Week 1 – (introductie en geschiedenis)
History of Forensic Psychology – Helfgott & Wallenborn
Belangrijke punten:
- Oorsprong begon in de tijd van Hippocrates (460 – 377 v.Ch) → arts was bezig met
geestenleer. Arts werd opgeroepen om te beoordelen of iemand toerekeningsvatbaar was.
o Vroeger moest je een inschatting krijgen dat je bijna volledig wilsonbekwaam was.
- Middeleeuwen
o Onder curatele van familie → je bent voor familie dan verantwoordelijk voor een
persoon die een daad pleegde. De familie werd dan ook gestraft als die persoon iets
deed.
o Machtiging voor opsluiten
- 15e – 17e eeuw
o 15e eeuw: dolhuizen → daar gingen mensen dan heen die krankzinnig waren. Een
arts/psychiater beoordeelde dan mensen en kozen welke behandeling mensen
zouden krijgen.
o ‘Bezeten door de duivel’: heksenjacht (in 16e en 17e eeuw) → vrouwen vooral
werden achterna gezeten.
o Johannes Wier (1515 – 1588) → pioniers van psychiatrie. Hij zei dat vrouwen en
delirium hadden. Hij zei dat ze wat anders moesten doen met die vrouwen ipv
achterna zitten.
Evolution of the field
Historical Origins
Een aantal milestones in de ontwikkeling van forensische psychologie
In de tijden van ancient Greece en India werd forensische psychologie als eerst gebruikt. Mensen
met intellectuele tekorten werden verdedigd waarbij uit werd gegaan van ‘criminele waanzin’. In de
18e en 19e eeuw werd dit ook in Europa gedaan, waarbij later ook focus kwam op de psychologie van
getuigenissen. In de eerste instantie was het zo dat een persoon moest worden gezien als volledig
niet in contact met de realiteit voor een insanity defense, later hoefde je niet volledig insane te zijn
(voorbeeld Hadfield). Hadfield zorgde ervoor dat de wet Criminal Lunatics Act of 1800 werd
aangenomen die zei dat mensen die krankzinnig waren niet werden vrijgesproken (werd daarvoor
wel gedaan), maar die werden opgesloten voor een onbepaalde tijd. (De Criminal Lunatics Act gold
voor mensen die warden vrijgesproken op basis van krankzinnigheid of die krankzinnig leken op het
moment dat ze werden aangehouden.)
Tijdens de Franse Revolutie (18e eeuw) kwam het verlichte denken opgang. Er kwam toen een
crimineel wetboek: Code Pénal. In dit rechtboek werd gezegd dat iedereen gelijk is (volwassenen,
kinderen, mannen en vrouwen; ‘zonder oordeel des onderscheids’). De straffen waren toen ook heel
hard en streng.
Vervolgens in 1886 werd het Wetboek van Strafrecht ingevoerd. Er kwam toen meer aandacht voor
psychische afwijkingen (natuurwetenschappelijke benadering). Er kwam toen een aantal wettelijke
regelingen voor het opsluiten van psychisch gestoorden.
Pinel introduceerde in de 19e eeuw het concept ‘manie sans délire’ (manie zonder waan). Pinel was
de eerste die aangaf dat er wel iets aan de hand was bij de dader (dus gedrag is niet volledig toe te
rekenen aan hen), echter de persoon is niet zwakzinnig zei Pinel. Er kwam dus toen meer inzicht in
mentale problematiek. Eerste keer dat insanity als moraal ipv intellectuele aandoening werd gezien.
Eerder werd insanity gelinkt aan waanbeelden, delirium en slechtere intelligentie. Door deze
erkenning kwamen er ook meer gevallen waarin delinquenten niet werden gestraft vanwege
mentale problematiek.
,1843 Daniel mcNaughten probeerde prime minister Robert Peel te vermoorden. Mensen zeiden dat
hij insane was tijdens zijn daad waardoor de uitspraak ‘not guilty by reason of insanity’ werd. Zo
kwam ‘McNaughten Rule’ die een duidelijk gedefinieerde wettelijke standaard voor
waanzinverdediging heeft vastgesteld, die tegenwoordig in veel Amerikaanse rechtbanken nog de
standaard is.
Door die Code Pénal was er geen onderscheid tussen volwassenen en kinderen, maar in 1905 kwam
de invoering van Kinderwetten. Hierin werd vastgesteld dat je kinderen anders moest behandelen
dan volwassenen. Er kwam toen een verschuiving van het moderne strafrecht: van straffen en
wreking naar verbetering.
