100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Cross-Culturele Psychologie ENDTERM €5,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Cross-Culturele Psychologie ENDTERM

1 beoordeling
 133 keer bekeken  5 keer verkocht

Samenvatting/uitwerking van de hoorcolleges voor de endterm van cross-culturele psychologie. Ik ben bij alle hoorcolleges aanwezig geweest en heb hier een duidelijke samenvatting van gemaakt. Alle hoorcolleges zijn hier uitgeschreven. Er worden in de hoorcolleges ook artikelen besproken, wat er g...

[Meer zien]
Laatste update van het document: 7 jaar geleden

Voorbeeld 8 van de 42  pagina's

  • Nee
  • Verplichte literatuur uit de syllabus
  • 16 oktober 2017
  • 19 oktober 2017
  • 42
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (9)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: Ismayrepko95 • 7 jaar geleden

avatar-seller
sennapsy

Beschikbare oefenvragen

Oefenvragen 124 Oefenvragen
€3,48 8 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Wat is cognitieve dissonantie?

Antwoord: je mening aanpassen om gedrag en mening congruent te laten zijn

2.

Waar is intolerantie voor inconsistentie een groter probleem? Ind vs. Col culturen?

Antwoord: Ind culturen

3.

Wat is non-dialectical resolution?

Antwoord: één product moet weer waar zijn want ik mag er maar één kiezen

4.

Wat is dialectical resolution?

Antwoord: compromis zoeken tussen twee stellingen/producten

5.

Wat is Self-centered bias?

Antwoord: Succes intern attribueren maar geen verantwoordelijkheid nemen voor falen

6.

Waar zien we meer self-centered bias? Ind of Col culturen?

Antwoord: Ind culturen

7.

Wat is unassuming bias?

Antwoord: Succes extern attribueren en falen intern attribueren

8.

Wat is in één zin de kern van het police officiers dilemma?

Antwoord: Mensen schieten sneller/vaker op een donker persoon dan op een blank persoon

9.

Wat is shooter bias?

Antwoord: Bij een persoon die gewoon een object vast heeft wordt bij een donkere persoon meer fouten gemaakt, ook zien we bij een donker persoon sneller het wapen

10.

Wat is sociale identiteit?

Antwoord: Dat deel van het individueel zelfconcept dat komt van het onderdeel uitmaken van een bepaalde groep met een bepaalde waarde

Culturele Psychologie ENDTERM
2017/2018 500188
HC8 Sociale identiteit en interculturele interactie

Perceptie en cognitie
Cognitieve dissonantie: mening aanpassen om gedrag en
mening congruent te laten zijn
Post-decisional spread of alternatives:
Keuze tussen 2 huishoudelijke producten en ze beoordelen
elk product, 1 van de producten mag gehouden worden,
daarna herbeoordelen van gekozen product

Heine & Lehman
Dezelfde opzet met cd’s  top 10 rangordenen
University vs. non-university educated Americans: hier ook cd’s
Shiraev & Levy:
- Mensen in individualistische culturen ervaren dissonantie wanneer hun gedrag in strijd is met
de persoonlijke of de sociale standaard
- Mensen in collectivistische culturen maken zich meer zorgen om het schenden van die sociale
standaarden, uit angst voor het aantasten van de sociale harmonie en daardoor afgewezen te
worden door anderen

Hoshino-Browne et al:
afhaalmenu  10 beste keuzes rangordenen ofwel voor zichzelf of voor een goede vriend (voor de
ander wil je een betere keuze maken) en daarna weer herbeoordelen
 Cognitieve dissonantie bestaat in beide culturen maar om andere redenen
o Intolerantie voor de inconsistentie is een groter probleem in individualistische
culturen dan in collectivistische culturen waarin je incongruent mag zijn

Peng & Nisbett: Aristoteles: twee elkaar tegensprekende stellingen kunnen niet beide waar zijn: A
≠ niet A  ze kunnen niet tegelijkertijd waar zijn:
- Individualistisch: er moet er 1 meer waar zijn want je moet er 1 kiezen  non-dialectical
resolution
- Collectivistisch: compromis zoeken tussen deze 2 stellingen  dialectical resolution
 Reden waarom collectivisten minder moeite hebben met cognitieve dissonantie

