Dit is een samenvatting van alle slides met lesnota's en extra uitleg bij moeilijkere concepten. Ikzelf behaalde hiermee een 14/20. Het vak werd gegeven door Ria Janvier.
- Uitkering vergoeding
o Bijslag komt bovenop loon, uitkering vervangt loon
o Minimumbescherming voor iedereen in de samenleving
- Vergoeding: iedereen komt in aanmerking (geen link met arbeid)
- Uitkering: vervangingsinkomen (wel belangrijke link met arbeid)
Vergoeding Uitkering
Gezondheidszorg: terugbetaling van kosten die je Arbeidsongeval (AO) of beroepsziekte (BZ)
maakt
Kinderbijslag Ziekte/invaliditeit: eerst 1 jaar primaire
arbeidsongeschiktheid, daarna langdurig
arbeidsongeschikt
Pensioen: brugpensioen ≠ pensioen
Rustpensioen
Overlevingspensioen: dekt het risico overleven
(gehuwd zijn, maar echtgenoot overlijdt)
Leefloon = vangnet, als je geen werk hebt maar niet
aan de vw voldoet om werkloosheidsuitkering te
krijgen
Moederschap
Inkomensgarantie ouderen: vangnet van pensioenen
Tegemoetkomingen (mensen MET handicap): vangnet
van ziekte-uitkering
- In klassieke sectoren individuele rechten opbouwen (kan soms niet noodzakelijk
zijn)
o Gezinsmodalisatie: rekening houden met lonen andere gezinsleden om
de hoogte van de uitkering te bepalen (maar niet OF je een uitkering
krijgt)
o Gehuwd met iemand met eigen beroepsinkomen van hoog niveau →
minder hoge uitkering
, - Gewaarborgde minimumregeling: krijg je pas als je na screening aan criteria
voldoet
o Probleem: win je de lotto -> geen recht meer op leefloon
o Je moet nood hebben aan vangnet (rekening houdend met alle
inkomsten)
- 3 beroepsgroepen:
o Werknemers
o Zelfstandigen: niet in aanmerking voor werkloosheidsuitkering, wel
overbruggingsrecht, geen AO of BZ
o Ambtenaren: vast benoemd, voor de OH
Werknemers:
- Definitie: degene die tegen loon arbeidsprestaties leveren “in ondergeschikt
verband” = onder het gezag van een werkgever
o In het raam van een arbeidsovereenkomst
Werknemer Zelfstandige Ambtenaar
Contract (wederkerig) Contract (kan ook mondeling) Statuut (geen contract)
Tegen loon (gratis = Factuur Wedde
vrijwilligerswerk)
Onder het gezag van een Eigen baas → geen gezag Gezag
werkgever
,Ambtenaar:
- Definitie: iemand die in vast dienstverband is vernoemd van een
overheidswetgever, verbonden is door een statuut
o Statuut: geheel van algemene en onpersoonlijke bepalingen die de OH
als werkgever eenzijdig oplegt en eenzijdig kan wijzigen
- Vb: leerkracht → hebben AO, maar hebben dezelfde regels die gelden voor hun
collega’s uit het officieel onderwijs en gemeenschapsonderwijs
o 3 onderwijsnetten:
▪ Gemeenschap → soort van statuut
▪ Gesubsidieerd met verdere onderverdeling
• Officieel gesubsidieerd: gemeentescholen → soort van
statuut
• Vrij gesubsidieerd: Sint-scholen (katholieke scholen) →
private werkgevers, dus kan geen statutairen in dienst
nemen
SZ-uitkering: WN: 13,07% WG: 25% Zelfstandigen: 20,5% op een eerste inkomenschijf
Werk laten uitvoeren door zelfstandige is goedkoper
Gezagsverhouding
- Schijnzelfstandigheid → arbeidsrelatieswet (kwalificatie voor sociale zekerheid, los
van arbeidsrecht)
o Schijnzelfstandigheid: verleiding is groot om iemand als zelfstandige in te
huren, dan wanneer je die in dienst neemt als werknemer
- 4 algemene criteria:
o Wil van de partijen (Hof van Cassatie: nakijken rechtsregels)
o Vrijheid van de organisatie van de werktijd
o Vrijheid bij de organisatie van het werk
o Mogelijkheid tot hiërarchische controle (bv. RSZ)
- Specifieke criteria:
o Sector/beroep (categorie)
o Weerlegbaar vermoeden
▪ In bepaalde sectoren – negen criteria: meer dan de helft ja? =
zelfstandig, minder dan de helft = WN
▪ Vb. bewakingssector, schoonmaaksector, bouwsector, vervoer van
goederen en personen