Die kinderwetten staan dus in het teken van de verschuiving naar moderne strafrechtschool: belang
van de dader, niet van de daad:
- Gerecht op herstel/verbetering
- Rechtvaardige straf
→ Er kwamen toen mildere straffen. De vraag was toen, was er nog wel garantie voor de
veiligheid van de burgers (dit is altijd lastig, ook tegenwoordig nog, want is hard straffen altijd
goed en je wil terugkeer in de maatschappij, maar is de maatschappij dan nog wel veilig?)
In de 20e eeuw kwam het Voorstel van Hamel
- Lichtere vergrijpen: maatregel of straf ter afschrikking (dus iets gestolen bijv. in de
supermarkt, je hoeft niet direct iemand op te sluiten)
- Zwaardere vergrijpen: behandeling en verpleging van lange duur
- Zeer zware gevallen: terbeschikkingstelling (tbs) van de regering; behandeling van 10 jaar en
daarna verdere overweging.
- 1928: Psychopatenwetten – opname strafrecht: tbs van de regering en verpleging.
- In die tijd kwamen veel nieuwe instellingen → daarom in 1933 een Stopwet aangenomen.
Na de tweede wereldoorlog kwam er een ontwikkeling
- Commissie naoorlogs strafrecht: genuanceerde opvattingen
o Er kwamen te veel mensen in de tbs, dus zijn er genuanceerde opvattingen
gekomen.
- De Utrechtse school (Baan, Pompe en Kempte, internationaal toonaangevend) werd
opgericht, hier kwam betere zorg voor gevangenen en ook speciale zorg voor gedetineerden
met een psychische stoornis.
- Betere zorg voor gevangenen en ook speciale zorg voor gedetineerden met een psychische
stoornis.
- In jaren 60 bleek er een toename van duur tbs was. Toen zijn er longstay afdelingen
gekomen.
o Rond 1995: introductie Longstay-afdelingen
Basiswetgeving tbs
- In 1971 ontstond er een veranderde tijdsgeest met meer nadruk op zelfbeschikking en
tolerantie van andere leefstijlen (antipsychiatrie).
- Wet Bijzonder Opneming in Psychiatrische Ziekenhuizen (Wet BOPZ) kwam toen.
- Binnen enkele decennia ontstond een groep patiënten met ernstige psychiatrische
ziektebeelden waaraan geen intensieve zorg en begeleiding werd gegeven en die in sommige
gevallen overlast veroorzaakten. BOPZ ingrijpen niet (lang genoeg) mogelijk.
- Sinds januari 2019 Wet Forensische Zorg (WFZ)
- Sinds 1 januari 2020 Wet verplichte ggz en Wet zorg en dwang
- Momenteel: 28 forensische zorgtitels
,Early Development
In 19e eeuw kwam ‘de psychologie van getuigenis’ in ontwikkeling. McKeen Cattell vroeg studenten
om het weer van vorige week terug te halen waarbij antwoorden erg uiteenliepen, dit gaf aan de
eyewitness memory recall heel onbetrouwbaar is.
In de 20e eeuw erkende Freud en Munsterberg het belang van de praktische toepassing van
psychologie binnen het rechtsgebied en deden een poging om psychologie te integreren in het
rechtssysteem. Echter, beide mannen werden niet heel serieus genomen in hun poging om het
belang van psychologie binnen het rechtssysteem te overdragen.
Legal milestones
Ondanks eerdere pogingen werd psychologie pas geïntegreerd in het rechtssysteem tijdens de mid-
century door een aantal rechtszaken. Pas in 1962 mochten psychologen een getuigenis afleggen in
strafzaken met betrekking op mentale stoornissen.
Developments – 1960s through 2000
In 1969 werd de American Psychology-Law Society opgericht, wat de eerste formele professionele
organisatie werd. Deze organisatie begon professionele conferences te houden, publiceerde
academische artikelen en voerde onderzoek uit. Langzaam werd het veld steeds groter, er kwam een
certificaat voor het bestuur en er kwamen wetenschappelijke tijdschriften. In die periode boden
forensische psychologen zichzelf ook aan als behandelaars.
Forensic psychology today
Race in forensic psychology
Eén gebied dat belangrijk is in elke discipline van het strafrechtsysteem, is raciale
disproportionaliteit. In 1980 pleitte psychologen voor de implementatie van multiculturele
competentie- en opleidingseisen voor psychologen. Dit resulteerde in meerdere richtlijnen. Nadat ze
erachter waren gekomen dat in de afgelopen 30 jaar rond de 40-80% van de gepubliceerde artikelen
geen race/etniciteit van participanten benoemde, resulteerde dit in de suggestie dat dit gebrek aan
aandacht zorgde voor een theoretische en empirische blinde spot wat zorgt voor belemmering in het
begrip van Black, Indigenous and People of Color (BIPOC). Er is toen een Multicultural Guideline
gekomen.