Attributie
Proces waarmee we de oorzaak van ons eigen gedrag, maar ook het gedrag van anderen proberen te
verklaren en te identificeren:
Self-centered bias (USA): Succes intern attribueren, maar geen verantwoordelijkheid nemen
voor falen
Unassuming bias (Japan): Succes extern attribueren en falen intern attribueren
 Doen we dit van nature of zijn dit de sociale normen om ons heen: is dit een psychologisch
process of een uitingsproces gestuurd door contextuele normen
o Maar al het bewijs hiervoor is niet even onomstotelijk



1

,Stereotype content:
- Stereotype: heuristieken die we gebruiken  informatie die we over de groep beschikbaar
hebben en die plakken we op de persoon
- Stereotypes kunnen we zien in twee verschillende termen/dimensies/aspecten: normaliter
worden stereotypes gezien als positief of negatief, maar in dit paper wordt gezegd dat dit te
simpel gedacht is  hiernaast kijken we ook naar heb ik iets aan deze persoon:
o Gebrek aan warmte
o Gebrek aan competenties
Hoe worden warmte en competentie gemeten?
Aan personen gevraagd hoe bepaalde groepen worden gezien door
anderen  kernwoorden:
Warmte: tolerant, warm, good natured, sincere
Competenties: confident, independent, competitive, intelligent

- Stereotypen zetten ons aan tot bepaald gedrag
- Stereotypes bepalen niet alleen hoe mensen behandeld worden, maar ook
hoe hun gedrag geïnterpreteerd wordt  jonge kinderen (4 jaar) hebben
ongeacht hun eigen huidskleur voorkeur voor de witte pop boven de bruine
pop ook bij plaatjes:
* ‘Bobby heeft Scott geduwd’
* ‘Alex is gevallen en Chris gaat ‘m helpen!’


The Police Officer’s Dilemma
Gaan mensen sneller schieten op een donker persoon dan een blank
persoon  proefpersoon maakt keuze om wel of niet te scheten: als we naar die stereotypen
handelen dan zouden we sneller op de donkere personen schieten dan op de blanken
Als de persoon een gewoon object vastheeft dan worden er meer fouten gemaakt bij donkere
personen, maar ook als donkere personen wel een wapen vasthebben dan wordt dat sneller
opgemerkt
 Shooter bias
Politie was hier dus niet echt blij mee en zei: ja maar dit zijn geen professionals dus wij
zouden beter scoren op deze test  uit nieuwe onderzoeken blijkt ook dat er weinig
verschillen zijn
Dus leken handelen naar stereotype, maar specialisten zullen dit niet zo snel doen
Maar dit onderzoek is gedaan in een tijd waarin dit onderwerp heel gevoelig lag, dus wellicht
heeft de politie zich sociaal wenselijk gedragen  laatste woord is er nog niet over gezegd

Identiteit:
Sociale identiteit
Dat deel van het individueels zelfconcept dat komt van het onderdeel uitmaken van een bepaalde
groep met een bepaalde waarde (emotional significance)  moeder, docent, etc.
Onderdeel van de sociale identiteit is etnische identiteit = een gedeelde culturele
achtergrond, dezelfde afstamming, dezelfde taal, dezelfde tradities en vaak ook dezelfde
religie aanhangt of uit hetzelfde gebied komen als iemand anders  niet alle factoren hoeven
te kloppen, maar zien wij als groep dat we een soort samenhang hebben en een gedeelde
achtergrond hebben dus vluchtelingen kunnen rondom het vluchtelingenschap een etnische
identiteit vormen met elkaar, ondanks dat ze elkaar pas recent hebben leren kennen
Resultaat van interactie tussen individu en omgeving (pag. 19 Verkuyten)  sociale en etnische
identiteit wordt gevormd door je leven heen

