Werkgroepen Internationaal Privaatrecht
Week 1 Inleiding en internationale bevoegdheid
Te behandelen onderwerpen:
Wat is IPR?; Bronnen van het IPR; IPR in de context van de EU; Internationale bevoegdheid onder Brussel I en Rv.
Materieel en formeel toepassingsgebied Brussel I; stelsel van de
bevoegdheidsregeling in Brussel I; beginselen die ten grondslag liggen aan de bevoegdheidsregels van Brussel I;
richtlijnen voor interpretatie door Hof van Justitie; interpretatie en toepassing van bepaalde artikelen van Brussel I en
Rv.
Te bestuderen
(NB een deel van de hieronder weergegeven materialen zijn reeds bestudeerd in het kader van het vak NIBPR (UvA):
Strikwerda (11e dr.) nrs. 2 t/m 7
nrs. 9 t/m 13
nrs. 209 t/m 213
nrs. 231 t/m 252
nrs. 255 t/m 256
nrs. 215 t/m 219
Wetseditie Verordening (EG) nr. 44/2001, Brussel I, artt. 1 t/m 31
Verordening (EU) nr. 1215/2012, Brussel I herschikking, artt. 1 t/m 35
Haags Forumkeuzeverdrag, ’s-Gravenhage 30 juni 2005
Verdrag van Lugano, PbEG 2009, L 147/5
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering: artt. 1, 2, 6 t/m 14
Literatuurbundel
1. G. van Calster, 'Internet en rechterlijke bevoegdheid onder het Brussel I-regime', Computerrecht 2015/42.
2. E. Hennis, 'Haags Forumkeuzeverdrag in werking getreden, JutD 2015/148
Jurisprudentie-en wetgevingsbundel
Wetgeving
• Transponeringstabel EEX-verdrag / Brussel I.
• Transponeringstabel Brussel I / Brussel I herschikking.
Jurisprudentie
Art. , 2-41 Brussel I / art. , 4-6 Brussel I herschikking (materieel en formeel toepassingsgebied)
• HvJ EU 18 oktober 2011, C-406/09, (Real Chemie v Bayer ) § 18-25; 34-44, dictum 1, tenuitvoerlegging boete
naar Duits recht in octrooizaak.
• HvJ EU 11 april 2013, C-645/11, (Land Berlin v Sapir e.a.) § 17 – dictum – begrip burgerlijke en handelszaken,
onverschuldigde betaling door overheidslichaam, art. 6: nauwe band tussen vorderingen, verweerder met
woonplaats in derde staat.
• HvJ EU 17 november 2011, C-327/10, ECLI:EU:C:2011:745 (Hypoteční banka v. Lindner), m.n. par. 27, 35.
Art. 5 sub 1 Brussel I / art. 7 lid 1 Brussel I herschikking (overeenkomsten, ook met name relevant voor week 3)
• HvJ EU 25 februari 2010, C-381/08, Jur. 2010, I-1255 (Car Trim), § 3-5; 27-dictum – zaken of diensten, plaats
van levering.
• HvJ EU 9 juli 2009, C-204/08, Jur. 2009, I-6073 (Peter Rehder v Air Baltic Corporation), § 1921, 29-48 – Plaats
van uitvoering van dienst, luchtvervoer.
• HvJ EU 11 maart 2010, C-19/09, Jur. 2010, I-2121 (Wood Floor Solutions) § 10-12, 20-dictum – Verrichting van
diensten, agentuurovereenkomst, uitvoering van overeenkomst in verschillende lidstaten.
• HvJ EG 23 april 2009, C-533/07, Jur. 2209, I-3327 (Falco Privatstiftung en Thomas Rabitsch v. Gisela Weller-
Lindhorst) § 1-2, 12-dictum – verlening van licentie op intellectuele eigendomsrechten.
• HvJ EU 9 juni 2011, C-87/10, Jur. 2011, I-04987, (Electrosteel Europe SA v Edil Centro SpA) § 1-2, 8-dictum –
plaats van levering ‘volgens overeenkomst’, Incoterms, contract met clausule ‘ex works’ / ‘overgave af fabriek’.
