100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Fundamenten Literatuur Samenvatting (alle artikelen wk 1-5) €10,49   In winkelwagen

Samenvatting

Fundamenten Literatuur Samenvatting (alle artikelen wk 1-5)

4 beoordelingen
 181 keer bekeken  34 keer verkocht

Universiteit Leiden - Master Straf- en Strafprocesrecht Vak: Fundamenten Samenvatting literatuur artikelen week 1-5

Voorbeeld 4 van de 77  pagina's

  • 5 oktober 2023
  • 77
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (7)

4  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: robertpuppels • 3 dagen geleden

review-writer-avatar

Door: nilsnilsen • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: maartjemolhuysen • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: kamilakozlowska • 1 jaar geleden

avatar-seller
MasterStrafrechtLeiden
Fundamenten | Literatuur samenvatting | 2023-2024

Inhoudsopgave
WEEK 1 – HET STRAFRECHT EN ZIJN VERLICHTE BASIS....................................................................................................... 2
ARTIKEL 1 – C. BECCARIA, OVER MISDADEN EN STRAFFEN, P. 57-64...................................................................................................2
ARTIKEL 2 – Y. BURUMA, ‘INLEIDING IN 100 JAAR STRAFRECHT’, P. 13-38...........................................................................................3
ARTIKEL 3- FOQUE EN T’ HART, ‘BECARRIA EN MONTESQUIEU’ (P. 84 – 107)......................................................................................6
ARTIKEL 4 - ROUSSEAU, ‘MAATSCHAPPELIJK VERDRAG’ (P. 9-33 EN 52-75)..........................................................................................8
ARTIKEL 5 – WITTEVEEN, ‘DE WET ALS KUNSTWERK’ (P. 70-84).........................................................................................................9
WEEK 2: STRAFRECHTELIJKE LEGALITEIT, CODIFICATIE EN WETGEVING.............................................................................13
ARTIKEL 6 – ALTENA, ‘NULLUM CRIMEN SINE LEGE CERTA’ (P. 12 – 19).............................................................................................13
ARTIKEL 7 – GROENHUIJSEN, ‘STRAF EN WET’ (P. 9 – 65)................................................................................................................16
ARTIKEL 8 – NIJBOER, ‘DE DOOLHOF VAN DE STRAFWETGEVING’ (P.134 – 152)..................................................................................18
ARTIKEL 9 – ROZEMOND, ‘LEGALITEIT IN HET MATERIELE STRAFRECHT’ (P. 117 – 130).........................................................................19
ARTIKEL 10 - C.P.M. CLEIREN, ‘DE OPENHEID VAN HET RECHT, DE GESLOTENHEID VAN HET RECHT’..........................................................20
WEEK 3: GRONDEN VOOR STRAFBAARSTELLING: SCHADE EN RECHTSBELANGEN.............................................................25
ARTIKEL 11 - S.S. BUISMAN, ‘CRITERIA VOOR STRAFBAARSTELLING. DE INTEGRATIE TUSSEN THEORIE EN WETGEVINGSBELEID’, BOOM STRAFBLAD
2021, P.64 – 72.....................................................................................................................................................................25
ARTIKEL 14 - J.W. OUWERKERK, OP ZOEK NAAR DE MORELE GRENZEN VAN HET UNIESTRAFRECHT: DE POTENTIE VAN HET
RECHTSBELANGENCONCEPT, IN: J. ALTERNA E.A. (RED.), IN ONDERLINGE SAMENHANG (CLEIREN-BUNDEL), P.389-404...............................32
ARTIKEL 15 - J.M. TEN VOORDE, ‘ORDENENDE FUNCTIES VAN RECHTSBELANGEN: SYSTEMATISEREN EN SPEL VERDELEN’...............................34
ARTIKEL 16 - L.H.C. HULSMAN, ‘HANDHAVING VAN RECHT’ (P.227 – 238).......................................................................................36
WEEK 4: MENSBEELD IN HET STRAFRECHT...................................................................................................................... 42
ARTIKEL 17 – BURUMA, ‘GRENZEN AANSPRAKELIJKHEID’ (P. 71 – 93)...............................................................................................42
ARTIKEL 18 - DE JONG, ‘MENSBEELDEN’ (P. 407 – 420)................................................................................................................45
ARTIKEL 19 - DE JONG, ‘SCHULD EN DE ANDER’ (P. 1 – 10)............................................................................................................48
ARTIKEL 20 - MOOIJ, ‘OVER DE WIL EN DE VRIJHEID VAN DE WIL’ (P. 166 - 174)................................................................................50
ARTIKEL 21 – NAGEL, ‘HET STRAFRECHT EN DE ONMENS’ (P. 1 – 40) = 4-35.....................................................................................55
ARTIKEL 22 – POMPE, ‘PERSOON DES DADERS – MENS IN STRAFRECHT’ (P. 1 – 32)..............................................................................58
WEEK 5 – PROCESRECHT, PROCESSTELSELS EN PROCESSTIJLEN........................................................................................ 60
ARTIKEL 23 – BURUMA, ‘TOEKOMST STRAFRECHTSPRAAK’ (P. 1- 9)..................................................................................................60
ARTIKEL 24 – DAS, ‘DE CODIFICATIE VAN RECHTSBEGINSELEN’ (P. 19 – 28)........................................................................................62
ARTIKEL 25 - T’ HART, ‘INQUISITOIR OF ACCUSATOIR’ (P. 149 – 152)...............................................................................................66
ARTIKEL 27 – ROZEMOND, ‘STRAFRECHTELIJKE BELANGENAFWEGING IN DE RISICOSAMENLEVING’ (P. 160 – 168).....................................71
ARTIKEL 28 – M. HILDEBRANDT, ‘TRIAL AND FAIR TRIAL’ (P.15-36).................................................................................................74