Media and pop culture
De toename van de media-aandacht voor forensische psychologie heeft invloed gehad op de manier
waarop juryleden naar bewijsmateriaal luisteren en beslissingen nemen over uitspraken, en heeft
invloed gehad op de opvattingen van studenten die geïnteresseerd zijn in forensische psychologie.
De rol van forensische psychologie wordt door de media vaak verward en hebben invloed op de
verwachtingen van studenten over hun carrière, omdat media niet de realiteit reflecteert.
, De 4 belangrijkste hoofdvelden van forensische psychologie zijn: legal psychology, criminal
psychology, police psychology en victimology.
Legal psychology
Legal psychology is de wetenschappelijke studie en praktijk van psychologie in het rechtssysteem.
Onderzoek en toepassing van deze interdisciplinaire onderwerpen zijn belangrijk voor alle fases van
het rechtssysteem. Onderzoek, assessment en meningen kunnen aangeboden worden bij de
rechtbank door getuigenissen of geschreven rapporten.
Criminal psychology
Criminal psychology is de studie die duikt in de psychologische complexiteit en motivaties van
criminele breinen en de gerelateerde praktijk binnen het criminele rechtssysteem. Er zijn grenzeloze
theorieën over crimineel gedrag waarbij veel van deze theorieën complex zijn en met elkaar
verbonden. Er is geen universele theorie over crimineel gedrag, sinds dit gedrag het resultaat is van
meerdere gebeurtenissen wat wordt beïnvloed door heel veel interacties tussen individu en
omgeving. Crimineel gedrag is divers, het verschilt in tijd, cultuur, omstandigheden, en bij
karakteristieken van een persoon zoals leeftijd, gender, locatie en mogelijkheden (ability). De
dualiteit van crimineel gedrag is zowel uniek als universeel.
Klassieke criminologie in de 18e eeuw, die de oorzaak van een misdaad zocht in vrije wil en utilitaire
motieven, verschoof in de 19e en 20e eeuw naar positivistische criminologie die keek naar
deterministische oorzaken van een misdaad. Met deze verandering speelde psychologen een
belangrijke rol in de studie en behandeling van crimineel gedrag.
Psychopathy
Psychologische theorieën bieden maar hele kleine verklaringen van crimineel gedrag dat kijkt naar
vroege psychodynamische ontwikkelingen, informatieverwerking en cognitie en geconditioneerde
processen. Verder heeft onderzoek een combinatie van cognitieve, gedragsmatige en
psychodynamische oriëntaties toegepast om de ontwikkeling van functionele concepten van
psychopathie en criminaliteit te analyseren.
Psychopathie is erkent als een van de meest belangrijke klinische constructen van het criminele
rechtssysteem. Psychopathie is een unieke klinische conditie gekarakteriseerd door de ‘juxtapositie
van affectieve interpersoonlijke kenmerken met antisociaal gedrag’ samen met het onvermogen om
menselijke hechting te vormen en agressief narcisme. Eerdere definities van psychopathie
karakteriseerde de conditie vaak als ‘insanity’ en ‘psychosis’, wat beide niet het geval is. Klassieke
persoonlijkheidstrekken van psychopathie omvatte oppervlakkige charme, grootsheid, pathologisch
liegen en gebrek aan spijt. Gedragskenmerken van de stoornis zijn onder andere slechte
gedragscontroles, impulsiviteit, onverantwoordelijkheid en criminele veelzijdigheid.
De assessment en behandeling van psychopathie is al lang een belangrijk onderdeel binnen
forensische psychologie gezien de hoge prevalentie binnen de criminele populatie. The Psychopathy
Checklist-Revised (PCL-R) biedt een gestandaardiseerde en gevalideerde tool voor het forensische
assessment van psychopathie in het criminele rechtssysteem. Het bestaat uit een 20-item checklist
die de affectieve, interpersoonlijke en gedragsmatige kenmerken van de stoornis meet. De PCL-R is
een valide en betrouwbaar meetinstrument van psychopathie en een sterke voorspeller van
gewelddadige recidive, gevaarlijkheid en een determinant van hoog criminogene daderrisico/-
behoefte.