- Vb. Deliveroo-koeriers: WN of zelfstandige? → Kijk criteria (trackingsysteem =
vorm van gezag)
,- Comissie ter regeling van de arbeidsrelaties
o “Social ruling”
o Aanvechtbaar voor de arbeidsrechtbank
o Gevolgen herkwalificatie? → Kost veel voor opdrachtgever (risico voor
werkgever: terugwerkende kracht van 3 jaar, uitkering aan werkgevers
uitbetalen als je deze onterecht als zelfstandige had ingeschreven)
- Territoriaal toepassingsgebied
o Tewerkgesteld in België
o In dienst van een in België gevestigde werkgever
▪ Werklandprincipe
• Uitzondering: gezinsbijslag = woonlandprincipe
o Afwijkingen
▪ Bilaterale verdragen: vb. België met Marokko: bepaalde rechten
als je als Belg gaat werken in Marokko en omgekeerd
▪ EG-verordening (883/2004): stelt orde op zaken, zodat men niet uit
2 ruiven kan eten of tussen 2 spoelen valt
• Vb. kinderbijslag in B: woonland FR: werkland → stel je
werkt in België en woont in Frankrijk: je krijgt niets of
andersom: je krijgt dubbel (EG gaat dit tegen)
• Geen harmonisatie tussen verschillende sociale
zekerheidsprincipes van verschillende Europese landen
▪ Wet overzeese sociale zekerheid: voor een bepaalde tijd blijft de
Belgische sociale zekerheid van toepassing
- EG-Verordening:
o Uitgangspunt = plaats van tewerkstelling = werkland
▪ Tenzij bij in de tijd beperkte detachering (max 24 maanden)
o Zo tewerkgesteld in meerdere lidstaten
▪ Voor rekening van 1 werkgever
• Wel substantieel (>25%): woonland
• Niet substantieel: zetel werkgever
▪ Voor rekening van meerdere werkgevers: woonland
- Voorbeeld uitsluiting: studentenarbeid
- Voorbeeld gelijkaardige omstandigheden:
vrachtwagenchauffeurs (WN, uitgezonderd de
eigenaar van eigen vrachtwagen → zelfstandige)
- Voorbeeld beperking: ambtenaren
- Uitbreiding:
o Arbeid in gelijkaardige omstandigheden
▪ (Uitzendkrachten) → Driehoeksverhouding: Uitzendbureau =
werkgever voor SZ, uitzendkracht en werkgever waarbij ze gaan
werken
▪ Vervoerders: zie vrachtwagen vb
, ▪ Schoonmaaksector: tenzij meerdere contracten en met eigen
materiaal werken (eigen facturatie van klanten) → zelfstandig
▪ Lokale mandatarissen: bv. Burgemeesters en schepenen (meeste
hebben ernaast nog een nevenactiviteit, andere die voltijds
werken worden wel beschermd via SZ voor werknemers)
▪ Onthaalouders: werknemers
- Uitsluiting: betalen geen sociale zekerheidsbijdrage
o Occasionele arbeid
▪ Arbeid verrichten voor de behoeften van de huishouding van de
WG
• Minder dan 8 uren per week
▪ Socio-educatieve activiteiten (bv. Speelpleinen)
• < 25 dagen per jaar
▪ Gelegenheidswerk
• Land- en tuinbouwsector
• Horeca
o Verenigingswerk
▪ Sportsector < 450 uur per jaar (ook bij combinatie)
▪ Socioculturele sector < 300 uur per jaar
▪ Studenten < 190 uur per jaar
o Bepaalde artsen
▪ Combinatie tewerkstelling in dienstverband en bijdrageplichtig als
zelfstandige in hoofdberoep
• bv. Artsen in een ziekenhuis met AO, en daarnaast
privépraktijk) → zonder uitsluiting moet hij 2 keer betalen
• Tenzij uitsluitend vast loon in ziekenhuis → dan wel 2 keer
betalen
o Kunstwerkers
- Beperking:
o Ambtenaren
▪ Enkel gezondheidszorg
▪ Eigen sociale bescherming (infra)
o Artsen in opleiding: verdere specialisatie kiezen
▪ Niet werkloosheid
▪ Niet pensioen
,Studentenarbeid
- Bijdragenregeling sociale zekerheid
o Overeenkomst voor tewerkstelling studenten
o 475 uren tewerkstelling per jaar
▪ Wat in geval van overschrijding? Vanaf dan wel WN en WG-
bijdragen betalen
o WEL solidariteitsbijdrage verschuldigd (2,71% student - 5,42% WG)
- Rechtgevend kind op kinderbijslag
o Binnen de grens van 475 uren per jaar
▪ Geen invloed
o Andere vormen van tewerkstelling
▪ Werknemer: max 80 uren per maand
▪ Zelfstandige in hoofdberoep: geen recht op kinderbijslag meer
o Zelf belastingplichtig ≥ 9.270 EUR
▪ Bedrijfsvoorheffing?
