Probleem 5 blok 2 differences between people geeft een uitgebreide samenvatting over persoonlijkheid. het PEN model en Ocean model wordt uitgelegd aan oa voorbeelden.
Jeff Simpson en Steve Gangestad hebben een theory ontwikkeld waarbij het belangrijk is dat
induiciduele verschillen worden onderscheiden. Dit noemen we sociosexual orientation. Mannen en
vrouwen hebben 1 of 2 alternatieve seksuele relatie stategieën. Bij de eerste willen ze een
monogame relatie met kinderen, terwijl in de tweede strategie ze juist wisselen van partner en
minder kinderen. Ze hebben een test ontwikkeld die deze orientatie meet.
Hans Eysenck heeft een model voo rpersoonlijkheid ontwikkeld. Er zijn 3 bepaalde groepen:
Extraversion-Introversion, Neuroticism-Emotional Stability en Psychoticism. Afgekort: PEN
Eysenck stelt dat ieder van deze catergoie opgedeeld kan worden in bepaalde eigenschappen. (zie
plaatje blz 59) Zo horen bij E (extraverson-introversion) de eigenschappen dominant en sociaal. De
eiegnschappen horen bij een extravert persoon, maar dan kun je tegeonvergestelde eigenschappen
hieraan koppelen.
Als we kijken naar Neuroticism zien we bijvoorbeeld anxious als eigenschap. Het is verontrustend als
je hier hoog op scoort, omdat deze mensen sneller anxious zijn en depresies hebben. Ze kunnen
overreageren op negateive emoties. Iemand die normaal scoort op N kan beter omgaan met
emotioneel arousal. Mensen die hoog op N scoren blijven langer boos en vinden het moeilijk om
mensen te vergeven. Scoor je laag op N, ben je emotioneel stabiel.
Als laatste hebben we Psychoticism. Hierbij horen bijvoorbeeld de eigenschappen agressief en
egocentrisch. Als we factor analysis toepassen zien we dat er een correlatie zichtbaar is tussen lack of
empathy en impulsiviteit. Mensen die hoog op P scoren, zijn erg op zichzelf gesteld (loner) sommige
van deze mensen hebben een history met het mishandelen van dieren. Antisocial personality
disorder kan bij deze mensen voorkomen. Mensen die hoog op de P scoren vinden gewelddadige
films leuker dan andere mensen. ook zijn deze mensen meer cynisch over geloof. Er is een kans dat
deze mensen zich later bevinden in levensbedreigende activiteiten zoals vandalisme of
geweldmisdaden.
Achteraf blijkt dat de labels van Eysenck nogal controversief zijn. Vooral op de P is veel kritiek
geleverd, omdat deze mensen een groot risico voor psychoses zouden hebben. Ookal scoren ze wel
hoger op psychotic like experiences zoals paranormaal begaafd, ze hebben geen verhoogd risico voor
psychosis. Deze mensen zou je beter kunnen labelen als een niet sociale persoonlijkheid.
Het hierarchical model van Eysenck begint dus met een van de eigenschappen bovenaan. Als we
Extraversion nemen, zien we dat daaronder bjvoorbeeld sociaal hoort. Dit kun je opdelen in bepaalde
habit situaties. Mensen die sociaal zijn, bellen vaak en dan ook lange gesprekken. Dit is een gewoonte
voor ze. Als mensen bijvoorbeeld tijdens het uitgaan wild dansen, kun je dit zien als een gewoonte
voor actief en dus voor extavert.
Eysenck heeft 2 belangrijke biologische underpinnings die cruciaal zijn. Als eerste hebben we
heritability. Volgens Eysenck is dit de basis van persoonlijkheid. Vervolgens hebben we identifiable
psysiological substrate. Hierin is het belangrijk dat iedereen zich moet kunnen identificeren waar hun
eigenschap vandaan kom en wat er in het brein gebeurd. Extravert is gekoppeld met het centrale
nervous system arousal of reactivity. Hij voorspelt dat introverte mensen makkelijker aroused zijn dan
extraverte mensen.
Kritiek: andere persoonlijkheid traits hebben ok heritablility en niet alleen PEN. Ook denken mensen
dat hij bepaalde belangrijke traits gemist heeft in zijn taxomony.
, Raymond Cettel heeft een belangrijke taxonoy ontwikkeld. Hij heeft basis
persoonlijkheidseigenschappen als vitamines ingedeeld. Hij noemde de persoonlijkheids factoren A of
B. Hij heeft 16 persoonlijkheids factoren. Hij heeft veel litaratuur uitgebracht, in tegenstelling tot
Eysenk. Hieronder 3 belangrijke factoren:
Factor A: interpersonal warmth, waarbij je graag bij andere mensen bent, je ze graag helpt.
Dit is vergelijkbaar met extraversie van Eysenck
Factor B: intelligentie
Factor C: emotional stability. Dit is vergelijkbaar met de N van Eysenck. Het level van
emotionele bronnen waar mensen mee om moeten kunnen gaan in het normale leven.
Er is wel kritiek geleverd en dat is dat niemand anders 16 verschillende factoren heeft kunnen vinden.
Ook deed hij de berekeningen zonder computer, omdat die er nog niet waren. Een ander punt is dat
een kleiner nummer van factoren beter de individuele vrschillen kan aantippen.
Jerry Wiggings circumplex model. Hij heeft lexical assumption bedacht, dit is het idee dat alle
baelangrijke individuele verschillen zijn gecodeerd met natuurlijke taal. Hij stelt dat traits terms
verschillende vormen beschrijven waarin mensen verschillen. Bijvoorbeeld interpersonal traits. Ook
heb je temperatement traits zoals nervous, gloomy. Character traits zoals moreel en principeel.
Material traits zoals miserly and stingly en attitude traits zoals spiritueel en pious. Mental traits zoals
slim en logisch en physical traits zoals sterk en gezond.
Wiggins was bezorgd om interpersonal traits en deze heeft hij bewust apart gehouden in vergelijking
tot de andere traits. Hij beschrijft interpersonal als de interactie tussen mensen en het incasseren van
exchanges. (love en status)
Er zijn 3 voordelen van zijn circumples:
Explicit definietie van interpersonal gedrag. Niet alleen het positieve van liefde en status zijn
hier genoemd maar ook het negatieve zoals ruzie hebben met je vriend.
Specifies de relaties tussen iedere trait en ieder andere trait met het model. 3 types van
relaties gekoppeld aan het model.
1. Adjacency: hoe close de traits zijn tot elkaar in de circumples.
Zoals bijvoorbeeld correlatie.
2. Bipolarity (negatief gecorreled, dus het tegenovergesteld.
3. Orthogonalitytotaal niet met lekaar verbonden, dus geen
correlen.
Alerts investigators to gaps in investigations of interpersonal gedrag. Het vraagt onderzoekers
om andere gebieden van psychologische logische functioning mee te nemen in onderzoek
Je kan dit model toepassen op kinderen, volwassenen en zelfs op honden en katten.
Five-factor Model
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elkeraaymakers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.