2

,Partiële identiteiten: sociale en etnische identiteit vallen hier onder
Iedereen behoort tot meerdere categorieën
- Afhankelijk van de context woorden bepaalde identiteiten saillant
Het aantal identiteiten/rollen is afhankelijk van levensstadium  hoe ouder je bent hoe minder
belangrijk deze identiteiten zijn over het algemeen
- Culturele verschillen in het aantal partiële identiteiten: meer verschillende rollen in niet-
traditionele (je gaat veel meer met verschillende culturen om en er zijn meer identiteiten
nodig om hiermee om te gaan) en minder verschillende rollen in traditionele culturele
contexten (het ligt heel erg vast hoe je je moet gedragen)

Niet alleen jijzelf, maar ook de maatschappij plakt je identiteit op je ‘voorhoofd’  dat labeltje heeft
consequenties (Rohingya: groep die wordt uitgemoord omdat ze officieel illegaal zijn)
Karakteristieken  identiteiten  discriminatie: dus bepaalde karakteristieken leiden ertoe dat je een
tot een identiteit wordt gerekend en dit leidt tot discriminatie  experiment met ‘blue en brown eyes’
in de klas

Case studie: Selçuk
Verkuyten heeft een 15-jarige jongen geobserveerd:
Tegen Nederlanders: ‘Ik voel me echt Turks en onze cultuur moet behouden worden’
‘Tegen Turken: ‘Ik ben Turks, maar het doet me niet zo veel’
Interpretaties:
1. Één is waar, de ander onjuist: ware zelf moet gemeten worden
2. Selçuk praat niet over hetzelfde in zijn 2 opmerkingen: uitzoeken waar hij over praat en of het
consistent is
3. De opmerkingen moeten geplaatst worden in hun context: mensen definiëren hun identiteit
in termen van de situatie waarin zij zich bevinden
De rol van de context 1:
Verkuyten: onderzoek naar de multiculturalisme hypothese  als ik geloof in een
multiculturele samenleving (vredig samen kunnen leven) dan kan ik meer mijn etnische
identiteit benadrukken, want dat is niet bedreigend omdat iedereen dit kan
o Causale relatie:
 Als er multiculturalisme is mag iedereen zijn identiteit uiten
 Als ik mijn identiteit belangrijk vind dan ben ik ook voor de multiculturele
samenleving want dan mag ik mijn identiteit uiten
o Maar bij Nederlanders zien we dat als de Nederlander
o Ingroup: beoordeel je altijd positief
o Etnische identiteit heeft een invloed op ideologie  heeft invloed op de evaluatie van
de groepen
Ideologie?
o Tegen Nederlanders: multiculturalisme  vrijheid/ruimte om identiteit te delen
o Tegen Turken: assimilatie  ik ben Nederlander
De rol van context 2:
Cultural frame switching: mensen met meerdere identiteiten zijn continu aan het switchen
tussen het ene en het andere schema  activatie van schema door de omgeving slide 63
o Cultuur = domein-specifeke kennis
Bicultureel: zowel Turks als Nederlands
De rol van context 3:
Discursieve psychologie: alle psychologie is een soort van gesprekscontext  totaal
kwalitatieve vorm van psychologie
Gespreks-/retorische context


3

, Uitspraken zijn onderdeel van een debat (met jezelf/omgeving), positioneren (reactie op
bepaalde context), sociale interactie (tussen individu en context)  bepaald identiteit
o Tegen Nederlanders: Turks positioneren
o Tegen Turken: geen positioneren
Verschil in betekenis: mogelijk praat hij over verschillende zaken in zijn 2 uitspraken
Binnen de Turkse identiteit kunnen nog verschillende facetten zitten: multifacetted identity
o Tridemensionaal model: cognitief, evualatief
o Fishman: uitbreiding
 Being: wie je bent en achtergrond
 Doing: activiteiten, uiterlijk, gedrag
 Knowing: verschillende kennisnetwerken over culturen
 Feeling: gevoelens die daarbij horen
o Tegen Nederlanders: gevoelens
o Tegen Turken: gedrag

Samenvattend:
Mensen omschrijven zichzelf in etnische termen als dat onderscheidend en informatief is 
rol van context is daarbij heel belangrijk
Sociale/etnische identiteit bestaat uit verschillende aspecten en wel aspect saillant/relevant
is is afhankelijk van de context



Hoorcollege 9 acculturatie en multiculturalisme
Acculturatie
… het fenomeen dat zich voordoet als groepen van individuen met verschillende culturen langdurig
met elkaar in contact zijn, met als gevolg verandering van de originele culturele patronen in een of
beide groepen.

