Samenvatting Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Samenvatting Strafrecht 2 Week 1
Hoofdstuk 1 + 2
Hoofdstuk 1 | Inleiding Blz. 18
1.2 Plaats van het strafrecht
Het strafrecht houdt zich bezig met het bestraffen van personen die een strafbaar feit hebben gepleegd
Wetboek van Strafrecht: : 1886
: Eerste boek – Algemene bepalingen
: Tweede boek – Misdrijven
: Derde boek – Overtredingen
1.3 Het doel van straffen Blz. 22
Doel van het opleggen van straf: 1. Vergelding
2. Preventie
Vergelding: : Vergelding door leedtoevoeging aan de dader van een strafbaar
feit veroorzaakt bij het slachtoffer.
Preventie: a. Speciale preventie
: voorkomen dat de dader zich nogmaals strafbaar maakt
aan een strafbaar feit.
b. Generale preventie
: voorkomen dat andere zich schuldig maken aan een
strafbaar feit (voorbeeldfunctie).
1.4 Materieel en formeel strafrecht Blz. 23
Materieel strafrecht: : Het gaat in het materiële strafrecht over de vraag wat een
strafbaar feit is.
‘’Het geheel van rechtsvoorschriften, dat aangeeft voor welke
gedragingen straf behoort te worden toegepast en waarin de straf
behoort te bestaan’ - W.P.J. Pompe
Materieelstrafrechtelijke : Hebben betrekking op de grenzen van de strafrechtelijke
vraagstukken: aansprakelijkheid. Oftewel, het materiële strafrecht bepaalt welk
gedrag niet toegestaan is en welke personen daarvoor kunnen
worden gestraft.
- Het gaat hierbij in de eerste plaats om strafbepalingen, maar
daarnaast behoren ook algemene leerstukken tot het materiële
strafrecht.
Strafbepalingen: : Bijvoorbeeld diefstal, moord, oplichting, etc.
Algemene leerstukken: : Bijvoorbeeld noodweer, poging en medeplichtigheid.
Formeel strafrecht: : (Ook wel strafprocesrecht genoemd).
: Dit omvat de regels van het strafproces en heeft niets te maken
met de omschrijvingen van strafbaar gedrag.
: Voor het grootste gedeelte geregeld in het Wetboek van
Strafvordering.
Voorbeelden: : De bevoegdheden van de politie, de duur van de voorlopige
hechtenis, de inhoud van dagvaardingen, de eisen gesteld aan een
vonnis en het instellen van hoger beroep.
1.5 Commuun en bijzonder strafrecht Blz. 23
Commuun of algemeen strafrecht
Hiermee wordt het zogenaamde klassieke strafrecht bedoeld. Dit omvat de meest uiteenlopende strafbare
feiten, zoals mishandeling, diefstal, moord, witwassen en mensen handel. In feite is het een verzamelnaam
voor alle misdrijven en overtredingen uit het Wetboek van Strafrecht.
1
, Samenvatting Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Bijzonder strafrecht
Het bijzonder strafrecht omvat de strafrechtelijke bepalingen die niet in het Wetboek van Strafrecht of het
Wetboek van Strafvordering zijn opgenomen, maar in aparte (bijzondere) wetten. Denk bijvoorbeeld aan
drugsdelicten (Opiumwet), economische delicten, fiscaal strafrecht (belastingfraude), milieudelicten en
militair strafrecht.
Hoofdstuk 2 – Inleiding materieel strafrecht Blz. 25
2.1 Plaats en structuur van strafbepalingen
Het materiële strafrecht bepaald welk gedrag strafbaar is. De inhoud van die wettelijke
verbodsbepalingen wordt soms verder ingevuld door de rechtspraak.
De strafbepaling in de meest 1. Een delictsomschrijving;
volledige vorm bestaat uit: 2. Een kwalificatie-aanduiding;
3. Een strafbedreiging;
1. Delictsomschrijving: : Geeft weer welke ongewenste gedraging de wetgever strafbaar
heeft willen stellen.
2. Kwalificatie-aanduiding: : Geeft aan met welke term het gedrag in juridisch opzicht benoemd
moet worden.
3. Strafbedreiging: : Geeft aan welke soort straf er opgelegd kan worden en wat het
maximum daarbij is.
Voorbeeld van een strafbepaling: : Artikel 225 lid 1 Sr.
‘Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of vervalst, met het
oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door andere te doen gebruiken, wordt als schuldig aan
valsheid in geschrift gestraft, met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie’.
Delictsomschrijving: : ‘Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te
dienen, valselijk opmaakt of vervalst met het oogmerk om het als
echt en onvervalst te gebruiken of door andere te doen gebruiken’.
:Hieruit blijkt dat de gedraging die de wetgever door middel van de
strafbaarstelling wil tegengaan.
Kwalificatie-aanduiding: : In de strafbepaling is duidelijk aangegeven hoe de verboden
gedraging gekwalificeerd moet worden, namelijk als ‘valsheid in
geschrift’.
Strafbedreiging: : Het artikel bepaalt welke strafsoorten toepassing kunnen vinden
en hun respectievelijke maxima: ‘gevangenisstraf van ten hoogste
zes jaren of geldboete van de vijfde categorie’.
2.2 De opbouw van het strafbare feit in vier componenten Blz. 27
Definitie van een strafbaar feit: : ‘Een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de
grenzen van een wettelijke delictsomschrijving, die wederrechtelijk
is en aan schuld te wijten’.
Er worden vier componenten van : Dit zijn tevens voorwaarden waaraan moet zijn voldaan voordat
het strafbare feit onderscheiden: iemand gestraft kan worden. De vier componenten zijn:
1. Menselijke gedraging (MG);
2. Wettelijke delictsomschrijving (DO);
3. Wederrechtelijkheid (W);
4. Schuld (als verwijtbaarheid: V).
Vierlagenmodel: : 1. MG 2. DO 3. W 4. V
Strafbare feiten kunnen worden a. Formeel omgeschreven delicten:
onderscheiden in: : Een min of meer concreet omschreven gedraging strafbaar
is gesteld, bijvoorbeeld diefstal (art. 310 Sr); en
b. Materieel omgeschreven delicten:
: Het gaat om het veroorzaken van een strafbaar gevolg,
bijvoorbeeld doodslag (art. 287 Sr) of dood door schuld
(art. 307 Sr) (maar denk hierbij ook aan door het gevolg
gekwalificeerde delicten, waarbij een geld als
strafverzwarende omstandigheid functioneert,
2