Probleem 8
Leerdoel 1: Wat is pleegzorg en hoe zit het in elkaar?
Leerdoel 2: Wanneer is pleegzorg nodig?
Leerdoel 3: Welke factoren beïnvloeden het succes van pleegzorg?
Leerdoel 4: Wat is de invloed op pleegouders?
Leerdoel 5: Wat is de invloed op de kinderen?
Strijker (2010) – H7 uit Gezin (Autrique et al.).
De opvoeding van kinderen komt het best tot haar recht in gezinsverband. Hier kan het kind
zich hechten, voelt zich veilig en geaccepteerd, wordt gestimuleerd in de ontwikkeling en er is
sprake van grote continuïteit en betrokkenheid.
Soms kan de gezinssituatie ondraagbaar worden en moet er worden ingegrepen via uit
huisplaatsing. De plaatsing in een pleeggezin heeft voorkeur boven een plaatsing in een
tehuis. Het pleeggezin dan beter voldoen aan de eerdergenoemde basisvoorwaarden. Ook zijn
ze goedkoper.
Pas sinds de jaren 80 wordt het pleeggezin als een belangrijk onderdeel gezien. Sinds die tijd
veel organisatorische veranderingen: kennis en vaardigheden gebundeld, inhoud pleegzorg
komt steeds meer in beeld (typen, ontwikkeling begeleidingsmethoden, beoordelingssystemen,
trainingen en de aspirant-pleegouders). Pleegzorg wordt steeds meer een deskundigheid.
Pleegzorg
Positionering en definiëring: pleegzorg is een van de vier werksoorten: ambulante hulp, dag
hulp, dag- en nachthulp, pleegzorg binnen de jeugdzorg. Het is een vorm van geïndiceerde
hulpverlening. Hulvraag = omschrijving problemen pleegkind en wat het kind aan
leefomgeving nodig heeft voor zijn ontwikkeling.
Iedereen kan een gezin/kind aanmelden bij jeugdzorg. In Nederland zijn er 28 zorgaanbieders
van jeugdzorg. De pleegouders zijn vrijwilligers, ze krijgen wel een vergoeding. De hulp is
tijdelijk. De adoptieouders hebben niet het ouderlijk gezag over een kind. Dit krijgen ze wel als
ze uiteindelijk voogdij krijgen.
Wet op de Jeugdhulpverlening: hulpverlening bestaande uit het bieden van opneming in een
pleeggezin en de daarmee verband houdende begeleiding van pleegkinderen, pleegouders,
ouder en stiefouders. Praktijk definitie: opvoeding/verzorging van één of meer minderjarige
door één of meer natuurlijke personen, zijde niet de ouders, adoptief- of stiefouders van de
minderjarige, in regelmatige samenspraak met een begeleidende instantie op basis van een
indicatie tot hulpverlening aan die minderjarige en veelal zijn/hun ouders.
, Typen pleeggezinnen vrijwillig of via maatregel:
- Bestandsgezinnen: worden geworven en geselecteerd door de regionale Zorgaanbieders
van Pleegzorg. Doorlopen training, medische en justitiële screening > bestand. De
voorkeuren en mogelijkheden worden opgeslagen leeftijd, geslacht, duur, contact.
- Netwerkgezinnen: bloedverwanten, vrienden, kennissen of geloofsgenoten. Reden:
continuering, in stand houden oorspronkelijk netwerk. Het kind hoeft zich niet aan
vreemden aan te passen en het is makkelijker uitleggen aan vriendjes.
Er wordt altijd eerst actief gezocht naar een netwerkgezin.
Kritiek netwerkgezinnen: screening minimaal, falen ouders is ook falen familienetwerk,
problematisch om grenzen en rollen binnen familie af te bakenen > geen statistische verschillen.
Typen plaatsing:
- Perspectief biedend: het is duidelijk dat het kind voorlopig niet terug naar zijn ouders kan en
dat het kind langer, soms zelfs tot meerderjarigheid, in het pleeggezin blijft.
- Perspectief zoekend: onduidelijk wat er verder met het kind gaat gebeuren. Opties: terug
naar gezin, internaat, ander pleeggezin.
Nieuwer onderscheid: hulpverleningsvariant (module zorgprogramma, kind terug naar huis,
intensief contact ouder en pleegouder) versus opvoedingsvariant (continu en stabiele verblijfplaats).
Intensiteit begeleiding: gebaseerd op de ernst van de problemen en het gezin waar het kind van
afkomstig is. In de praktijk 2 soorten:
- Basisvariant: weekend- en vakantiegezinnen, crisisopvang, kostpleeggezinnen (ouderen, min of
meer zelfstandige jongeren).
- Intensieve variant: meer gebruik van ondersteunende disciplines en krijgt dus ook meer
subsidie.
Therapeutische Gezinsverpleging TGV: kinderen die ernstig pedagogisch en emotioneel
verwaarloosd zijn.
Aan internaten gelieerde gezinsprojecten voor jonge kinderen.
Intensieve pleegzorg voor verstandelijk gehandicapten.
Intensieve vormen pleegzorg voor jongeren 15-17 door gedragsproblemen.
Juridische aspecten: minderjarigen staan onder ouderlijk gezag plicht en recht ouder opvoeding
en verzorging minderjarige (zorg, verantwoordelijkheid psychisch en lichamelijk welzijn,
bevorderen ontwikkeling persoonlijkheid). Voogdij: ander persoon dan de ouders. Ouders kunnen
op verschillende manieren te kort schieten: verwaarlozing, mishandeling, problematische
opvoedsituatie. Meestal is het een combinatie van factoren en ontstaat er probleemgedrag.
Drie juridische mogelijkheden:
- Kind in pleeggezin, gezag bij de ouders: met toestemming van de ouders in een pleeggezin, dit
is vrijwillige plaatsing. De ouders behouden het gezag en zijn bevoegd de verblijfplaats te
bepalen.