Transmurale Richtlijn Algemene Wondzorg regio Haaglanden 2016 e.v.
Inleiding
Om de kwaliteit van wondzorg in de regio Haaglanden te vergroten is onder verantwoordelijkheid van
de Stichting Transmurale Zorg Den Haag e.o. de transmurale richtlijn algemene wondzorg ontwikkeld.
Deze heeft tot doel alle professionals binnen de Haagse regio handvaten te bieden voor het uitvoeren
van wondzorg op uniforme wijze en volgens evidence based richtlijnen. De richtlijn algemene
wondzorg bevat naast specifieke richtlijnen voor wondbehandeling veel achtergrondinformatie over
wondgenezing en kan als naslagwerk worden gebruikt.
De transmurale richtlijn algemene wondzorg is vooral gebaseerd op consensus van (inter)nationale
experts. Daar waar dat mogelijk is, is de richtlijn gebaseerd op bewijs uit gepubliceerd
wetenschappelijk onderzoek. Deze onderzoeken zijn verkregen via databases zoals Cochrane,
Medline en Pubmed. Daarnaast is informatie verkregen uit het Handboek Wondzorg (2009), het WCS
Wondenboek (2011) en het boek Wound Care: A Collaborative Practice Manual for Health
Professionals (2007).
De richtlijn is vastgesteld door het Netwerk Wondzorg Haaglanden. Op
https://transmuralezorg.nl/denhaag-projecten/deelproject/178/Deelnemers-Wondzorg vindt u een
overzicht van de leden van het netwerk.
De richtlijn wordt elke vijf jaar herzien.
De richtlijn omvat de volgende onderdelen:
1. Wondetiologie
2. Normale wondgenezing
3. Interne factoren die wondgenezing beïnvloeden
4. Externe factoren die wondgenezing beïnvloeden
5. Anamnese bij wondzorg
6. Wondbeoordelingsinstrument
7. Wondbehandeling
8. Littekens
9. Wondrapportage en overdracht
10. Consultatie en informatieve websites
1
, 1. Wondetiologie
Een wond is een pathologische toestand waarbij weefsels onderling van elkaar gescheiden of
vernietigd zijn. Wonden kunnen in elk weefsel van het lichaam voorkomen, maar meestal wordt de
term wond geassocieerd met een defect of beschadiging van de huid. Een wond kan worden
veroorzaakt door een beschadiging van buitenaf of als gevolg van een onderliggende stoornis.
Chirurgische wond
Onder een chirurgische wond verstaat men in de regel een door een medicus bewust toegebrachte
wond. Chirurgische wonden zijn te onderscheiden in primair en secundair genezende wonden. Primair
genezende wonden zijn te onderscheiden in gesloten niet lekkende wonden en gesloten lekkende
wonden. Een secundair genezende chirurgische wond is een open wond: de wondranden wijken en
het wondbed is zichtbaar (genezing per secundam intentionem).
Traumatische wond
Traumatische wonden zijn wonden t.g.v. geweld van buitenaf, zoals wrijving of aangebracht met een
stomp of scherp voorwerp. Meestal is de behandeling, eventueel na een chirurgische interventie,
gericht op secundaire genezing. Tot traumatische wonden worden schaafwonden, scheurwonden
(skin tears) en penetrerende (perforerende) wonden gerekend.
Schaafwonden
Een schaafwond (excoriatie) is een wond waarbij door een mechanische oorzaak (schuren over een
meestal ruw oppervlak) een deel van de opperhuid is verwijderd.
Skin tears
Bij vooral de ouder wordende huid kan een klein trauma zoals stoten of vallen een grote wond geven
waarbij de bovenste huidlaag loslaat en omklapt. Deze wonden bloeden vaak hevig en meestal zit de
huidflap nog deels aan het lichaam vast.
Penetrerende wonden
Een penetrerende wond is een met geweld toegebrachte verwonding die van buiten in omvang gering
kan zijn, maar waarbij inwendig grote schade kan zijn aangericht. Naar oorzaak worden schot- steek-
en bijtwonden onderscheiden.
Decubitus wond
Decubitus is een gelokaliseerde beschadiging van de huid en/of onderliggend weefsel, meestal ter
hoogte van een botuitsteeksel, als gevolg van druk of druk in samenhang met schuifkracht.
Decubitus wordt ingedeeld in vier categorieën (I, II, III en IV).
Categorie I: niet-wegdrukbare roodheid bij een intacte huid
Categorie II: verlies van een deel van de huidlaag of blaar
Categorie III: verlies van een volledige huidlaag (vet zichtbaar)
Categorie IV: verlies van een volledige weefsellaag (spier/bot zichtbaar)
(Bron: landelijke multidisciplinaire richtlijn decubitus preventie en behandeling, 2011).