• HvJ EU 19 december 2013, C-9/12, (Corman-Collins SA v La Maison du Whisky) – kwalificatie
concessieovereenkomst.
• HvJ EU 13 maart 2014, C-548/12, (Brogsitter), Civielrechtelijke aansprakelijkheidsvordering – Vordering uit
overeenkomst of uit onrechtmatige daad.
• HvJ EU 10 september 2015, C-47/14, ECLI:EU:C:2015:574, (Holterman Ferho/Spies) - Overeenkomst als
directeur van een vennootschap – Beëindiging van de overeenkomst – Gronden – Onbehoorlijke vervulling van
de taak en onrechtmatig handelen – Vordering strekkende tot verklaring voor recht en schadeloosstelling –
Begrip 'individuele verbintenis uit arbeidsovereenkomst’
1
,Art. 5 sub 3 Brussel I / art. 7 lid 2 Brussel I herschikking (onrechtmatige daad, met name ook van belang voor week
5)
• HvJ EG 5 februari 2004, C-18/02, Jur. 2004, I-1417 (DFDS Torline Caledonia) § 1-2, 6-13, 19dictum – vordering
in rechte met betrekking tot rechtmatigheid van een collectieve actie, locus delicti.
• HvJ EU 25 oktober 2012, C-133/11, (Folien Fischer AG en Fofitec AG tegen Ritrama SpA) § 12, 13-21, 29-dictum
– ‘negative Feststellungsklage’: vordering tot verkrijging van een negatieve verklaring voor recht.
• HvJ EG 30 November 1976, C-21/76, Jur. 1976, 01735 (Kalimijnen) gedeelten uit ‘de feiten’ en ‘het recht’ – locus
delicti: Handlungsort en Erfolgsort.
• HvJ EU 25 oktober 2011, gevoegde zaken C-509/09 en C-161/10, (eDate Advertising) § 1-2, 78; 15-18; 25-26;
37-68 – art. 5(3), locus damni en internet; interactie tussen ipr regels en materieel recht lidstaat van herkomst op
grond van ‘richtlijn elektronische handel’.
• HvJ EG 16 juli 2009, C-189/08, Jur. 2009, I-6917 (Zuid-Chemie BV v Philippo's
Mineralenfabriek NV/SA) § 6-15; 23-31, dictum – Locus damni, productaansprakelijkheid.
• HvJ EU 19 april 2012, C-523/10, (Wintersteiger AG tegen Products 4U Sondermaschinenbau GmbH) § 1-2, 10-
14, 17-dictum – Bepaling van plaats waar schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen -
Gebruik door adverteerder van trefwoord dat identiek is aan in andere lidstaat ingeschreven merk.
• HvJ EU 16 januari 2014, C-45/13, (Kainz v. Pantherwerke AG) vanaf para 23, Uitlegging van begrip ‘plaats waar
het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen’ – Plaats van de schadeveroorzakende
gebeurtenis”
• HvJ EU 28 januari 2015, C-375/13, ECLI:EU:C:2015:37, (Kolassa) vanaf para 12 - in een lidstaat wonende
consument die door een in een andere lidstaat gevestigde bank uitgegeven effecten van een in een derde
lidstaat gevestigde tussenpersoon heeft verworven – bevoegdheid voor vorderingen tegen de bank die deze
effecten heeft uitgegeven • HvJ EU 16 juni 2016, C-12/15, ECLI:EU:C:2016:449, (Universal Music), vanaf
para 7
• HvJ EU 21 mei 2015, C-352/13, ECLI:EU:C:2015:335, (CDC), geheel.
Art. 23 Brussel I / art. 25 Brussel I herschikking (forumkeuze)
• HvJ EU 7 februari 2013, C-543/10 (Refcomp / AXA), geheel.
• HvJ EU 21 mei 2015, C-322/14 (El Majdoub), geheel.
