Hoofdstuk 1: de basis van innoveren
Paragraaf 1: inleiding
Soms zijn innovaties kleine verbeteringen, soms een grote stap vooruit. Innovaties zijn
nuttige vernieuwingen, gebruikers worden er beter van, in het economisch verkeer heet dit
‘waarde creëren.’ De klant is bereid de ínnovatie te kopen en voor de aanbieder die bereid is
de innovatie te verkopen.
Pas als deze vernieuwing nuttig blijkt te zijn noemen we het een innovatie. Ook is het pas
een innovatie als een uitvinding of een nieuw creatief idee is omgezet in iets dat
commercieel bruikbaar is en als gebruikers er iets aan hebben.
Innoveren is dus het vermogen om nieuwe producten (goederen, diensten of mengvormen
daarvan), werkwijzen of organisatievormen te realiseren of om bestaande producten,
werkwijzen of organisatievormen te veranderen.
Je moet innoveren, vanwege de volgende redenen:
- Verwachting klant XXL: macht , bijna onmogelijk tevreden te houden / kritische klant
tov : duurzaamheid (guilt free consumption) – kwaliteit – snelheid – persoonlijke
expressie / lifestyle/onderscheidend zijn – service – compatibiliteit - veiligheid…….
The expectation economy
- Concurrentie: voor blijven, internet -transparant (lees then best is geen optie->
survival of the best ), meer concurrenten ( iedereen kan beginnen-> democratisch)
- Technologie: versneld ontwikkeling, levensduur verkort, transparantie/ internet,
open source, democratisch
,Paragraaf 2: negen soorten innovaties
In onderstaande figuur staan negen gebieden die een organisatie kan innoveren. Vanwege
de vorm van de afbeelding en het belang van innovatie voor een organisatie hebben we dit
de innovatiediamant genoemd.
1. Bedrijfsmodelinnovatie: een bedrijfsmodel geeft aan op welke wijze de organisatie
invulling geeft aan de verschillende onderdelen van de waarde creatie (zie ook het
Canvas Business Model van Osterwalder) Indien meerdere aspecten tegelijk worden
geïnnoveerd kun je spreken van bedrijfsmodelinnovatie.
2. Productinnovatie: voor de volledigheid vermelden we hier dat wanneer we het over
‘product’ hebben, dit betrekking heeft op zowel goederen als diensten.
Productinnovatie kan betrekking hebben op een aangepast (verbeterd) product dat
voorziet in dezelfde behoefte, of op een nieuw product dat voorziet in een nieuwe
behoefte.
3. Procesinnovatie: bij procesinnovaties gaat het om de nieuwe of vernieuwde wijze
waarop goederen en diensten worden voortgebracht en/of aan de afnemer geleverd.
Hierbij kun je denken aan snellere levering of het aanbieden van producten waarbij
de klant zelf minder moeite hoeft te doen om het product te verkrijgen.
4. Marktinnovatie: van marktinnovatie is sprake als een organisatie een voor haar
nieuwe doelgroep wil bedienen, nieuwe geografische markten wil betreden of een
nieuwe markt wil aanboren.
5. Sociale innovatie: Het innoveren van de interne arbeidsorganisatie wordt ook wel
sociale innovatie genoemd. Het gaat hierbij over de professional/kenniswerker, over
zijn rol in de organisatie en over de consequenties daarvan voor de informatiefunctie.
Sociale innovatie heeft betrekking op deze kenniswerker.
6. Innoveer de waarde propositie: de waarde propositie is datgene wat de organisatie
haar klant beweert te leveren in de vorm van een dienst of goed. Hier dient de
organisatie zich af te vragen hoe zij de waarde die zij levert aan de klant kan
veranderen.
7. Innoveer de klantinterface: hierbij gaat het om de wijze waarop de organisatie
communiceert met haar afnemers.
8. Innoveer het leveringsmodel: hiermee wordt het proces bedoeld waardoor het
product of de dienst tot stand komt. De activiteiten die deel uitmaken van zo’n
proces kunnen op een radicaal andere manier uitgevoerd worden dan voorheen.
, 9. Innoveer het verdienmodel: dit geeft aan hoe de inkomsten en kosten tot stand
komen die gekoppeld zijn aan de levering van het goed of de dienst.
Paragraaf 3: fasen innovatieproces
Het startpunt van een innovatie is de introductie van een product. Een belangrijke
succesfactor is hoe bedrijven dit proces organiseren.
In de 3e fase, de ontwikkelingsfase wordt een idee omgezet in realiteit, waarbij in de
eindfase het product of dienst klaar is voor de introductie. Deze stap wordt niet in 1 keer
gezet maar bestaat uit een aantal tussenstappen ook wel de ‘stage-gate’ genoemd van
Robert Cooper (2001). In deze ‘stage-gate’ heeft het project in een aantal fases een
terugkoppeling nodig met een go/no go beslissing. Dit voorkomt overbodige kosten en zorgt
ervoor dat na elke fase wordt besloten of het zinvol is om verder te ontwikkelen.
Na elke fase volgt een Go/No-Go beslissing, niet alleen met een besluit om eventueel te
stoppen maar ook hoeveel en welke middelen voor de volgende ontwikkelfase beschikbaar
worden gesteld.
Een bekende methode van productontwikkeling is De Lean Startup methode. Dit betekent
niet eerst een uitgewerkt plan maken, maar beginnen met een simpel prototype om een
aanname te testen. Een Lean Startup zal zo snel mogelijk een 'minimal viable product' (MVP)
op de markt brengen om snel en continu te leren van het gebruik door klanten. Dit gebeurt
door ideeën te genereren, te bouwen, te meten en daarna daarvan te leren. Voordelen van
een MVP zijn:
- Het vermijden van onnodige ontwikkeltijd.
- Time to market. Je kan sneller beginnen met het werven van gebruikers en het
verdienen van geld
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper khmv. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.