FiA E-journal
(2122-GZW3224)
Individuele essay
, Rookverbod; betutteling of noodzaak?
Inleiding
In 1957 verscheen het eerste rapport van de Gezondheidsraad over de gevaren van roken. Het
heeft nog zo’n 30 jaar geduurd voordat het parlement en de regering de eerste Tabakswet
aannamen. Nadat de wet verschillende malen aangepast is, staat deze sinds 2002 volledig in
dienst van het beschermen van de volksgezondheid (Willemsen, 2018). De laatste jaren is het
tabaksontmoedigingsbeleid zichtbaarder in de Nederlandse samenleving; sigaretten staan
achter gesloten deuren in de supermarkt, er werd aangifte gedaan tegen de tabaksindustrie, er
werden campagnes ontwikkeld zoals Stoptober, en er werd een rookverbod afgekondigd. Een
verbod op roken op de werkplek, in de horeca, op schoolterreinen en in openbare gebouwen
(Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2018b).
Ondanks de gevaren van roken, rookte volgens de landelijke Leefstijlmonitor in 2020
nog altijd 20,2% van de bevolking van 18 jaar en ouder (Trimbos-Instituut, 2021). Ruim de
helft van de rokers, sterft aan de gevolgen hiervan. Zo kan 83% van de sterfte aan longkanker,
toegeschreven worden aan roken (Trimbos-Instituut, 2021). De gezondheidsgevolgen van
roken zijn al een aantal decennia bekend en toch is dat blijkbaar niet genoeg om iedereen te
doen stoppen. De gevolgen die roken heeft voor de volksgezondheid en de kosten hiervan,
9,4% van de totale ziektelast (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2018a), zijn
voor de overheid redenen om maatregelen te treffen. Een van die eerdergenoemde
maatregelen, het rookverbod, heeft tot controverse geleid. Uit deze controverse is een vraag
voortgevloeid, namelijk; is het rookverbod betutteling of noodzaak?
Controverse
Het rookverbod in de horeca heeft tot veel discussie geleid, ook binnen onderzoeksinstituten
zoals het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Twee medewerkers van het
RIVM, Jet Smit en Johan Melse, verschillen van mening wanneer het gaat over de effectiviteit
van het rookverbod en alternatieve oplossingen (Verkleij & Van Oers, 2009). Jet Smit is
hoofd van het Centrum Preventie en Zorgonderzoek. Smit gelooft dat een rookvrije horeca
gunstig is voor de gezondheid van horecawerknemers en bezoekers aangezien er minder
meerokers zijn. Deze overtuiging vindt zijn grondslag in onder andere de ervaringen in het
buitenland. Zo liet de luchtkwaliteit na invoering van een horeca-rookverbod in andere landen
een sterke verbetering zien (Valente et al., 2007). Tevens werd er in Schotland binnen enkele
jaren na invoering van het rookverbod in publieke ruimten een sterke daling van 17%
waargenomen van het aantal acute coronaire hartziekten (Pell et al., 2008). De effecten van