Aard en doel van het IPR
Vraag A
Lees HvJ EU 25 oktober 2011 (eDate) en HvJ EG 30 november 1976 (Kalimijnen) Beantwoord
vervolgens de volgende vragen:
- Wat waren de feiten in deze casus?
- Waarom is in deze gevallen sprake van IPR zaken?
- Wat waren de respectievelijke vorderingen van de eisers?
- Welke complicaties rijzen ten gevolge van het internationale karakter van de zaken? Beperk u niet tot
onderwerpen die zijn opgeworpen voor de respectievelijke rechters maar tracht alle mogelijke complicaties in
kaart te brengen.
- Welk onderdeel van het IPR regelt elk van deze complicaties?
Hoofdonderwerpen van IPR
Bevoegdheid
Toepasselijk recht
Erkenning tenuitvoerlegging
Hoe ga je een internationale procedure starten?
Dagvaarding in het buitenland betekenen andere regels
Bewijs in grensoverschrijdende situaties (Haags bewijsverdrag etc); hier wordt in de werkgroep niet verder bij
stilgestaan
Feiten in casus
eDate:
In 1993 is X, woonachtig in Duitsland, met zijn broer door een Duits gerecht tot levenslange gevangenisstraf
veroordeeld wegens de moord op een bekende acteur. In januari 2008 is hij voorwaardelijk vrijgelaten.
eDate Advertising, gevestigd in Oostenrijk, beheert het internetportaal www.rainbow.at, waarop zij berichtgeving heeft
geplaatst over de beroepen die X en zijn broer tegen hun veroordeling hadden ingesteld. Ofschoon eDate Advertising
de bewuste berichtgeving van haar website heeft verwijderd, heeft X de Duitse rechter verzocht, de Oostenrijkse
onderneming te gelasten de berichtgeving over hem in verband met het misdrijf met vermelding van zijn volledige
2
,naam te staken. eDate Advertising betwist de internationale bevoegdheid van de Duitse gerechten met betrekking tot
het geschil daar zij naar haar oordeel alleen kan worden opgeroepen voor de Oostenrijkse gerechten.
eDate zat in Oostenrijk en X was een Duitser.
Duitser stelt dat inbreuk wordt gemaakt op zijn persoonlijke levenssfeer, doordat op een website in Oostenrijk een
content plaatst dat schadelijk is voor hem. Zelfde was aan de hand in de gevoegde zaak: op de engelse website
verschenen teksten, waarvan Fransman beweerde dat dit inbreuk maakte op zijn persoonlijke levenssfeer.
- Je vraagt een verbod / gebod dat die informatie zo snel mogelijk van die website wordt gehaald
- Schadevergoeding
- Sprake van OD, dus privaatrechtelijk, grensoverschrijdend, vraag naar bevoegdheid = IPR
Kalimijnen:
Het ging over Handelskwekerij Bier en stichting Reinwater die beiden het water in de Rijn schoon wilden houden. Zij
klagen Mines de potasse d’Alsace aan, die mijnen in de Elzas exploiteert en die per etmaal in de Rijn via een
afvoerkanaal meer dan 10.000 ton afvalzout in de Rijn, waardoor het zoutgehalte in de Rijn aanzienlijk wordt
verhoogd. De Nederlandse rechter verklaarde zich onbevoegd om van de zaak kennis te nemen, overwegende dat
het schade verwekkende feit slechts kan zijn het lozen van afvalzouten in de Rijn in Frankrijk, zodat de vordering,
ingevolge het Verdrag van 1968, behoort tot kennisneming van de Franse rechter, die ter plaatse van die lozing
bevoegd is.
