100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Psychodiagnostiek in de Gezondheidszorg SOW-PSB3DH20N €4,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Psychodiagnostiek in de Gezondheidszorg SOW-PSB3DH20N

 70 keer bekeken  2 keer verkocht

Samenvatting van de hoorcolleges van het vak Psychodiagnostiek in de Gezondheidszorg SOW-PSB3DH20N.

Voorbeeld 3 van de 19  pagina's

  • 28 september 2017
  • 19
  • 2016/2017
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
medische_psychologie_2018
Psychodiagnostiek – college 1

Psychologie is nog niet zo heel lang een echt vak. Daarom is diagnostiek nog erg fragiel en erg
kwetsbaar. De psychologie komt voort uit de filosofie en zet zich nu heel erg af tegen
theorieën. Het is erg abstract omdat er nog weinig echt vaste regels zijn. We moeten echter
nederig zijn naar de fysica wetenschap. Daar zit een voortgang in waar psychologie niet aan
kan meten. Het enige waar tegenwoordig een beetje onderzoek naar is, is naar effectiviteit
van psychotherapie e.d.

Wat is diagnostiek?

Wat diagnosticeren we? Wie diagnosticeert er? Wat is precies een stoornis? Wat is normaal
en wat is een ziekte? Dit zijn vragen die centraal staan in de diagnostiek. Wat we precies
diagnosticeren, is menselijk gedrag niet genoeg. Dat is veel te oppervlakkig. Gedrag wisselt
met de omstandigheden en de persoonlijkheid. Beide van deze factoren zijn niet statisch,
maar dynamisch. Menselijk gedrag is wel een onderdeel van diagnostiek, maar het gaat ook
om psychische patronen en processen.
Wie diagnosticeert er? Eigenlijk iedereen. Tegenwoordig vindt diagnostiek bijna overal plaats.
Huisartsen, toegepaste psychologen, maatschappelijk werkers enz. stellen tegenwoordig
allemaal diagnoses. Uiteindelijk moet natuurlijk een BIG-geregistreerd beroep de echte
diagnose geven (psychotherapeuten, ggz psycholoog, klinisch psycholoog, klinisch
neuropsycholoog), maar veel mensen passen dus diagnostiek toe in hun vak.
Wat is een stoornis? Dit is heel moeilijk te bepalen. Als iets een stoornis is, moet je ook
weten wat normaal is. Stoornis is heel context afhankelijk. Je kunt binnen de psychologie dus
niet buiten de cultuur kijken. Soms is gedrag in de ene cultuur heel normaal, maar wordt in
een andere cultuur als abnormaal gelabeld. Psychologie moet dus meer kijken naar de
normale psychische processen binnen de cultuur (de norm).
Wanneer ben je dan ziek? Een ziekte is een toestand wanneer je echt hulp nodig hebt. Dit
kan somatisch zijn (wanneer je zorg nodig hebt), maar je kunt ook psychisch ziek zijn en daar
hulp voor nodig hebben. Ziekte is dus geen wetenschappelijk begrip, maar juist een klinisch
begrip in de zin van dat ziekte echt zorg nodig heeft en geen onderzoek.

Psychodiagnostiek is een proces
Psychodiagnostiek is een proces wat bestaat uit verschillende stappen.
Stap 1 bestaat uit data verzamelen via observatie, gesprekken en tests. In deze stap ben je zo
neutraal en objectief mogelijk. Deze dataverzameling doe je zo ruim en uitgebreid mogelijk
(vooral bij structurele problematiek) Hier past het begrip science bij.
Stap 2 is het interpretatieproces. Dit is dus de puzzelstap waarin je van data naar theorie gaat
over de patiënt. aan de hand van deze interpretatie kun je hypothesen opstellen. Om dit zo
goed mogelijk te doen, moet je hier juist een creatieve houding aannemen (art).
Dit proces wordt uitgevoerd met als doel dat je een cluster van theorieën en daaruit
volgende hypothesen produceert over de werkzame mechanismen bij het tot stand komen
en in stand houden van stoornissen en over de relatie tussen de aandoeningen en de
persoonlijkheid en tussen de aandoening en de sociale relaties.
Op basis van dit cluster wordt er een indicatiestelling voor een interventie gemaakt met een
verwachting over de uitkomst van deze interventie. Tijdens de interventie toets je de
hypothesen pas en niet tijdens het diagnostisch proces.

,De diagnostiek is een empirisch proces waarin je als diagnosticus kritisch moet blijven. De
empirische cyclus houdt in dat er data verzameld wordt, deze geïntegreerd worden in
theorieën. Deze theorieën vormen hypothesen en deze worden getoetst. Op basis van die
toetsing vindt een evaluatie plaats en zo kan het proces weer van voor af aan beginnen.
Belangrijk hier is dat de kernhypothesen worden gevormd op basis van overlap tussen de
databronnen. Als je uit 1 tests vindt dat er mogelijk sprake is van incest mag dit nooit een
kernhypothese worden. Dit mag pas als er in alle data suggesties komen dat er inderdaad
sprake van incest is.
Vaak gaat het in de praktijk mis in de empirische cyclus omdat niet alle data wordt
meegenomen in de theorievorming. Wanneer men zich maar op 1 aspect richt van de
persoon, bijvoorbeeld de levensloop, wordt de empirische cyclus dus niet goed doorlopen.
Een ander aspect waar fouten in gemaakt worden, is het feit dat mensen conclusies trekken
uit het diagnostisch proces. Psychologisch materiaal is vaak niet sterk genoeg voor echte
conclusies, maar kan slechts leiden tot een hypothesen die getoetst kan worden.

Type psychologische diagnostiek
- Beschrijvende diagnostiek
Hierbij wordt gekeken naar klachten, symptomen en waarneembaar gedrag. Heel
precies wordt in deze diagnostiek de klacht beschreven en vaak wordt deze in het
licht van een DSM-classificatie gezet. Een belangrijke eigenschap is consciëntieusheid.
- Verklarende diagnostiek
Richt zich op welke mechanisme die ten grondslag liggen aan de problematiek. Dit is
dus veel ingewikkelder omdat je veel meer moet puzzelen. Er spelen hier
verschillende factoren een rol:
- Predisponerende factoren: iemand is gevoelig voor stoornissen door bepaalde
factoren, bijvoorbeeld genen, middelenmisbruik of gebrek aan sociale steun.
- Luxerende factoren: de reden waardoor de klacht op dit moment wordt
uitgelokt.
- In stand houdende factoren: redenen die ervoor zorgen dat de problematiek
blijft of soms zelfs verergert.
- Compenserende factoren: deze factoren zorgen ervoor dat de problematiek
minder zichtbaar is.
- Determinerende factoren: geven verklaringen voor het ontstaan van de
aandoening, zoals gehechtheid e.d.
- Voorspellende diagnostiek: hier wordt de data van de patiënt samen met de
wetenschap gebruikt om iets anders te voorspellen bijvoorbeeld zijn IQ,
schoolprestaties of terugval. Dit is echter complex omdat gedrag door veel factoren
bepaald wordt en deze factoren niet allemaal onder controle zijn.

Wetenschap
Zijn onze diagnostisch databronnen allemaal betrouwbaar? Het antwoord is nee. Observaties
e.d. zijn niet betrouwbaar, omdat deze toch een subjectief component bevatten. Onze tests
worden wel steeds betrouwbaarder en steeds meer valide (meet je wat je wilt meten).
Een goed psychologische test bevat betrouwbaarheidsgegevens, validiteitsgegevens en ook
normgegevens. Normgegevens zijn heel belangrijk om een goede interpretatie van de data.
Psychodiagnostiek – college 2

, Waaruit bestaat ons gereedschap?
In de psychologische diagnostiek zijn er drie databronnen: observeren, interviewen en
psychologische tests.
Observeren is in alle fasen van de diagnostiek belangrijk. Je moet kijken naar fysieke
vertoningen van de persoon, maar ook naar het gedrag. Dit moet je heel goed leren, omdat
dit soort informatie ontzettend waardevol kan zijn bij de interpretatie van je data en verdere
theorievorming. Er is altijd wel iets aparts te aanschouwen, waar je veel details uit kan halen
voor inzicht in de problematiek. Het is belangrijk dat je dit objectief observeert en er niet
meteen een oordeel aan vasthangt. Zien is dus een hele belangrijke databron (bijvoorbeeld
motoriek bij depressie). Dit kan aangeboren zijn, maar kan je ook zeker leren.
Interviewen is de tweede databron in het psychologisch onderzoek. Een goed onderzoek
gesprek voeren is voor een diagnosticus cruciaal. Je onderzoekt hier naast de klacht ook de
persoonlijkheid. Je moet alles adequaat uitvragen in de anamnese.
Testen is een wetenschappelijke databron in de diagnostiek.

De intake
Het doel van dit gesprek is de hulpvraag van de cliënt goed in kaart te brengen. Daarnaast
wordt de intake gebruikt om in te schatten of er sprake is van behoefte aan specialistische of
generalistische hulp. Tijdens het gesprek worden de klachten heel specifiek in kaart gebracht
om zo een plan van aanpak te kunnen maken.
In dit eerste gesprek is empathie en respect (tentamenvraag). Patiënten geven in onderzoek
aan dat ze deze twee kenmerken het meest waarderen van een psycholoog in het eerste
gesprek. Empathie betekent niet per se dat je op alles bedelevend moet zijn, maar neemt
hier vooral een ondersteunende rol aan zoals mensen de woorden aanreiken van hoe ze zich
voelen.
De psycholoog opent het gesprek met een beginvraag: wat kan ik voor u doen, waarmee kan
ik u helpen e.d. Je moet vervolgens heel goed opletten op de eerste formulering van de
klachten die de cliënt dan geeft. Mensen hebben hier namelijk vaak heel goed over
nagedacht, waardoor deze beschrijving vaak heel concreet is.
De klachten moeten in het gesprek goed gespecificeerd worden. Hierbij gaat het om de aard,
de intensiteit, frequentie van optreden, duur, functieanalyse en mate van invloed op het
dagelijks leven belangrijk. Je moet gebruik maken van matched care en dus niet enkel de
klacht waarmee de cliënt komt onderzoeken (dus ook verslavingen, somatische klachten,
suïcidaliteit!). Ook middelen- en medicatiegebruik is belangrijk. Hierdoor kan je meteen de
juiste aanpak op maat aanbieden in plaats van steeds een stapje zwaarder tot je de juiste
hebt.

Het eerste gesprek – de indeling
- Het eerste kwartier
Tijdens dit gedeelte van het gesprek wordt vastgesteld of er een toestandsbeeld is in
termen van de DSM. Hiervoor worden de klachten gespecificeerd in de zin van wat de
klacht is, hoelang de klacht al aanwezig is en hoe ernstig de klacht is. Hierbij denkt de
psycholoog holistisch, wat betekent dat de psycholoog naast psychologische aspecten
ook de somatische en sociale kant van het probleem uitpluist.
De resultaten uit dit deel van het gesprek worden niet gebruikt al diagnostiek op uit
te voeren, maar vooral om een houvast te hebben in het beslissingsproces over in
welke lijn zorg de patiënt thuishoort. In de eerste lijn horen vooral de

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper medische_psychologie_2018. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67232 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  2x  verkocht
  • (0)
  Kopen