Zo werkt de zorg in Nederland
Hoofdstuk 3; Wie is wie en wat doet de zorg?
3.1
3 belangrijke hoofdrolspelers in de zorg; Burgers, Zorgaanbieders en Zorginkopers
1. Burgers
In Nederland wonen 16,8 miljoen mensen. Als ‘verzekerden’ zijn zij dus een van de 3 hoofdrolspelers
in d zorg. Alle Nederlanders zijn verplicht zich te verzekeren voor de ziektekosten.
2. Zorgaanbieders
Hiermee wordt bedoel alle organisaties, instellingen en individuele zorgverleners die zorg, hulp en
ondersteuning bieden. Zorgaanbieders zijn ook alle mensen die werken in de zorg dit zijn ongeveer 1,5
miljoen mensen. Meestal werkzaam in de ouderenzorg en in de ziekenhuis- en medische
specialistische zorg.
3. Zorginkopers
Zorgverzekeraars, ook wel motor van de zorg. Zij kopen de zorg in bij zorgaanbieders, maar alleen de
zorg die valt onder de ZVW(zorgverzekeringsweg).
Zorgverzekeraars = zorgverzekeringswet (ZVW)
Zorgkantoren = wet langdurige zorg (WLZ)
Gemeente = wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en voor de jeugdwet
Met zorginkopers wordt dus meer onder verstaan dan alleen de zorgverzekeraars, de zorgkantoren en
de gemeenten voeren de stelselwetten uit. Ze betalen zorgaanbieders, informeren verzekerden en
burgers, bemiddelen tussen zorgvragers en zorgaanbieders.
Vertegenwoordiging
Burgers, zorgaanbieders en zorginkopers vormen een ‘trias sanitas’. Zonder een van deze partijen kan
het zorgstelsel niet werken.
Burgers worden in de zorg vooral vertegenwoordigd in hun rol van patiënt of zorgvrager.
bijv. Borstkankervereniging, hoofdpijnpatiënten, maag lever darm stichting
Zorgaanbieders worden in hun rol van individuele werknemer vertegenwoordigd door
beroepsverenigingen.
bijv. Koninklijk Nederlands Genootschap voor fysiotherapie, verpleegkundige en verzorgende
Nederland, koninklijke Nederlands maatschappij ter bevordering der Tandheelkunde.
Zorgverzekeraars worden vertegenwoordigd door Branchevereniging Zorgverzekeraars Nederland
(ZN). Alhowel zorgverzekeraars concurreren, hebben zij als derde hoofdrolspeler in de Nederlandse
zorg ook de gemeenschappelijke belangen. ZN behartigd die.
3.2 Wie zijn de overige spelers?
Voornamelijk publieke organisaties, gezondheidsfondsen en kennisorganisaties.
Rijksruit
Publieke spelers in de zorg vormen het rijksruit, met daarbinnen 4 groepen.
1. Rijkoverheid VWS (ministerie volksgezondheid, welzijn en sport. De belastingdienst
2. Toezichthouders inspecties die toezichthouden op gezondheidszorg (IGZ), jeugdzorg (IJZ),
autoriteit consument en markt (ACM), Nederlandse zorgautoriteit (NZA)
3. Uitvoerende instanties Centraal administatie kantoor (CAK), Centrum indicatiestelling zorg
(CIZ), Centraal informatiepunt beroepen gezondheidszorg (CIBG), sociale verzekeringsbank
(SVB).
4. Adviesorganen adviseren over welke zorg in basispakket moet zitten. Dit adviseert minister
van VWS, gezondheidsraad, de raad voor volkgezondheid en samenleving (RVS), sociaal en
cultureel planbure en de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid(WRR)
Gezondheidsfondsen
Geheel onafhankelijk van de overheid en daarom net als de kennisorganisaties buiten de Rijksruig
staan 20 gezondheidsfondsen. Gezondheidsfondsen zijn fondsenwervende instellingen, soms ontstaan
uit particuliere initiatieven, die zich richten op ee bepaalde ziekte of een cluster van aandoeningen die
zich inzetten voor een betere kwaliteit van leven van en specifieke patiëntengroep.
Richten zich vooral op wetenschappelijk onderzoek, voorlichting en preventie.
, Hoofdstuk 4; Welke wetten regelen de zorg
Het is belangrijk dat studenten, maar ook ervaren zorgverleners, weten hoe de ‘tractus juridicus’
oftewel de wetten in de zorg werken. Behalve met nationale wetten heeft de Nederlandse zorg te
maken Europese regelgeving. Die beschrijft bijvoorbeeld wat de rechten zijn van Nederlanders die in
Duitsland of Spanje zorg krijgen.
3 type wetten relevant
1. Algemene wetten die niet specifiek de zorg betreffen, maar wel belangrijk zijn voor de zorg.
Mededingingswet telecomaanbieders en energiemaatschappijen
2. 4 stelsel wetten
Zorgverzekeringswet, wet langdurige zorg, wet maatschappelijke ondersteuning,
jeugdwet.
3. Wetten die specifiek zorggerelateerde onderwerpen betreffen.
Wet foetaal weefsel, de euthanasiewet, opiumwet of de wet op het
bevolkingsonderzoek.
4.1 Zijn voor de zorg belangrijke algemene wetten?
Belangrijk voor het goed functioneren van de samenleving. Deze wetten gaan bijvoorbeeld over de
manier waarop zorgverleners, burgers en de overheid met elkaar omgaan, over concurrentie in de zorg
en over de vraag wanneer zorgverleners iets strafbaars doen.
Omgang
Grondrecht artikel 11 Onaantastbaarheid van het lichaam.
Artikel 22 Iedereen moet toestemming geven voor ingrepen aan het eigen lichaam.
Privaatrecht Burgerlijk wetboek, boek 1 Vertegenwoordiging van meerderjarige
en BIG* wilsonbekwame patiënten
Ondercuratelestelling en het mentorschap
Ouderlijk gezag van minderjarige en de
rechtspositie van een ouder zonder dit gezag.
Privacyrecht Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) bescherming privacy
(patiënt)gegevens zorgvuldig
bewaard worden en
gegevensverstrekking aan derden.
*Wet BIG = wet beroepen in de individuele gezondheidszorg
Bestuursrecht Algemene wet bestuursrechtVerhouding tussen overheid en burger
Basis voor de bevoegdheden van de inspectie voor
gezondheidszorg (IGZ)
Basis voor de rechtsbescherming van de
zorgaanbieders tegen de besluiten van de IGZ
wet openbaarheid van bestuur deze wet geeft burgers het recht om
openbare overheidsinformatie op te vragen,
in te zien en te gebruiken.
Deze wet is van toepassing op informatie
van de IGZ.
Mededingingsrecht mededingingswet deze wet stelt regels vast over
mededingingsafspraken en economische machtposities
Deze wet regelt ook het toezicht op ongeoorloofde
machtsconcentraties van ondernemingen.