Stem hoorcollege 1
• Leerdoelen:
1.De student maakt kennis met de betekenis van stem voor ons als mens.
2.De student maakt kennis met verschillende soorten stemgeluid.
3.De student maakt kennis met ‘normale stemmen’
4.De student maakt kennis met ‘niet normale stemmen’
5.De student beschrijft de akoestische kenmerken van normale fonatie.
6.De student beschrijft het bron- lter model.
Stem hoorcollege 2
• Leerdoelen:
1.De student beschrijft in Latijnse en Nederlandse terminologie de morfologie van de larynx:
(kraak)beenderen, spieren en histologie van de stemplooien.
2. De student beschrijft de namen en functie van de larynxmusculatuur: extrinsieke en intrinsieke
larynxspieren/ supra-hyoidale en infra-hyoidale larynxspieren.
3. De student beschrijft de fysiologie van de fonatie; inclusief het bernouilli-e ect, toonhoogte en
luidheidvariatie.
4. De student beschrijft de innervatie van de larynx.
• Waar zit de larynx?
- De larynx (strottenhoofd) zit in de keel.
- Een van de onderdelen van de larynx kun je vaak goed zien, zeker bij mannen: de adamsappel.
- In de larynx bevinden zich de stembanden en de luchtpijp.
Larynx en stemplooien sagittale doorsnede
bloem
vooraanzicht
Larynx vooraanzicht Stemplooien bovenaanzicht
• De stembanden (zie foto helemaal rechts, stemplooien) bevinden zich horizontaal in de larynx.
• Functies van de larynx:
- Primair (De functie waar de larynx voor is bedoeld): bescherming van de lagere luchtwegen!
- Ademen
- Slikken
- Foneren (stem geven)
- Tillen van ‘lasten’/persen
• De larynx bestaat uit:
- Kraakbenig skelet (1 bot)
- Larynxmembranen
- Ligamenten
- Intrinsieke en extrinsieke larynxspieren
- Stemplooimucosa
fi ff
,• Namen van onderdelen larynxskelet (beide namen moet je weten):
- Hyoid: tongbeen
- Thyroid: schildkraakbeen
- Cricoid: ringkraakbeen
- Arytenoiden: bekerkraakbeentjes, ondersteunen de stembanden bij het openen/sluiten.
- Epiglottis: strot(te)klepje
• Larynxspieren, wat moet je weten?:
- Naam
- Loop, dus waar begint de spier en waar gaat de spier naartoe
- Innervatie, dus welke zenuwen zijn betrokken
- Functie
• Logica (vaak van toepassing):
- Waar komt spier vandaan en waar gaat ie naar toe?
- Vaak van caudale structuur naar craniale structuur
vb: m. sternothyroideus à van sternum (borstbeen) naar thyroid
• Werking van spieren:
- Bij actieve aanspanning wordt de spier korter
- Bij actieve aanspanning bewegen de skeletdelen aan beide uiteinden van de spier naar elkaar
toe
- Let op: spieren kunnen ook passief gespannen (=gerekt) worden!
• Larynxspieren verdelen in 2 groepen:
1. Intrinsieke larynxspieren
2. Extrinsieke larynxspieren
• Intrinsieke larynxspieren:
- Spieren die direct in of net om de larynx zitten. Ze hebben alleen betrekking op de larynx zelf en
vooral ook op de stemplooien.
- Functies: openen-sluiten van de stemplooien, verlengen-verkorten van de stemplooien en het
spannen van de stemplooien
• Namen intrinsieke larynxspieren (afkorting en volledige naam moet je weten):
- CAP = m. cricoarytenoideus posterior
- CAL = m. cricoarytenoideus lateralis
- IA = m. interarytenoideus
- CT = m. cricothyroideus
- TA = m. thyroarytenoideus / m. vocalis
, abductie van de stemplooien
• m. cricoarytenoideus posterior (CAP):
- Deze spier zorgt voor het openen van de stemplooien
- Gaat van het cricoid (ringkraakbeen) naar de arytenoide
(bekerkraakbeentje) en zit aan de achterzijde
- Op deze manier kan ie de stemplooien openen
CAP CAL
adductie van de stemplooien
• m. interarytenoideus (IA/AO)–transversus (IA)/obliquus
(AO) en m. cricoarytenoideus lateralis (CAL):
- Dit zijn de 2 spieren die betrokken zijn bij het sluiten van de
stemplooien IA/AO
- m. interarytenoideus bestaat uit 2 structuren: een rechtstuk, CAL
dat is de transversus en een gekruiste spier, de obliquus
- m. cricoarytenoideus lateralis gaat van het cricoid naar een
arytenoide en hij zit aan de zijkant (lateralis)
• Werking CAP-CAL-IA:
- De groene lijnen zijn de stemplooien
- De zwarte driehoekjes zijn de arytenoiden
- Met de blauwe lijnen staan de spieren aangegeven (de namen staan erbij)
- Op het moment dat je de CAP aantrekt, gaan de stemplooien open
- Op het moment dat je de CAL en de IA aantrekt, gaan de stemplooien
sluiten
• m. cricothyroideus (CT):
- Deze spier helpt bij het verlengen van de stembanden en ook
met het sluiten
• m. thyroarytenoideus internus/medialis (TA):
- Helpen bij het verkorten en het sluiten van de stembanden
• Overzicht van alle intrinsieke larynxspieren (Musculatuur van de
larynx):
,Innervatie intrinsieke larynxspieren:
- Om spieren te laten bewegen, hebben we aansturing
nodig vanuit de hersenen. Dat gebeurt via zenuwen,
innervatie noemen we dat.
