Samenvatting geschiedenis hoofdstuk 2 Duitsland in Europa
2.1 Duitsland van WO1 naar WO2
Toen Duitsland begon aan WO1 hadden ze bedacht dat het een snelle oorlog zou worden
en ze snel hun rijk konden uitbreiden. In realiteit was het een lange, uitzichtloze
loopgravenoorlog die veel slachtoffers heeft gekost.
September 1918 werd het voor de legerofficieren duidelijk dat de oorlog niet meer gewonnen
zou worden. Er waren toen 2 opties om te doen:
1. De legergeneraals konden een wapenstilstand aanvragen, maar dat zou ten koste
gaan van de eer van het leger.
2. Het parlement neemt het initiatief om een wapenstilstand aan te vragen. Dan zou het
niet ten koste gaan van de eer van het leger, zo konden ze later beweren dat de
oorlog in de Rijksdag verloren was en niet aan het front.
De Duitsers kozen natuurlijk voor optie 2, maar toen de leden van het parlement dit hoorden,
was het een grote schok. Door alle censuur en propaganda had iedereen in Duitsland
verwacht dat ze de oorlog zouden winnen. Toen eenmaal bekend was dat Duitsland de
oorlog echt ging verliezen, nam de onrust toe.
Op 9 november 1918 lieten de legercommandanten aan het parlement weten dat ze een
wapenstilstand wilden. Op 11 november 1918 op 11 uur in de ochtend werd de
wapenstilstand getekend.
Op politiek gebied waren er in Duitsland ook veel verschillen. Je had de SPD, die waren
voor de belangen van de arbeiders. Er was ook de conservatieve elite, o.a.
fabriekseigenaren, adellijke grondbezitters en hoge legerofficieren, die alles graag wilde
zoals het vroeger was dus met de keizer aan de macht. Ook had je de
communisten(Spartakisten), zij wilden een revolutie en zagen daarin Rusland als voorbeeld.
In de zomer van 1919 werd er dan eindelijk gestemd, na lange onrustigheid in het land. Het
parlement bestond daarna uit de SPD(sociaaldemocraten), Centrum(katholieken) en de
DDP(liberalen). Ze kwamen bijeen in een rustig stadje omdat het in Berlijn te onrustig was,
Weimar. Daarom werd Duitsland de aankomende periode de Republiek van Weimar
genoemd.
Het bestuur van de Republiek van Weimar bestond uit:
- Het parlement, bestaande uit de SPD, Centrum en de DDP, ook wel de Rijksdag
genoemd (wetgevende macht)
- De regering, bestaande uit een aantal ministers en de Rijkskanselier (uitvoerende
macht)
- De Rijkskanselier, vergelijkbaar met de minister president.
● Hij was door het volk gekozen
● Had veel macht
● Hij mocht regeringen benoemen en ontslaan
● Hij mocht de noodtoestand uitroepen.
De wapenstilstand zorgde niet voor vrede, dat kwam pas in januari 1919, in Versailles Daar
kwamen Frankrijk, Engeland en Amerika bij elkaar en maakten de volgende afspraken:
, 1. Gebiedsafspraken, Duitsland moest veel gebied en de koloniale bezittingen afstaan.
2. Militaire afspraken, Het Duitse leger mocht maar uit 100.000 beroepssoldaten
bestaan, mocht geen luchtmacht en oorlogsvloot meer hebben. De wapenindustrie
werd stilgelegd en het Rijnland werd gedemilitariseerd.
3. Financiële afspraken, Duitsland moest alle gemaakte schade terugbetalen aan
Frankrijk, België en Engeland (47 miljoen kilo goud)
Duitsland was niet uitgenodigd, ze moesten het verdrag wel ondertekenen anders zou de
oorlog verdergaan.
Dolkstootlegende:
De Duitsers werden door de propaganda verkeerd geïnformeerd over de oorlog. Het volk
dacht daarom dat het Duitse leger zo groot en sterk was, hoe kon je nou verliezen? Ze
moesten dan maar iemand de schuld geven en dat was de regering. De regering had het
leger in de steek gelaten door de vredesverklaring te tekenen. Het leger kreeg een
dolkstoot in de rug.
Veel burgers geloofden die theorie. Ze gebruikten deze theorie om andere
burgers/groeperingen bang te maken.
De hyperinflatie in 1923: Duitsland kon de financiële afspraken niet nakomen dus namen
de Fransen het Ruhrgebied(belangrijk industriegebied in D) in. De regering pikte dit niet en
riep alle arbeiders op om te staken. Er werd toen meer geld bijgedrukt en BAM,
hyperinflatie.
Dawesplan:
Omdat het in Duitsland een grote chaos was, en dat de herstelbetalingen de grootste
oorzaak daarvan was, kwam er een plan van Amerika.
- De Fransen gingen weg uit het Ruhrgebied
- Er werd een nieuwe munt ingevoerd
- Amerika leende heel veel geld aan Duitsland
En zo kon de economie herstellen. Amerika had daar zelf ook voordeel van want: Frankrijk
en Engeland hadden ook een lening bij de Amerikanen en die konden ze niet terugbetalen
want Duitsland betaalde hen niet terug.
En het werkte! De Duitse economie groeide, het geld ging weer rollen en de band tussen de
andere Europese landen en Duitsland verbeterde.
Beurskrach in 1929: In Amerika kwam er even een probleem. Er was overproductie, de
vraag in Europa was gedaald (omdat Europa nu zelfs weer kon gaan produceren) en nu zat
Amerika met veel te veel producten die alleen maar geld kostten. Daardoor daalden de
prijzen en werden er veel mensen ontslagen. BOEM, beurskrach.
Het werd een wereldcrisis. De economie van Duitsland leefde op Amerikaanse leningen
door het Dawesplan en stortte dus helemaal in.
Opkomst van Hitler:
Hitler was boos, het sterke Duitsland wat hij kende was er niet meer. Hij ging bij een club en
werd al snel de leider, de nationaalsocialistische partij (NSDAP), oftewel de nazi’s. Het