1

,Fundamenten | Literatuur samenvatting | 2023-2024
Week 1 – Het strafrecht en zijn verlichte basis

Artikel 1 – C. Beccaria, Over misdaden en straffen, p. 57-64.

Inleiding: mensen laten zeer vaak het maken van de belangrijkste regels over aan bepaalde kleine groep. Deze
groep mensen kiest voor wetten waar zij zelf belang bij hebben en die voor hen voordelen opleveren. Hier wordt
de opvatting uiteengezet dat regels en wetten doorgaans een klein aantal mensen bevoordelen boven de overgrote
meerderheid die daarvan niet profiteert. Beccaria neemt deze stelling over van Rousseau en pleit voor andere en
betere wetten en pleit ervoor om deze scheve verhoudingen definitief ten einde te maken. Hoofddoel voor
Beccaria (en elke wetgeving volgens hem) komt naar voren op pagina 58 en voetnoot 54 en houdt in dat je het
grootst mogelijk geluk laat delen door het grootst mogelijk aantal mensen. Beccaria ontleent deze stelling aan
Hutcherson. Het oriëntatiepunt blijft hierbij: ‘een actief ingrijpende staat moet zich door dit beginsel laten leiden,
wil hij er aanspraak op kunnen maken een legitieme staat te zijn. Beccaria pleit voor milde straffen en politieke
vrijheid. Hij deelt in die zin de opvattingen van Montesquieu.

§1 Oorsprong van straffen: Beccaria heeft hier de vrijheid van burgers op het oog om zonder beperking van
wetten te doen wat hen goeddunkt. Bovendien benadrukt hij ook de politieke vrijheid om te denken en te zeggen
wat men wil. Hij legt uit dat de mensen die zich in een maatschappij verenigden er genoeg van hadden om in een
staat van oorlog te leven en daarom een deel van hun vrijheid opofferden om in rust te kunnen leven. De som van
al die delen vrijheid die zijn opgeofferd aan het algemeen welzijn van eenieder vormt de grondslag van de
soevereiniteit van een natie. Deze soevereiniteit is de legitieme schatbewaarder en beheerder daarvan, maar het
was niet voldoende die vrijheid in bewaring te geven. Zij moest ook verdedigd worden tegen de persoonlijke
onrechtmatige toe-eigeningen van elk individu in het bijzonder. We hebben gevoelige drijfveren nodig om niet
terug te vallen in de oude chaos van vroeger. Deze gevoelige drijfveren zijn de straffen die tegen overtreders van
wetten zijn vastgesteld. Mensen zijn heerszuchtig en zien niet uit zichzelf in dat zijn persoonlijk belang
ondergeschikt moet maken aan het algemeen belang. Wetten met een blijvende inwerking zijn nodig om mensen
daartoe aan te zetten. Wetten maken alleen maar indruk naarmate zij de gevoelens van mensen rechtstreeks raken.
Daarom moeten wetten aansluiten op wat mensen voelen en passen bij de drijfveren die hen bewegen.

§2 Het recht om te straffen: de grond waarop het recht rust van de soeverein om misdaden te straffen: het berust
op de noodzaak de schatkist van het algemeen welzijn te verdedigen tegen persoonlijke toe-eigeningen. Beccaria
ziet de grondslag van het strafrecht in veiligheid. Bescherming tegen aanvallen van medeburgers. Straffen moeten
beschermen, maar ook zeker zijn. In die zin dat zij zonder mankeren op de misdaad volgen. Het is de taak van de
vorst om daar garant voor te staan. Beccaria geeft aan het begrip politiek moraal de volgende betekenis: publieke
moraal bestaat uit niets anders dan het sturen van menselijk gedrag door belonen en straffen. Wanneer
eigenbelang ondergeschikt wordt aan het eigen belang is de handeling in moreel opzicht goed. Het is aan het
bestuur van het land dit als richtsnoer voor wetgeving beleid te maken. Volgens Beccaria is er volgens recht
(diritto) sprake wanneer de macht (forza) wordt aangewend waarvoor zij bedoeld is; zoveel mogelijk geluk
brengen voor zo veel mogelijk mensen. Recht is een norm voor macht, maar macht heeft het voor het zeggen.

