Inwendige geneeskunde/ Milieu interne
Anion Gap (AG)
Door deze meting kan er een uitspraak gedaan
worden over de mogelijke onderliggende stoornissen
die hebben geleid tot de zuur-base stoornis
Formule = Na+ - (Cl- + HCO3-)
Of met kalium voor een betere uitkomst:
Na+ + K+ - (Cl- + HCO3-) =
Natrium + Kalium – (chloor + bicarbonaat) =
Bij een metabole acidose kan de aniongap worden
bepaald. De aniongap is het verschil in positief en
negatief geladen ionen. Als deze normaal is, is er een
probleem met het bicarbonaat. Als deze afwijkend is,
is er een teveel aan H+ (extra aanwezig zuur)
Meest bekende klinische kationen: Na+ en K+ positief geladen ionen
Meest bekende klinische anionen: Cl- en lactaat negatief geladen ionen
Normaal waarde = 16mmol/l (7-15mmol/l)
Bij hypoalbuminie niet betrouwbaar
Een lage anion-gap vinden we bij hyponatriëmie, en de aanwezigheid van niet gemeten kationen:
multiple myeloom (vnl. igG, dat positief geladen is), hypermagnesemie, hypercalciëmie in geval van
hyperparathyroidie, lithiumintoxicatie
Albumine als je dit uitplast dan werken je nieren niet meer goed. Albumine is een groot molecuul
en neemt ook water mee. Dus daarom eventueel meten in je urine
Normale anion gap metabole acidose
Oorzaken:
Gastro-intestinaal
- Diarree
- Drainage via fistels/drains (pancreasvocht)
Renaal
- Nierfalen
- Renale tubulaire acidose
- Koolzuuranhydraseremmers (acetazolamide)
- Bijnierschorsinsufficiëntie
Andere oorzaken
- Post-hypocapnie
- Parenterale voeding
Verhoogde anion gap metabole acidose
Het acroniem MUDPILES is een handige geheugensteun bij het onthouden van oorzaken die passen
bij verhoogde anion gap metabole acidose:
M- Methanol (o.a. spiritus)
U- Uremie
D- Diabetische ketoacidose
P- Paraldehyde
, I- Infectie, ijzer, isoniazide
L- Lactaat
E- Ethylene glycol (o.a. anti-vries) (Ethanol wordt hier soms ook genoemd, hoewel de acidose die
Door ethanol wordt veroorzaakt meestal secundair is aan toegenomen lactaatproductie)
S- Salicylaten (o.a. aspirine)
Een ander veel gebruikt acroniem is KARMEL:
K- Ketoacidose
A- ASA (aspirine)
R- Renaal falen
M- Methanole
E- Ethylene glycole
L- Lactaatacidose
Andere ziektebeelden:
- Formaldehyde intoxicatie
- Toluene intoxicatie
- Sulfataat intoxicatie
- Rhabdomyolyse
Elektrolyten
Kalium 3,5-5 mmol/L
Natrium 135-145 mmol/L
Calcium 2,10-2,55 mmol/L
Magnesium 0,7-1,0 mmol/L
Fosfaat 0,9-1,5 mmol/L
Kalium
Prikkelgeleiding zenuwen
Aanmaak eiwitten
Prikkelgeleiding hartspiercellen, actiepotentiaal
Regulering RR
Vocht en waterhuishouding
Hyperkaliëmie
Kalium >5 mmol/L
Oorzaken:
- Vrijkomen uit cellen: metabole acidose, hyperosmolariteit,
opwarmen, trauma, brandwonden, rhabdomyolyse, hemolyse
- Verminderde renale excretie: nierinsufficiëntie, hypovolemie,
hypoaldosteronisme, medicatie.
Kliniek: Spierzwakte, tintelingen, paralyse, ECG-afwijkingen
Behandeling: Calcium, NaBic, Glucose + insuline, dialyse, resonium
Calcium erbij geven zodat je de instroom verbeterd bij je hart
Starten met therapie indien K >5,5 mmol/l, bij ECG-afwijkingen en acute therapie
indien K >7,5 mmol/l. Kalium kan niet te snel dalen
- ECG- bewaking
- Membraanstabilisatie Calcium geven om de cardiale disbalans te neutraliseren, bij ECG-
afwijkingen. Calcium verlaagd kalium NIET
o Calciumgluconaat 10%, 1 ampul in 3 min, herhaal bij persisterende ECG afwijkingen