Essentie: plaats waar schade brengende feit zich heeft voorgedaan in de zin van art. 5(3) EEX-Verdrag omvat plaats
van schadeveroorzakende gebeurtenis als plaats waar schade intreedt Ingeval de plaats waar zich een feit heeft
voorgedaan dat een aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad kan meebrengen, en de plaats waar door dit feit
schade is ontstaan, niet samenvallen, moet de uitdrukking ,,plaats waar het schadebrengende feit zich heeft
voorgedaan'' in art. 5(3) EEX-Verdrag zo worden verstaan dat zowel de plaats waar de schade is ingetreden, als de
plaats van de veroorzakende gebeurtenis is bedoeld. Hieruit volgt dat de verweerder ter keuze van de verzoeker kan
worden opgeroepen voor de rechter hetzij van de plaats waar de schade is ingetreden, hetzij van de plaats van de
veroorzakende gebeurtenis die aan de schade ten grondslag ligt. Beide rechters zijn dus bevoegd. De vraag die ze
stelden, de tuinders wilden schadevergoeding vorderen van de Franse mijnen (de kalimijnen), waar moet je dat doen
in NL of in Fr? De rechter van het land waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan, is bevoegd. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen:
- Plaats van de handeling (Frankrijk) handlungsort
- Plaats waar de schade is ingetreden (Nederland) erfolgort
In de meeste gevallen vallen handeling en schade ineen. De plaats van de handeling en de plaats waar de schade is
voordoet, is dezelfde plaats. Dus geen probleem. Maar je hebt gevallen dat sprake is van twee verschillende plekken.
Dit is een IPR zaak, want behandelen de bevoegdheid van rechters om over de zaak te oordelen. De veroorzaker zat
in FR en de eiser in NL.
En meer precies: formeel toepassingsgebied van artikel 4 en 5 Brussel I.
Complicaties
- Welke rechter is bevoegd? Dit is formeel IPR, hier hebben we regels voor
- Welk recht is van toepassing? Je hebt een schadevergoedingsvordering, maar naar welk recht moet je dit
vragen?
- In eDate en X wordt het gezet op een website op een bepaalde plek, maar kan overal ter wereld te zien zijn.
Overal ter wereld lijd je schade. HvJ heeft dan: centrum van belangen gehanteerd: slachtoffer kan zijn vordering
van de schade invoeren bij de rechter in het centrum waar hij zijn belangen heeft; zal waarschijnlijk in Duitsland
zijn, omdat hij daar woont. Vervolg complicatie; je moet dan nog zorgen dat de uitspraak van de rechter ten
uitvoer wordt gelegd, dus in dit geval in Engeland cq Oostenrijk. Je moet de Oostenrijkse verweerder oproepen.
Je stuurt geen duitse deurwaarder op hem af, dat kan niet.(is verordening over)
- Getuigen, bewijsregels (valt buiten dit vak)
- Erkenning & tenuitvoerlegging
Bevoegdheid
Vraag B
Piping Ltd., een Engelse onderneming gevestigd in Brighton (VK), is gespecialiseerd in het vervaardigen van
pijpleidingen. Op 15 januari 2016 sluit het bedrijf een megadeal met Energie Plus, een in Nederland gevestigd bedrijf
dat gespecialiseerd is in "turnkey"-projecten op het gebied van energievoorzieningen. Energie Plus heeft een
opdracht gegund gekregen om een nucleaire krachtcentrale in Iran te bouwen. Daar heeft Energie Plus de
pijpleidingen van Piping voor nodig. In het contract tussen Piping en Energie Plus staat als contractuele plaats van
levering de haven van Rotterdam vermeld en als leveringsdatum 27 februari 2016. Aldaar zullen de pijpleidingen
worden geïnspecteerd voordat ze naar Iran worden vervoerd per schip. De eerste levering zal echter in Brighton
geschieden op 30 januari 2016; Energie Plus zal daar een stuk pijpleiding afhalen om te testen op compatibiliteit.
Piping is een dochteronderneming van het in New York (VS) gevestigde bedrijf Novit.
3
, Vlak voor de afgesproken datum van levering in Rotterdam laat Piping weten dat zij niet in staat is om te leveren. Als
reden voert Piping aan dat op 10 februari 2016 de Amerikaanse regering een wet heeft aangenomen op grond
waarvan het verboden is op enigerlei wijze mee te werken aan de bouw van een nucleaire krachtcentrale in Iran.
