Sociale wetenschappen thema 3 les 1: Cardiovasculaire aandoeningen, stress, zelfmanagement,
alcoholisme
Verhulst 2.5.4 verslavingsziekten
Wanneer spreken we van een verslaving?
gewenning: verwijst naar het verschijnsel dat iemand steeds meer van een bepaalde stof nodig heeft
om het gewenste effect te bereiken.
Iemand kan, zegt men geestelijk of lichamelijk verslaafd zijn aan een bepaalde stof. Er kunnen stoffen
bestaan waaraan je alleen geestelijk verslaafd aan raakt en niet lichamelijk. Het onderscheid tussen
geestelijk en lichamelijke verslaving is lastig, en niet zinvol.
Verslaving definitie van het boek: de toestand dat iemand zich alleen nog maar ‘goed’ en ‘lekker’ kan
voelen, indien hij/zij van een bepaalde gifstof voldoende in zijn/haar lichaam heeft.
factoren: tijd waarin we leven, de normen, cultuur, milieu en opvoeding.
Oorzaken van verslaving:
1. Verslaving als gevolg van de gewoonte een bepaald middel te gebruiken. Vooral bij alcoholisme tref
je deze oorzaak veelvuldig aan. Het gat hierbij o een sluipend proces waarbij iemand niet in de gaten
heeft dat hij geleidelijk aan steeds meer moet drinken om het gewenste effect te bereiken.
(gewenning is dus aanwezig).
2.de verslaving als manier om de realiteit naar de hand te zetten. Deze verslaving heeft als doel om
voortdurend in een soort roest te kunnen leven.
Begeleiden naar zelfmanagement hoofdstuk 11
11.2 Leven met een chronische ziekte
chronische ziekten hebben een wisselend verloop .sommige ziekten worden gekenmerkt door
chronisch progressief verloop, andere door een verloop met exarbaties en periodes van rust. Bij
chronische ziekte zijn vaak verschillende hulpverleners betrokken (huisarts, fysiotherapeut, diëtist
etc.)
leven met een chronische ziekte is continu keuzes maken, daarbij loopt het dagelijkse leven niet
vanzelf. De comobiditeit stelt de patiënt daarbij voor een nog grotere opgaven, terwijl de
mogelijkheden voor goede zelfzorg en zelfmanagement erdoor beperkt kunnen worden.
Zelf de regie in handen hebben bij een chornische ziekte kan, maar kost inspanning, inzicht, ervaring,
zelfvertrouwen en moed.
Modellen van het leven met een chronische ziekte:
het fasemodel van Kübler-Ross -> model voor fasen in het verwerken van verlies van een dierbare
Grypdonck -> fasen model voor leven met een chronishce ziekte.
fase 1: onzekerheid, in deze fase bestaat onzekerheid over wat er aan de hand is, welke onderzoeken
er komen, welke uitslagen en welke gevolgen.
fase 2: verstoring, in deze fasen is de ziekte vastgelegd (diagnose met naam)
fase 3: heroveren, hier is de chronische ziekte bezig om zijn identiteit te heroveren. Hierbij ben je
bezig met behandeling, revalidatie en herstel met hoop op verbetering.
fase 4: streven naar welzijn, hierbij krijgen de beperkingen een plaats en komt er acceptatie voor de
ziekte.
, 11.3 zelfmanagement
definities van zelfmanagement:
- het vermogen om met de ziekte, behandeling en gevolgen van de ziekte om te gaan
- training en educatie die nodig zijn om het leven met een chronische ziekte aan te kunnen
- het leren en toepassen van vaardigheden om op een bevredigde wijze te leven met een chronische
ziekte
- het uitvoeren van gedrag om de gevolgen te beperken
- het proces waarmee een chronische ziekte grip krijgt op het leven
- het uitvoeren van taken waarvoor een chronische ziekte zich gesteld ziet.
Definitie van het boek: zelfmanagement verwijst naar de taken die een individu moet ondernemen
om zijn leven met een of meer chronische aandoeningen te leiden.
Tot deze taken behoort ook het ontwikkelen van zelfvertrouwen in het omgaan met medische taken,
met veranderde of nieuwe rollen en het omgaan met emoties.
zelfmanagement ondersteuning: zorgverleners die hulp aanbieden om het zelfmanagement te
ondersteunen.
Zelfmanagement heeft een positief effect op het zelfvertrouwen en een gunstig effect op de
gezondheidstoestand en kwaliteit van leven. De chronische ziekte voelt zich daardoor minder
overgeleverd aan de ziekte, aan het verloop, aan toeval. (grip op de situatie)
Samenvatting: een chronische ziekt heeft een grote invloed op de kwaliteit van leven. Iemand met
een chronische ziekte komt steeds voor beslissingen en keuzes te zijn. Dat betekent dat hij /zij inzicht
moet hebben in zijn gezondheidssituatie, beslissingen moet nemen en daarnaar moet handelen. dit
proces wordt zelfmanagement genoemd. -> taken die een individu moet ondernemen om zijn leven
te leiden met een chronische aandoening. (ontwikkelingen van zelfvertrouwen, omgaan met
medische taken en veranderde rollen).
Kern ->Letterlijk centraal in zelfmanagement staat de mens met een chronische aandoening die
samen met de zorgverlener vaststelt wat hij zelf kan en wil doen, welke doelen hij zich wil stellen. De
kern van het model is dus de interactie tussen chronisch zieke en zorgverlener. Zelfmanagement is
een zaak van de chronisch zieke en zijn/haar naasten in samenspel met de (centrale) zorgverlener en
het team van zorgverleners dat de chronisch zieke begeleidt. Tussen beide figuren staan de begrippen
die kenmerkend zijn voor het samenspel: communicatie, partnerschap en vertrouwen en respect. Bij
zelfmanagement zijn chronisch zieke en zorgverlener gelijkwaardige partners die zoeken naar de
balans tussen de eisen van de aandoening (belasting) en de hoeveelheid eigen regie en
verantwoordelijkheid die de chronisch zieke wil en kan nemen (belastbaarheid).
De ring Competenties -> In de eerste ring staan competenties die een belangrijke rol spelen bij
zelfmanagement. Het betreft enerzijds competenties die chronisch zieken nodig hebben voor het
inpassen van de ziekte in hun leven en anderzijds competenties die zorgverleners nodig hebben om
zelfmanagement bij hun patiënten te ondersteunen. Voor de chronisch zieke zijn dat: ziektespecifieke
kennis en vaardigheden, vertrouwen in eigen kunnen en het vermogen tot zelfontplooiing. Voor de
zorgverlener zijn dat: het vermogen tot kennisoverdracht, vaardigheden als coach en als wegwijzer
naar voorzieningen.
De ring Aandachtsgebieden -> Optimaal zelfmanagement kan bereikt worden door aandacht te
besteden aan die gebieden waarop de chronisch zieke de regie kan of wil (her)nemen. Elk individu
maakt een eigen keuze in de doelen die hij zich wil stellen, zodat de motivatie ontstaat om ze ook