.. veranderingen die een individu ervaart na contact met een of meerdere culturen en/of deelname in
het proces van culturele veranderingen in de eigen culturele groep.

 Psychologische acculturatie (Graves)
Studie in community VS, leefden Engelse Amerikanen, Indianen en Hispanics. Veel contact
met elkaar. Zijn hun waarden veranderd over tijd? En hij wilde acculturatie meten met
acculturatie index. Dit deed hij met een 10-item acculturatie index.

Wat bleek? Er waren verschillen. Het is een bewuste of niet bewuste manier van het
overnemen van de dominante cultuur.

Etnische identiteit: onderdeel van acculturatie: Je kan alleen door de aanwezigheid van
mensen met een andere etniciteit identificeren in lijn met je eigen etniciteit.

Enculturatie: al het leren in je leven dat je doet zonder onderricht, maar vanwege
mogelijkheden en kansen in je omgeving (vb: groeien in een cultuur)
Voorbeeld: “carpentered world hypothesis” of “mirror self recognition” of
mogelijkheid naar school te gaan  alle factoren, kansen, mogelijkheden om bepaalde
zaken te leren door doen en ervaren.



4

, Socialisatie: systematisch vormen van een individu door leren. Dus wel specifiek onderricht,
door bijvoorbeeld imitatie of observatie, of echt onderricht (school). De leraren kunnen in dit
geval ook ouders, broers, zussen of peers zijn.


Acculturerende groepen




Onderscheid: hoe vrijwillig contact met groepen (vrijwillig of niet vrijwillig) en de mobiliteit (blijvend
of migrerend)
Etnoculturele groepen: vrijwilligheid van contact en blijvend
Indigenous people: niet vrijwillig contact maar wel blijvend (denk aan stammen die oorspronkelijk in
Amerika woonden)

Immigranten:
Sojourners: tijdelijk naar buitenland gaan vooral internationale studenten
Vluchtelingen: asielzoekers die asiel hebben gekregen.
Asielzoekers: mensen die asiel hebben aangevraagd.

Wat doe je in een acculturatie setting?
Behoud en overname
Cultural maintenance: het behouden van karakteristieken van de eigen cultuur.
Cultural adoption: het overnemen van karakteristieken van de cultuur in de gastcultuur of
cultuur van vestiging.

Unidimensionele conceptualisatie
Gordon (1964)
Cultural maintenance  cultural adoption
Je begint links, eindigt rechts.

Bidimensionele conceptualisatie
Acculturatie oriëntaties
Hier zien we maintenance en adoption als onafhankelijk
Berry (1990)
Veel overname, weinig behoud  assimilatie
Veel behoud, weinig overname  separatie
Hoog overname, hoog behoud  intergratie (bicultureel)
Laag overname, laag behoud  marginalisatie


5

,Aanpassing: Fusie model: “3e cultuur”
Culturele overname en behoud
Er ontstaat een soort van 3e nieuwe cultuur.

Acculturatie: domein specifiek
Publiekelijk cultuur overnemen, thuis: cultuur behouden  Superordinate level
Meer specifieke domeinen zoals kind opvoeding  Ordinate level
hele specifieke situaties  Subordinate level

Acculturatie framework (Arends-Toth & van de Vijver, 2006)
Acculturatie condities
- Karakteristieken van de host society
- Karakteristieken van de society of origin
Ik hoe verre matchen waarden en normen?
- Karakteristieken van de immigrant group
Ben ik de enige Nederlander?
- Persoonlijke karakteristieken

Acculturatie oriëntations
Cultural adoption and Cultural maintenance

De acculturatie condities plus de acculturatie oriëntaties samen zorgen voor de
Acculturatie outcomes
- Psychological well-being
- Socio-cultural competence in mainstream culture
- Socio-cultural competence in ethnic culture.