§3 Conclusies: In de eerste conclusie lezen we het legaliteitsbeginsel. Wetten kunnen alleen straffen vaststellen
voor misdrijven en dat deze bevoegdheid alleen kan berusten in de persoon van de wetgever die de hele
maatschappij vertegenwoordigt, die verenigd is door het maatschappelijk verdrag. De tweede conclusie stelt dat
wanneer ieder individueel lid verbonden is aan de maatschappij, deze op gelijke wijze gelieerd is met elk ander
individueel lid door een contract, dat uit zijn eigen aard de twee partijen vindt. Schending van dit beginsel,
betekent dat je anarchie toe laat. De soeverein die de maatschappij zelf vertegenwoordigt, kan alleen maar
algemene wetten maken die iedereen verplichten, maar hij kan geen oordeel vellen of een van hen het contract
heeft geschonden of niet. Het is dus noodzakelijk dat een derde oordeelt of het waar is. Het gaat hier om het
beginsel van de scheiding van machten waarbij de wetgeving en de autoriteiten die straffen uitspreken wordt
bedoeld. De derde conclusie houdt in dat straffen en wetten vooral nuttig moeten zijn.

§4 Uitleg van wetten: de bevoegdheid om wetten uit te leggen kan niet berusten bij de strafrechters, omdat zij
geen wetgevers zijn. Beccaria spreekt zich duidelijk uit tegen de rechter die de wet uitlegt. Volgens Beccaria is er
geen enkele ruimte voor uitleg van de wet door rechterlijke colleges.




2

,Fundamenten | Literatuur samenvatting | 2023-2024
Artikel 2 – Y. Buruma, ‘Inleiding in 100 jaar strafrecht’, p. 13-38.

Tot 1886 De klassieke periode: Gebaseerd op ideeen van o.a. Beccaria wordt het strafrecht opnieuw
vormgegeven. Zoeken naar balans: Codificatie wetboeken, legaliteitsbeginsel (strikte regels), rechtsbescherming,
wetgever heeft primaat, uitvoerende macht voert uit en wetgevende macht past toe (machtenscheiding),
onafhankelijke rechter garantie voor rechtsbescherming en strafbaar bij wet strafbaar en straf is reactie op begaan
onrecht.

§1.1.1. 1886-1926 Het ethische strafrecht: Het Wetboek van Strafrecht komt tot stand in een periode waarin NL
industrialiseert. Het Strafrecht dient ter zuivering van politieke delicten, maar ook om de neveneffecten van de
armoe de kop in te drukken. Het wetboek dient in 1886 in werking en op dat moment heerst nog het klassieke
denken. Het rechtssysteem staat niet los van de ethische en morele fundamenten van de samenleving. In het
moderne strafrecht wordt niet langer de daad centraal gesteld, maar de dader. Het strafrecht verbiedt daarnaast
zekere handelingen die het sociale leven en het individuele leven binnen zijn sociale begrenzing, schaden.
Ontwikkelingen:
 Ethisch strafrecht: Strafrecht om bestaande ordening te beschermen en rechtstatelijke uitgangspunten te
beschermen.
 Overheid wordt actiever op sociaal terrein (eerste wetgeving op economisch terrein).
 Van daad- naar daderstrafrecht (moderne richting).

§1.1.2. 1926-1960 De autoritaire periode: het autoritaire denkmodel wordt het scherpst gekenschetst met Carl
Schmitts definitie van politiek. Het vermogen om vriend van vijand te kunnen onderscheiden: of anders gezegd de
vraag wie tot onze gemeenschap mag horen en wie daarbuiten dient te vallen. Volgens deze benadering kan het
strafrecht worden gebruikt om een nationale gemeenschap (Volksgemeinschaft) te vormen. Daarmee is de
klassieke, door God aangegeven noodzakelijkheid van het recht ten grave gedragen. Er is geen universele morele
juistheid meer. De essentie van misdaad wordt door Karl Larenz als volgt beschreven: de essentie is de verstoring
van de gemeenschap waarvan de dader als lid of als kameraad deel uitmaakt. De straf maakt hem duidelijk dat
zijn daad hem heeft afgescheiden van zijn gemeenschap. Die straf is een noodzakelijke consequentie van zijn
handelen.
Ontwikkelingen:
 Volksgemeenschappelijk strafrecht:
o Rechterlijke interpretatieruimte: gesundes Volksempfinden.
o Beschermen van het volk: tegen blasfemie, tegen antisemitisme.
 Niet alleen de economie/morele orde moet worden beschermd, de gehele gemeenschap moet worden
beschermd tegen vijanden:
o Terbeschikkingstelling als maatregel tegen gevaarlijke individuen.
o In de oorlog: strafkampen om volksvijanden in op te sluiten.
 Daderstrafrecht als vijandstrafrecht.

