven. De instructie van de leerkracht is goed
gestructureerd en de kinderen zijn actief bezig. Dit model bestaat uit acht fasen:
0. Voorbereiding 1. Terugblik 2. Oriëntatie 3. Uitleg 4. Begeleidende oefening
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lindaa_schouten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.