Week 5
Formuleer uw antwoorden aan de hand van relevante jurisprudentie, vermeld de vindplaats(en)
daarvan en geef aan waarom die jurisprudentie relevant is. Oriënteer u breed, omdat tijdens de
werkgroepen vervolgvragen kunnen worden gesteld.
Vanesto BV exploiteert supermarkten in een aantal wat grotere dorpen in Overijssel. Om de
rentabiliteit van de supermarkten te vergroten, wordt in een aantal winkels een ruimte afgescheiden
en ingericht als drogisterij. De drogisterij is bereikbaar vanuit de supermarkt. In een drogisterij kan
een breed assortiment worden verkocht, van producten voor persoonlijke hygiëne, speelgoed,
snoep, tot geneesmiddelen.
Het fabriceren en verkopen van geneesmiddelen valt onder de Geneesmiddelenwet (Gmw). De
strekking van de wet is de bescherming van de burger waar het gaat om de kwaliteit en het gebruik
van geneesmiddelen.
In de verkoop aan het winkelende publiek gaat het om geneesmiddelen die geheel vrij verkrijgbaar
zijn, zoals bijvoorbeeld eenvoudige pijnstillers als paracetamol, tot de zogenaamde UAD-
geneesmiddelen. Deze zijn op grond van art. 1, lid 1, onder s, Geneesmiddelenwet (Gmw), zonder
recept te koop, maar mogen slechts worden verstrekt in een apotheek of onder toezicht van een
drogist in een drogisterij. Neusdruppels met de werkzame stof xylometazoline , zoals Otrivin, zijn
hiervan een voorbeeld.
Art. 1, lid 1, onder qqq, Gmw, geeft aan dat een drogist iemand is die in het bezit is van een
getuigschrift voor drogist dat is afgegeven door een door de minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport (VWS) aangewezen organisatie (drogistdiploma). Er zijn ook assistent-drogisten. Deze zijn
op grond van art. 1, lid 1, onder rrr, Gmw, in het bezit van getuigschrift voor assistent-drogist dat is
afgegeven door de in onderdeel qqq bedoelde organisatie.
Van belang zijn verder art. 62, leden 1 en 2,Gmw:
1. Onverminderd hetgeen elders in deze wet is bepaald, is het eenieder verboden UAD-
geneesmiddelen te koop aan te bieden of ter hand te stellen, met uitzondering van:
a. apothekers die hun beroep in een apotheek uitoefenen;
b. huisartsen als bedoeld in artikel 61, eerste lid, onder b;
c. de krachtens artikel 61, eerste lid, onder c, aangewezen personen of instanties;
d. drogisten die in een drogisterij of in een ander verkooppunt van UAD-
geneesmiddelen hun beroep uitoefenen.
2. Degene die in de uitoefening van een bedrijf verkoopactiviteiten verricht en in dat kader
door de in het eerste lid, onder d, bedoelde personen UAD-geneesmiddelen ter hand
laat stellen, dient verantwoorde zorg aan te bieden. Onder het aanbieden van
verantwoorde zorg wordt in ieder geval verstaan dat: