Samenvatting OWE 9 & 10
Samenwerken in Vakmanschap
1
, VPL – VT OWE 9 & 10 Samenwerken in Vakmanschap
In dit document zijn alle leerdoelen gebruikt om er zeker van te zijn dat alle
leerstof behandeld wordt.
Inhoudsopgave
Reanimatie.............................................................................................................................................4
Verpleegkundig leiderschap & middencomplexiteit..............................................................................10
Zelfmanagement..................................................................................................................................13
Peritonitis & Ileus..................................................................................................................................16
Samenwerken.......................................................................................................................................19
Schriftelijke rapportage.........................................................................................................................23
Zorgplan opstellen................................................................................................................................25
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)..............................................................................29
Venapunctie en infusie..........................................................................................................................30
Toetsmatrijs Kennistoets OWE 8 Indiceren van Zorg
Peritonitis & Jüngen, I., Zaagman-van Buuren, M. (2006). Pathologie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Pagina 371-
ileus 379
De student:
- Kan uitleggen wat een peritonitis is en hoe een peritonitis kan ontstaan;
- Kan de verschijnselen van een peritonitis beschrijven en verklaren;
- Weet welke acties / maatregelen de verpleegkundige dient te nemen bij peritonitis;
- Weet wat een ileus is en wat de verschijnselen daarbij zijn
Verpleegkundi Nieuwenhuis, M.A. (2017). De zeven eigenschappen van Covey. Geraadpleegd op 16 augustus 2023,
g leiderschap Van http://123management.nl/0/030_cultuur/a300_cultuur_16_covey_zeven_eigenschappen.html
TVZ (2021). Verpleegkundig Leiderschap. Geraadpleegd op 16 augustus 2023,
van https://www.tvznext.nl/verpleegkundig-leiderschap/
Tekst onder het kopje ‘Wat is verpleegkundig leiderschap?’ en ‘Verpleegkundig leiderschap wordt
gevormd door:’
Filmpje: Wat is verpleegkundig leiderschap, van Pieterbas Lalleman
Filmpje: ACN Nurse Leadership verpleegkundigleiderschapnu
De student:
- Kan benoemen wat verpleegkundig leiderschap is, hoe dit wordt gevormd en welke betekenis dit
2
, heeft voor de beroepspraktijk.
- Kan het model voor effectief leiderschap van Covey benoemen en uitleggen
Zelfmanageme Pharos (2022). Factsheet laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden. Geraadpleegd op 16
nt augustus
2023, van https://www.pharos.nl/factsheets/laaggeletterdheid-en-beperkte-gezondheidsvaardigheden/
IQ Healthcare (2013). Handleiding SeMaS Self Management Screening. [Handleiding]. Radboud
universitair medisch
centrum. (Te vinden op OnderwijsOnline, terugkomdag 3: Zelfmanagementondersteuning (SO3),
bestanden)
IQ Healthcare (2013). SeMaS: Self Management Screening. [Vragenlijst]. Radboud universitair medisch
centrum. (Te
vinden op OnderwijsOnline, terugkomdag 3: Zelfmanagementondersteuning (SO3), bestanden)
De student:
- Kan uitleggen wat onder zelfmanagement en gezondheidsvaardigheden wordt verstaan en wat
de relatie is tussen deze begrippen;
- Kan uitleggen welke werkwijze gehanteerd kan worden om zelfmanagementmogelijkheden van
de zorgvrager te inventariseren en de ‘Semas’ uitleggen;
- Heeft kennis en inzicht t.a.v. gezondheidsvaardigheden die beïnvloedend zijn in
zelfmanagement.
Samenwerken Op onderwijsonline het hoofdstuk een scan uit:
Van Zaalen , Y., Deckers, S., & Schuman, H. (2018). Handboek Interprofessioneel samenwerken in zorg en
welzijn. Bussum: Couthino. Zowel paragraaf 1.5 Definities van samenwerkingsrelaties als paragraaf 3.5
de Tshaped professional.
De student:
- Kan benoemen wat de specifieke verpleegkundige expertise is en wat in te zetten voor het
generalistisch werken;
- Kan uitleggen wat een T-shaped professional is;
- Kan uitleggen wat de verschillende samen.
Schriftelijke Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland. (2022). Richtlijn Verpleegkundige en Verzorgende
rapportage Verslaglegging. Geraadpleegd op 16 augustus 2023, van
https://www.venvn.nl/media/w02buck0/v-vn-richtlijn-verslaglegging.pdf Pagina 1 t/m 46
De student:
- Kan verwoorden welke kwaliteitseisen aan schriftelijke rapportage- en overdrachtsvormen
moeten worden gesteld;
- Kan een aantal rapportage methodieken benoemen en uitleggen (zoals RSVP, SBAR, ABCD,
SOAP);
- Heeft inzicht op welke
Zorgplan Hesselink, J. (2015). Werken met het verpleegkundig dossier. Groningen: Noordhoff uitgevers. Stap 6,7,8
opstellen (let op uitgezonderd stap 8 pagina 98 ‘Eisen’ i.v.m. nieuwe Richtlijn Verpleegkundige en verzorgende
verslaglegging, uitgegeven door V&VN in 2022)
Of
Hesselink, J. (2015). Zo maak je een verpleegplan. Groningen: Noordhoff uitgevers. Hf 6,7,8
De student:
- Kan SMART geformuleerde doelen formuleren;
- Is bekend met de vaardigheden/randvoorwaarden die nodig zijn om zorgdoelen te kunnen
stellen;
- Kent de samenhang tussen de verschillende onderdelen van de PESDIE;
- Kent het verschil tussen ona
Wet Kwaliteit, Van Meersbergen, D.Y.A. & Biesaart, M.C.I.H. (2022). Praktisch gezondheidsrecht. Groningen/Utrecht:
Klachten en Noordhoff Uitgevers B.V. Paragraaf 5.3.4 Recht op klachtenbehandeling, pagina 171 t/m pagina 173.
Geschillen Of
Zorg (Wkkgz) Van Meersbergen, D.Y.A. & Biesaart, M.C.I.H. (2019). Praktisch gezondheidsrecht. Groningen/Utrecht:
Noordhoff Uitgevers B.V. Paragraaf 5.3.4 Recht op klachtenbehandeling
De student
- Heeft inzicht in/kennis van de klachtenprocedure op basis van de Wet kwaliteit, klachten en
geschillen zorg
Venapunctie http://www.skillslabonline.nl/ : Verpleegtechnische vaardigheden Thema bloedafname via venapunctie
en infusie http://www.skillslabonline.nl/ : Verpleegtechnische vaardigheden Thema infusie perifere canule
3
, Reanimatie
Elke week krijgen in Nederland ongeveer 300 mannen en vrouwen een
circulatiestilstand. Dit komt vaak doordat er een chaotisch ritme is ontstaan, bekend
als ventrikelfibrilleren (dat het ongecoördineerd samentrekken van het hartspier
belemmert).
Circulatiestilstand = situatie waarbij het hart plotseling en onverwacht stopt met
pompen. Hierdoor stroomt er geen bloed meer naar de hersenen en naar andere vitale
organen.
Basale reanimatie is de combinatie van borstcompressies en beademingen met het
gebruik van een automatische externe defibrillator (AED).
1. Reanimatie
- Borstcompressies (30x): bloed rondpompen
- Beademing (2x): zuurstof naar de longen brengen
2. Het gebruik van een automatische externe defibrillator (AED)
- Apparaat dat een gecontroleerde elektrische schok kan toedienen aan
het hart, zodat ventrikelfibrillatie gestopt kan worden en de normale
hartfunctie kan herstellen.
o Elektrische activiteit van het hart wordt geanalyseerd door de 2
zelfklevende elektroden van de AED. Nauwkeurige plaatsing is
hierbij van belang.
Reanimatie kan voorkomen dat er schade ontstaat aan de vitale organen. Het zal alleen
het normale hartritme niet herstellen.
De uitgevoerde reanimatie zorgt ervoor dat eventuele defibrillatiepogingen een
grotere kans van slagen hebben.
Borstcompressie plaats de hiel van een hand op het midden van de borstkas van het
slachtoffer. Plaats de hiel van de andere hand bovenop de eerste hand. Haak vervolgens
de vingers in elkaar en zorg ervoor dat er geen druk wordt uitgeoefend op de ribben van
het slachtoffer. Druk het borstbeen minimaal 5 cm, maar niet meer dan 6 cm, loodrecht
naar beneden.
Tempo: 100-120/min, met zo min mogelijk onderbrekingen.
De reanimatie moet worden onderbroken als
1) Een professionele hulpverlener zegt dat er gestopt mag worden met reanimeren.
2) Als iemand door de vermoeidheid niet meer kan reanimeren.
3) Het slachtoffer
- Wakker wordt - Beweegt
- Ogen opent - Normaal ademt
Je moet doorgaan met reanimeren tot er een AED aanwezig is, is aangezet en de
elektroden zijn bevestigd aan het slachtoffer.
Vroegtijdige herkenning en alarmering
4