- De innervatie van intrinsieke larynxspieren vind plaats
met de 10e hersenzenuw (nX). De naam van deze
hersenzenuw is n. vagus.
- Deze hersenzenuw heeft een aantal vertakkingen: n.
laryngeus superior (NLS) en n. laryngeus inferior, ook wel
n. recurrens (NLR)
- Voor overzicht innervatie zie De Bodt et al (2015), p. 22-26
• Extrinsieke larynxspieren (ophangmusculatuur larynx):
- Deze spieren bestaan uit 2 groepen
- 1. Er zijn spieren die gaan van de larynx naar boven, bv naar de
kaak
- 2. En er zijn spieren die gaan naar beneden, bv naar het
sleutelbeen
- De spieren die omhooggaan, boven het hyoid zitten, zorgen
ervoor dat de larynx kan he en
- De spieren die naar beneden gaan, zorgen voor het dalen van de
larynx, dit is bv belangrijk bij het slikken.
- Bij lage tonen daalt de larynx en bij hoge tonen gaat de larynx
omhoog
- Het kan zijn dat bij een teveel aan spanning de spieren boven
het hyoid teveel aangespannen staan, vaak krijgen cliënten dan
klachten.
- Je kunt dan de spieren trainen om weer in ontspanning te
komen, bv door te gapen, zuchten, lage tonen te maken. Zo
komt de larynx weer in balans.
• Innervatie extrinsieke larynxspieren:
- Deze zenuwen zijn betrokken bij de extrinsieke
larynxspieren —>
•Extrinsieke larynxspieren: suprahyoidale spieren en
infrahyoidale spieren:
-suprahyoidale spieren: zorgen voor de larynxhe ng
-suprahyoidale spieren: de spieren boven het hyoid
-Onthoud welke zenuwen daarbij betrokken zijn
-Infrahyoidale spieren: zorgen voor larynxdaling en sluiting
van de ruimte tussen het hyoid en het thyroid
-Infrahyoidale spieren: de spieren onder het hyoid
ff ffi
, • Stemplooien: ware en valse
- Ware stemplooien (true vocal cords): deze stemplooien kunnen
daadwerkelijk in trilling worden gebracht en zorgen voor stemgeluid.
- Valse stemplooien (false vocal cords): deze ondersteunen eventueel als
je je bv verslikt. Of als je heel veel kracht moet zetten. Ze kunnen
eigenlijk niet goed in trilling worden gebracht en je gebruikt ze dus niet
bij het stemgeven.
- Als mensen heel geforceerd spreken, kunnen ze wel hoorbaar zijn. Het
klinkt dan heel erg schor en heel erg ruw. Deze mensen kom je vaker
tegen bij de logopedist.
• Glottis/stemspleet: ruimte tussen stemplooien
- Op het moment dat wij ademhalen, is er een grote ruimte tussen de
ware stemplooien. Deze ruimte noemen we glottis.
- Spreken we over het gebied daarboven: supraglottis
- Gebied daaronder: subglottis
• Histologie:
- Als we spreken over weefsel, dus die lagen dan hebben we het
over histologie.
- Er zijn een aantal belangrijke weefsels om de stemplooi: epitheel,
dat is eigenlijk het behang en daar zit ook een slijmvlieslaag bij.
Onder het epitheel is de Ruimte van Reinke, dat is eigenlijk de
behanglijm. En daaronder vinden we drie lagen van de lamina
propria: de super ciële-, middelste- en diepe laag. Dan komen we
pas bij de musculus vocalis.
- Alle lagen bij elkaar (dus het slijmvlies, het epitheel en de lamina
propria) noemen we de mucosa.
• Fonatie (stemgeven), het in trilling brengen van lucht
- Dat doen we met de stemplooien
- Om die lucht in trilling te brengen moet ik de glottis dus af en toe groter maken, maar ook
kunnen afsluiten.
- Adductie: stemplooien bewegen naar elkaar toe, de glottis sluit.
- Abductie: stemplooien bewegen van elkaar af, de glottis opent.
• Je ziet een luchtstroom die vanuit de longen komt en naar boven
gaat. Door deze luchtstroom zal er een aanzuigende werking zijn op
de mucosa golf en zullen de stemplooien sluiten.
• Lucht in trilling brengen:
- Er zal dus een opening moeten zijn.
- Doordat die luchtstroom door blijft gaan, zal die mucose zich ook
weer openen en daarna zal er weer een aanzuigende werking zijn.
Dit is een cyclische interruptie van de luchtstroom en zo krijgen we
trillingen en geluid. Dit noemen we de mucosale golf.
fi