§1.1.3 1950-1970 Maatschappelijk herstel: de Utrechtse en de Groningse school schrijven beiden over het
strafrecht. De Utrechters richtten de functie van het strafrecht vooral op de verdachte/ dader. De Groningers
richten meer op mensen die afgeschrikt moeten worden, mensen die geschokt zijn in hun rechtsgevoel en de norm
bevestigd willen zien (slachtoffers).
 Verzorgingsstaat en economische bloei
 Functionalisme:
o Rechtsvinding ‘in onmiddellijke communicatie met de pluriforme en veranderlijke samenleving’.
o Recht heeft maatschappelijke functie: verzet tegen bestaande dogmatiek

Ontwikkelingen:
• Verdere uitbouw van het economisch (bijzonder) strafrecht:
- Wet op de Economische Delicten.
• Eigen verantwoordelijkheid en verzorgingsstaat:
- Beginselenwet gevangeniswezen: resocialisatiebeginsel.
• Het strafrecht alleen inzetten als het functioneel is:
- Rechtshandhaving kan ook op andere wijze, nadenken over het straffend bestuursrecht
(Hulsman).
- Functionele uitleg van strafrechtelijke leerstukken: functioneel daderschap, voorwaardelijk opzet.
- Nadruk op rechtsvinding: de rechter aan zet


3

, Fundamenten | Literatuur samenvatting | 2023-2024
§1.1.4 1970-2000 Individuele rechten: in 1970 wordt ernaar gestreefd om het gezagsverlies van politie en justitie
tegen te gaan door de aanvaarding van een positieve invulling van het opportuniteitsbeginsel. Dat wil zeggen dat
voortaan strijdigheid met de wet niet meer voldoende is om tot een vervolging te komen. Vervolging (en later
opsporing) moet in het algemeen belang en dus functioneel zijn.
 Nadruk op ‘krities’ rechtsburgerschap
 Vrijheid burger staat voorop en moet in rechte worden gegarandeerd: opkomst EVRM en toenemend
belang van rechtsbeginselen.
Ontwikkelingen:
• Juridiseringstendens: strafproces als ‘rechtsstrijd’. Controleren van de macht.
- Opkomst van het leerstuk van onrechtmatig verkregen bewijs.
- Opkomst van beginselen van behoorlijke procesorde/strafrechtspleging.
• Aandacht verschuift naar het strafprocesrecht:
- Policing the police i.p.v. policing society.
- Niet de procedure(regels) staat centraal, maar het proces waarin de rechtsburger zijn vrijheden
kan verwezenlijken.
• Rechtsburgerschap strekt zich ook uit naar afgestraften:
- Gedetineerden: beklagrecht in penitentiaire inrichtingen.
- Terbeschikkinggestelden: verlengingszitting op tegenspraak.

§1.1.5 2000-heden Risicostrafrecht
Gebeurtenissen zijn geen ‘Acht of God’; er moet iemand verantwoordelijk voor zijn.
Gevaar voor een gebeurtenis is (bijna) even ernstig als de gebeurtenis zelf. Ook kijken naar
voorbereidingshandelingen. Gevaar kan worden veroorzaakt door individueel menselijk handelen, maar ook door
handelen van groepen en rechtspersonen.
Verantwoordelijkheid kwestie van niet nakomen zorgplichten. Aansprakelijkheid stellen.

Voorkomen recidive of überhaupt fout gaat. Strafrecht reageert op gevaar en/of risico’s.
Heel belangrijk geworden in onze denkwijze over risicostrafrecht

Welke ontwikkelingen?
 Strafbaarstellingen steeds meer in de ‘voorfase’:
o Voorbereidingshandelingen strafbaar gesteld
o Aansprakelijkheid op basis van zorgplichten/ positieve verplichtingen.
 Strafprocesrecht in beweging
o Toenemende rol van burgers/bedrijven
o Grens tussen controle en opsporing vervaagt
o Verdenkingsbegrip verandert
o Toenemend belang van SL
 Sanctierecht is sterker gericht op voorkomen recidive.




4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MasterStrafrechtLeiden. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,49  34x  verkocht
  • (4)
  Kopen