Deze wet is van toepassing op: alle in de VS gevestigde bedrijven, alle dochterondernemingen van Amerikaanse
bedrijven en alle bedrijven die handelen in Amerikaanse technologie.
Energie Plus heeft daarmee een acuut probleem. De pijpleidingen moeten voldoen aan strenge eisen en er zijn niet
veel bedrijven die dergelijke pijpleidingen leveren, en al helemaal niet op zo'n korte termijn. Energie Plus wil een
procedure bij de rechter te starten om daar primair een gebod tot nakoming van het contract te vorderen, en subsidiair
een vergoeding voor de schade van Energie Plus die veroorzaakt wordt door de wanprestatie van Piping. Nu het
contract geen forum- en rechtskeuze bevat, vraagt Energie Plus zich af wat haar positie is.
Altijd eerst casus uittekenen:
Datum = 15/11/2016
Piping (UK) -----------------<overeenkomst>-------------------------- EP (NL)
| |
| |
| 1e levering 30-01-2016| Levering op 27-2-2016
| |
| |
Brighton Rotterdam --------------------> Iran
1) Welke rechter(s) zijn bevoegd van een eventuele vordering van Energie Plus kennis te nemen? Motiveer uw
antwoord.
Op laatste sheet van week 1 staat het precieze stappenplan
Stap 1 Welke bron is van toepassing?
Mogelijk; (verdrag Lugano, Rv, Haags FK verdrag, Rv, Brussel 1 bis; verdrag/verordening>nationaal
recht)>j.p./doctrine)
Hier heb je een keuze uit Brussel-I bis en RV Brussel 1 bis gaat dan voor
Als Brussel 1 van toepassing is moet je het antwoord op de vraag hier vinden; pas als het er niet in staat
kan je doorgaan naar Rv
Dus als je als NL rechter ziet dat Brussel van toepassing is maar er staat niks in; dan ben je onbevoegd
en kan je niet alsnog in Rv kijken
Stap 2 Materieel van toepassing?
Artikel 1 burgerlijke / handelszaak dus wel van toepassing
Stap 3 Formeel van toepassing? -> art. 63 voor rechtspersonen etc.
Artikel 4 van toepassing indien ze allebei in de EU wonen
Artikel 6 (1) = hoofdregel. Als geen woonplaats dan nationale wet. Brussel 1bis soms toch van
toepassing indien partijen niet in EU wonen; als ze hebben gekozen voor EU recht geldt het alsnog
Aantekeningen Sam
Artikel 4 jo artikel 62 en 63 artikel 4 gebruik je alleen als de verweerder woonplaats in een lidstaat
heeft
Als de verweerder geen lidstaat heeft in de woonplaats dan volgt uit artikel 6 dat Brussel 1 niet van
toepassing is tenzij artikel 18, 21, 24 en 25 van toepassing zijn.
Als die artikelen niet van toepassing zijn dan ga je naar rechtsvordering
Stap 4 temporeel toepassingsgebied
Artikel 66 jo. 81 de vordering moet zijn ingesteld na 10 januari 2015
Tussenconclusie dat Brussel 1 van toepassing is
Stap 5 Exclusieve bevoegdheden
Artikel 24 als specifiek onderwerp speelt, dan alleen die rechter die hier genoemd wordt bevoegd
Dit artikel is echter niet van toepassing
Stap 6 bescherming zwakkere partijen
Afdeling 3 t/m 5 speelt hier ook niet
Stap 7 Forumkeuze?
Artikel 25 Casus geeft al dat er geen forumkeuze is gemaakt
Stap 8 Hoofdregels uit artikel 4 en 7 t/m 9 Brussel-I
Artikel 4 Engelse rechter bevoegd want woonplaats gedaagde is Engeland
Artikel 7 lid 1: sub a alleen van toepassing als sub b niet van toepassing is (zie sub c)
o We hebben hier met koop te maken dus op grond van artikel 7 lid 1 sub b 2 e
4