Ambtenaren
- Definitie:
o Ook tewerkstelling onder gezag van een werkgever
o Verbonden door statuut (supra)
- Bescherming:
o Onderscheid contractanten in overheidsdienst
▪ Voor hen geldt de sociale zekerheid van de werknemers
o Enkel bij te dragen voor gezondheidszorg
o Eigen statutaire regeling (ziekteverlof) en pensioenregime
(ambtenarenpensioen)
,Zelfstandigen
- Definitie:
o Elke natuurlijke persoon die in België een beroepsbezigheid uitoefent
waardoor hij niet gebonden is door een arbeidsovereenkomst of een
statuut
o Weerlegbaar fiscaal vermoeden
▪ Indien belastbare inkomsten die niet in ondergeschikt verband zijn
verworven
- Mandatarissen
o In winstgevende vereniging of vennootschap
o Weerlegbaar vermoeden
▪ Bewijzen kosteloosheid mandaat
- Enkele natuurlijke personen
o Semi-uitzondering via vennootschapsbijdrage
▪ Vennootschap moet zich aansluiten bij sociaal statuut van
zelfstandigen (is een rechtspersoon) en is bijdrage verschuldigd
aan sociaal statuut van zelfstandigen, maar risico onbestaande →
voor extra inkomsten
- Personen met een publiek mandaat
o Geen toepassing sociaal statuut zelfstandigen
o Wel jaarlijkse bijdrage verschuldigd door instelling aan RSVZ
o Vb. mensen met een zitje in een intercommunale, raad van bestuur
Beroepsbezigheid
- Rechtspraak
o Uitoefening van activiteiten
▪ Vb. geen sprake van activiteit: verzekeringsmakelaars
• Kijkt welke verzekering voor u het beste is
• Treedt op als tussenpersoon in geval van schade
• Stel de makelaar wilt er mee stoppen → kan dat hij nog wel
ontvangt van de verzekeringspremies die hij ooit heeft
aangebracht = passief beheer verzekeringsportefeuille
o Met een zekere regelmaat
▪ Cf. voor 1976 < 18 dagen per jaar → criterium weggevallen
▪ Vb. mensen aanspreken op straat maar niet vaak → geen
zelfstandige en dus ook geen bijdrage
o Gericht op winst
▪ Niet noodzakelijk winstgevend
▪ Vb. eigen koffiebar: niet per se winst maken, maar wel sowieso
minimumbijdrage betalen van 20,50% van 14500 euro aan statuut
van zelfstandigen
• Je kan wel vrijstelling van bijdragen aanvragen (als je
uitkomsten groter zijn dan je inkomsten)→ aan voldoende
criteria voldoen volgens uitgaven-inkomsten balans
• Blijft beschermd in gezondheidszorg, ziekte … MAAR niet in
pensioen
,Helper
- Definitie:
o Degene die de zelfstandige bijstaat of vervangt (kinderen of partner)
o Zonder door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden
o Bepaalde groepen onttrokken
▪ Ongehuwd en jonger dan 20 jaar
▪ Minder dan 90 dagen per jaar en studenten
Meewerkende “echtgenoot”
- Geldt ook voor wettelijk samenwonende partner
- Weerlegbaar vermoeden: als de partner geen eigen beroepsactiviteit heeft,
moet je dit kunnen bewijzen (vb. doktersvrouw als secretaresse)
o Zo geen sociale bescherming
- Vanaf 1 juli 2005
o Alle sectoren sociaal statuut zelfstandigen
▪ Tenzij geboren voor 1 januari 1956
• Enkel verplicht verzekerd in de sector ZIV-uitkeringen
o Zo eigen zelfstandige activiteit < 3000 EUR
o Stuk van het inkomen van de echte zelfstandigen toebedelen aan
echtgenoot of partner opdat deze een sociale bescherming kunnen
genieten
o Voor 1 juli 2005 heel wat meewerkende echtgenoten die hebben
gewerkt, maar nooit hebben afgedragen voor het pensioensysteem → als
