Volkenrecht
Week 1
Bronnenleer / Verdragenrecht: voorbehouden & decentrale structuur
Decentrale structuur:
- In het internationale recht niks gaat boven de staat.
- Staten bevinden zich in een horizontale relatie ten opzichte van elkaar, er staat niks
boven de staat.
- Lotus arrest: ‘The rules of law binding upon States emanate from their own free will
…’
Deze decentrale structuur staat onder druk. Dat er niets kan worden afgedwongen.
Dit heeft te maken met bijvoorbeeld mensenrecht of klimaat, als een staat hier niet mee
instemt.
Bronnen van internationaal recht:
Article 38 (dit is je startpunt, leer dit uit je hoofd)
1. The Court … shall apply:
a. International conventions, wether general of particular, stablishing rules
expressly recognized by the contesting states; (general principles)
b. International custom, as evidence of a general practice accepted as law;
(‘custom’, ‘customary law’. ‘CIL’)
c. The general principles of law recognized by civilized nations; (‘treaty’,
‘convention’, ‘charter)
d. Subject to the provisions of Article 59, judicial decisions and the teachings of
the most highly qualified publicists of teh various nations, as subsidiary menas
for te determination of rules of law.
Sub a t/m c zijn de primaire rechtsbronnen van het internationaal recht. Sub d is een
subsidiar, het hof mag sub a t/m c gebruiken voor het nader bepalen van de inhoud van
primaire rechtsregels. Wat zijn nou die nadere ‘duidingen? Dus het hof mag judicial decisions
en publicits of the various nations, dit zijn belangrijke artikelen van academische juristen,
gebruiken bij de nadere invulling van het recht.
,Wat houden deze (primaire) bronnen in?
a. Algemene (rechts) principes (general principles)
o Denk aan ‘good faith of equity’. Deze dienen als een soort ‘gab fillers’. Als je
er niet helemaal uitkomt kan je deze gebruiken om een bepaalde richting te
geven aan een uitspraak.
o Deze bron kan nooit in zijn eentje, het is altijd in combinatie met het
gewoonterecht of verdragenrecht of met beide.
b. Gewoonterecht (custom, customary law, CIL):
o Gewoonterecht is dat wat staat te doen omdat ze denken dat dat het recht is.
Bestaat uit twee onderdelen:
1. Opinio juris (juridisch onderdeel, ‘Staten doen iets, omdat ze denken dat het
recht dat van ze vraagt)
2. State practice (dat wat staat te doen)
o Whose? Je kijkt naar de praktijk van de relevante staten.
o When? Wanneer doet die praktijk zich voor en;
o Frequency? Hoe vaak?
o Which kinds of acts? We kijken in ieder geval naar de materiële handelingen
en de wetgevende handelingen van staten.
c. Verdragen (treaty, convention, charter (dit zijn allemaal woorden voor verdragen))
o Interpretatie
o voorbehouden
Statuut internationaal gerechtshof = Statue of the international court of justice (ICJ)
(bron)Verdragen:
- Weens Verdragenverdrag 1969 (‘Vienna Convention on the Law of Treaties’, VCLT):
een verdrag over verdragen dat gewoonterecht codificeert.
o Voorafgaand aan het verdrag over verdragen waren er al gewoonterechtelijke
afspraken over hoe verdragen bv tot stand moesten komen of hoe ze er uit
moesten zijn.
- ‘an international agreement, concluded between Sates in written form and governed
by international law’
- Consent to be bound: staten vrijwillig instemmen met de afspraken die ze maken.
o ‘The rules of law binding upon States … emanate form their own free will.’
(Lotus). De afspraken die staten maken, maken ze vanuit hun vrije wil. Ze
kunnen niet gebonden worden aan iets waar ze niet achter staan (hier zie je
weer de decentrale structuur terug)
o Pacta sunt servanda: artikel 26 VCLT. (bestaande afspraken dienen te worden
nageleefd)
, Van onderhandeling naar verdrag:
Voorbehouden:
- Artt. 19-24.
- ‘een Staat kan op het ogenblik van ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding of
goedkeuring van een verdrag of toetreding tot een verdrag een voorbehoud maken.’
- Voorbehoud mag, maar moet niet in strijd zijn met de object en purpoose van een
verdrag, artikel 18.
Stappen maken van verdrag:
Onderhandeling (over de tekst die ze aannemen)
Aannemen tekst voorbehouden, artt. 19-23.
Object &purpose, art. 18. (het onderliggende idee van een verdrag)
Inwerking treden
Werking & interpretatie interpretatie, artt. 31-32. Bv: ‘use of force’
Beëindiging/suspension
Voorbehouden (‘reservations’):
- Bijvoorbeeld: de jurisdictie van het ICJ
Article I: ‘The Contracting Parties confirm that genocie … is a crime under
international law which they undertake to prevent and to punish
Het hiervolgende artikel geeft jurisdictie (voorbehoud) aan de ICJ:
Article IX: ‘Disputes between the Contracting Parties relating tot he interpretation,
application or fulfulment of the present Convention … shall be submitted to the
International Court of Justice…
- Artt. 19-23