Diabetische voet
Onder de diabetische voet wordt verstaan de verscheidenheid aan voetafwijkingen die ontstaan ten
gevolge van perifere polyneuropathie, macro- angiopathie, ‘limited joint mobility’ en andere gevolgen
van metabole stoornissen, die meestal in combinatie voorkomen bij patiënten met diabetes mellitus.
Neuropathie (vormen en kenmerken)
Sensibele neuropathie: minder gevoel van pijn, temperatuur en druk, waardoor een verhoogd
risico op huiddefecten en verstoorde loopfunctie bestaat.
Motorische neuropathie: verslapping voetspiertjes en verandering van de stand van de voet
waardoor er een klauw– of holvoet kan ontstaan. De druk wordt verhoogd en er kunnen
drukplekken en ulcera ontstaan.
2
, Autonome neuropathie: afname van de zweetsecretie waardoor de huid droog en schilferig wordt
wat abnormale eeltvorming/fissuren kan geven. Het verdwijnen van controlemechanisme
vaattonus, waardoor een warme, oedemateuze voet kan ontstaan.
Macro- en micro- angiopathie
Ziekten van de grote en kleine bloedvaten waarbij vernauwing en verstijving optreden.
Limited Joint Mobility
Diabetes geeft stoornissen in de eiwitstofwisseling, dit kan leiden tot verstijving van de gewrichten
in de voet, ook wel Limited Joint Mobility genoemd. Er is sprake van een slechte afwikkeling van
de voet en daardoor meer kans op drukplekken. Dit kan leiden tot voetdeformatie en
callusvorming, geïnfecteerde ulcera en een Charcot voet.
Ulcus cruris
Een ulcus cruris (ook wel een open been genoemd) is een defect van de huid tot in het onderhuids
weefsel, gelokaliseerd aan het onderbeen met geen of geringe genezingstendens. Het is een meestal
recidiverende aandoening op basis van een circulatiestoornis, vaak vooraf gegaan door
huidverandering.
Etiologie: bij het ulcus cruris wordt in een groot aantal gevallen veneuze insufficiëntie gevonden als
belangrijkste oorzaak. Daarnaast kan bij een ulcus cruris sprake zijn van arteriële insufficiëntie,
diabetes mellitus, vasculitis, maligniteiten, infecties en andere minder frequente oorzaken.
(Bron: richtlijn diagnostiek en behandeling van het ulcus cruris venosum, 2005)
Brandwond
Een brandwond is een letsel waarbij de continuïteit van weefsel is verbroken door warmte, kou,
straling of een chemische stof. Het verbrandingsletsel als geheel laat zich moeilijk definiëren omdat
het zich kan voordoen in verschillende verschijningsvormen. Brandwonden worden in de meeste
gevallen veroorzaakt door hete vloeistof of vuur. Contactverbrandingen en verbranding door
chemische stoffen en elektriciteit vormen in Nederland slechts een klein percentage van de
brandwonden.
De ernst van het letsel is afhankelijk van de uitgebreidheid, de diepte en de locatie van de brandwond,
de leeftijd van de patiënt, van een aantal pre-existente ziekten en van bijkomend letsel. Vaststelling
van de uitgebreidheid van de brandwond geschied door middel van schatting van het percentage
Totaal Verbrand Lichaams Oppervlak (TVLO). De diepte wordt ingedeeld in:
Eerstegraads verbranding
Oppervlakkige tweedegraads brandwond
Diepe tweedegraads brandwond
Derdegraads brandwond
Oncologische wond
Onder een oncologische ulcus wordt verstaan een onderbreking van de epidermis door infiltratie van
maligne cellen. Dit kan veroorzaakt worden door een primaire maligniteit van de huid, door
metastasen in de huid of door groei van een maligniteit van dieper gelegen structuren door de huid
heen.
Een oncologische wond is een wond die ontstaat ten gevolge van de behandeling van een maligniteit
zoals chirurgie, radiotherapie, hyperthermie en/of chemotherapie.
De oncologische ulcera onderscheiden zich op een aantal punten van benigne ulcera. De kenmerken
(en meest voorkomende problemen) zijn:
- Grillig van vorm, paddenstoelachtig of zich in de diepte uitbreidend (soms fistelend of
ondermijnend);
- Geen natuurlijke genezingstendens;
- Verhoogde bloedingneiging;
- Soms een extreme productie van exsudaat;
- Onaangename geur door weefselversterf en infectie;
- Wondpijn, veroorzaakt door het tumorproces;
- Jeuk, veroorzaakt door het tumorproces.
3