zelfstandige overlijdt krijgt overlevende echtgenoot overlevingspensioen
(niet zo bij scheiding, deze krijgen geen vervangingsinkomen)
Deeleconomie
- Levering van diensten via platform
o Belastbaar tegen aanslagvoet van 20% zo brutobedrag minus forfaitaire
beroepskosten van 50% < 6540 EUR per jaar (2022)
▪ Dan geen toepassing sociaal statuut der zelfstandigen
▪ Wel 25% van belasting naar sociaal statuut der zelfstandigen
o Vb. website waar je maaltijden in de buurt kan gaan afhalen
,Afgeleide rechten
- Geen rechtstreekse rechten
- Indirecte bescherming op basis van:
o Verwantschap
o Huwelijksband
o Feitelijke relatie
- Voorbeelden
o Wij, studenten zijn ten laste van onze ouders → afgeleide rechten (vb.
terugbetaling na tandarts, gekoppeld aan recht op kinderbijslag)
o Vrouw met beroepsactiviteit met partner die geen beroepsactiviteit heeft
(deze is ten laste van de vrouw)
o Enkel huwelijksband nodig voor overlevingspensioen (minstens 1 jaar)
Sociale bijstand
Algemeen stelsel Gewaarborgde minima
Ziekte-uitkeringen Tegemoetkomingen personen met
handicap
Werkloosheidsuitkeringen Leefloon
Pensioenen Inkomensgarantie ouderen
GEEN/WEL onderzoek bestaansmiddelen
Grote verschil tussen klassieke sociale zekerheidssectoren en minimumregelingen is dat
in de klassieke sociale zekerheid er geen rekening wordt gehouden met de andere
bestaansmiddelen, maar in residuaire stelsels een toekenning van een uitkering altijd pas
zal gebeuren na onderzoek van alle mogelijke bestaansmiddelen.
Financiering
Werknemers: Bronnen
- Socialezekerheidsbijdrage
o WG- en WN-bijdrage (globale loonkost die rust op ondernemingen en WG
uit social profit sector)
o Crisisbijdragen + solidariteitsbijdrage (vb. studenten)
- Alternatieve financiering (voornamelijk via btw)
- Overheidstoelagen
o Vroeger: bij tekort betaalde OH dit → Nu: algemene financieringsbronnen
, - Subsidiaire financieringsbronnen
o Vb. burgerlijk aansprakelijkheidsverzekering als je in bezit bent van een
motor/brommer (deel hiervan gaat naar sector gezondheidszorg)
▪ Voor als je een ongeval veroorzaakt en er grote schade is, grote
kosten in gezondheidszorg
▪ Het is niet de grootste inkomst van de SZ
Kritiek:
- Hoge loonkost
- Discrepantie arbeids- en kapitaalintensieve bedrijven → alternatief: belasting op
omzet/winst
- Niet-arbeidsgebonden risico’s?
Berekeningsgrondslag
- Volledige brutoloon
- Loonkost WG?
o Brutoloon plus WG-bijdragen
- Van bruto naar netto
o Minus WN-bijdragen = belastbaar loon/inkomen
o Minus bedrijfsvoorheffing (voorafbetaling belastingen)
o Minus inhouding bijzondere bijdrage sociale zekerheid
Loon – algemeen:
- Loonbeschermingswet
o Loon in geld of in geld waardeerbare voordelen
o Waarop de werknemer recht heeft
o Ingevolge zijn dienstbetrekking Verruiming beperking
o Ten laste van de WG (direct of indirect)
Voordelen in natura: mag je niet in overdrijven → mag niet te hoog oplopen
want je hebt ook geld nodig om je rekeningen te kunnen betalen (+ moet je
geen sociale bijdrage op betalen)
- Hof van Cassatie
o Elke tegenprestatie voor geleverde arbeid
o Tegenbewijs te leveren door WG
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sitavanbilsen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €15,49. Je zit daarna nergens aan vast.