Verschillende contexten:

Familie context, institutional
and organiational context,
societal context.




Culturele afstand: in hoeverre verschillen de twee culturen van elkaar? Hoe groter  hoe moeilijker
acculturatie proces.

6

,Traditionele culturen gaan vaak naar Westerse maatschappijen.
Wat zie je dan? Op allerlei domeinen is er aanpassing nodig. Op gebieden zoals:
- Teaching & learning
Traditioneel: geen of lage instructional leren / informeel observational leren
Higher SES/receiving society: meer scholing, verbale uitleg
- Competence
Traditioneel: sociaal vaardig belangrijk
Higher SES/receiving society:: cognitief intelligent belangrijk
- Family
Traditioneel: materiële interdependentie
Higher SES/ receiving society: emotionele interdependentie
- Child rearing
Van heel erg gehoorzaam naar controle + autonomie = authoritative parenting
- Self development
Traditioneel: heteronomous related
Higher SES/ receiving society: autonomous related

Cultuur schok
Vorm van acculturatieve stress (Geeraerts & Ward, 2016)
Bijv. mensen die uit een bergachtig landschap komen, missen de bergen in Nederland. Daar kun je
heimwee naar ervaren.
In het begin helemaal blij (Honeymoon), na het vakantieniveau in een schok fase  (Culture Shock)
onprettig door incompetente gevoel.
Daarna (Initial Adjustment), maar na een tijdje toch weer een dip (Mental Isolation)
Hierna kom je er weer boven op en ervaar je (Acceptance & Integration)




Terugkeren naar home land  Re-entry phase: Je eigen normen en waarden zijn aangepast. Je ziet
dingen die leuker zijn, en dingen die minder leuk zijn. Je bent veranderd.




7

, Acculturatie condities
Ideologie van de staat en immigratie beleid (Bourhis, 1997)
Overal zijn er andere ideeën over hoe mensen omgaan met
mensen die ergens anders
vandaan komen.
Attitudes
Acculturatie strategieën
 Interactie tussen omgeving en individuele keuzes beïnvloeden de
uitkomst van het acculturatie proces!



Plurale maatschappij
Verschillende culturele groepen wonen samen in een gedeeld sociaal en politiek framework.

Veel mensen zien hun maatschappij nog steeds als uni-cultureel (denk aan Wilders).
Mensen streven naar een uni-culturele maatschappij.

Twee visies:
- “melting pot” : minderheden passen zich aan aan de meerderheid
- “multicultureel” : etno-culturele groepen behouden hun identiteit, waarderen en
respecteren.

Ideologieën vormen integratiebeleid
Het is een continuüm.
Pluratism ideology: twee bepaalde waarden.
Verwachting dat de immigrant de publieke waarden van het gastland overnemen.
Staat heeft geen autoriteit over privé waarden  mogen hun privé waarden behouden
Zij betalen belasting, hun investeren in ons land, wij investeren in hun.  ondersteuning diversiteit
Er is dus actieve support financieel en sociaal voor de minderheden van de eerste zowel als de
tweede generatie.
Voorbeeld: Canada

Civic Ideologie: publiekelijke values graag overnemen, privé maakt niet zo veel uit
Maar er wordt niet geïnvesteerd in immigranten.
 Nonintervention maar er is wel respect.

Assimilatie ideologie:
Fundamentele verwachting: de immigrant zal de publieke waarden van het gastland overnemen
Verwachting dat immigranten hun eigen culturele en talige onderscheidend vermogen verlaten om zo
de culturele waarden van de dominante groep de ruimte te geven.
Niet echt ruimte voor expressie.
Soms vrijwillig, soms gedwongen
Amerika begon als assimilatie ideologie (“the new world”), nu richting civic ideologie.

Ethnist ideologie:
Deelt twee features van de assimilatie ideologie:
- Immigranten moeten publiekelijk de waarden overnemen
8

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sennapsy. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52928 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,48  5x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd