Culturele Psychologie ENDTERM
2017/2018 500188
HC8 Sociale identiteit en interculturele interactie
Perceptie en cognitie
Cognitieve dissonantie: mening aanpassen om gedrag en
mening congruent te laten zijn
Post-decisional spread of alternatives:
Keuze tussen 2 huishoudelijke producten en ze beoordelen
elk product, 1 van de producten mag gehouden worden,
daarna herbeoordelen van gekozen product
Heine & Lehman
Dezelfde opzet met cd’s top 10 rangordenen
University vs. non-university educated Americans: hier ook cd’s
Shiraev & Levy:
- Mensen in individualistische culturen ervaren dissonantie wanneer hun gedrag in strijd is met
de persoonlijke of de sociale standaard
- Mensen in collectivistische culturen maken zich meer zorgen om het schenden van die sociale
standaarden, uit angst voor het aantasten van de sociale harmonie en daardoor afgewezen te
worden door anderen
Hoshino-Browne et al:
afhaalmenu 10 beste keuzes rangordenen ofwel voor zichzelf of voor een goede vriend (voor de
ander wil je een betere keuze maken) en daarna weer herbeoordelen
Cognitieve dissonantie bestaat in beide culturen maar om andere redenen
o Intolerantie voor de inconsistentie is een groter probleem in individualistische
culturen dan in collectivistische culturen waarin je incongruent mag zijn
Peng & Nisbett: Aristoteles: twee elkaar tegensprekende stellingen kunnen niet beide waar zijn: A
≠ niet A ze kunnen niet tegelijkertijd waar zijn:
- Individualistisch: er moet er 1 meer waar zijn want je moet er 1 kiezen non-dialectical
resolution
- Collectivistisch: compromis zoeken tussen deze 2 stellingen dialectical resolution
Reden waarom collectivisten minder moeite hebben met cognitieve dissonantie
Attributie
Proces waarmee we de oorzaak van ons eigen gedrag, maar ook het gedrag van anderen proberen te
verklaren en te identificeren:
Self-centered bias (USA): Succes intern attribueren, maar geen verantwoordelijkheid nemen
voor falen
Unassuming bias (Japan): Succes extern attribueren en falen intern attribueren
Doen we dit van nature of zijn dit de sociale normen om ons heen: is dit een psychologisch
process of een uitingsproces gestuurd door contextuele normen
o Maar al het bewijs hiervoor is niet even onomstotelijk
1
,Stereotype content:
- Stereotype: heuristieken die we gebruiken informatie die we over de groep beschikbaar
hebben en die plakken we op de persoon
- Stereotypes kunnen we zien in twee verschillende termen/dimensies/aspecten: normaliter
worden stereotypes gezien als positief of negatief, maar in dit paper wordt gezegd dat dit te
simpel gedacht is hiernaast kijken we ook naar heb ik iets aan deze persoon:
o Gebrek aan warmte
o Gebrek aan competenties
Hoe worden warmte en competentie gemeten?
Aan personen gevraagd hoe bepaalde groepen worden gezien door
anderen kernwoorden:
Warmte: tolerant, warm, good natured, sincere
Competenties: confident, independent, competitive, intelligent
- Stereotypen zetten ons aan tot bepaald gedrag
- Stereotypes bepalen niet alleen hoe mensen behandeld worden, maar ook
hoe hun gedrag geïnterpreteerd wordt jonge kinderen (4 jaar) hebben
ongeacht hun eigen huidskleur voorkeur voor de witte pop boven de bruine
pop ook bij plaatjes:
* ‘Bobby heeft Scott geduwd’
* ‘Alex is gevallen en Chris gaat ‘m helpen!’
The Police Officer’s Dilemma
Gaan mensen sneller schieten op een donker persoon dan een blank
persoon proefpersoon maakt keuze om wel of niet te scheten: als we naar die stereotypen
handelen dan zouden we sneller op de donkere personen schieten dan op de blanken
Als de persoon een gewoon object vastheeft dan worden er meer fouten gemaakt bij donkere
personen, maar ook als donkere personen wel een wapen vasthebben dan wordt dat sneller
opgemerkt
Shooter bias
Politie was hier dus niet echt blij mee en zei: ja maar dit zijn geen professionals dus wij
zouden beter scoren op deze test uit nieuwe onderzoeken blijkt ook dat er weinig
verschillen zijn
Dus leken handelen naar stereotype, maar specialisten zullen dit niet zo snel doen
Maar dit onderzoek is gedaan in een tijd waarin dit onderwerp heel gevoelig lag, dus wellicht
heeft de politie zich sociaal wenselijk gedragen laatste woord is er nog niet over gezegd
Identiteit:
Sociale identiteit
Dat deel van het individueels zelfconcept dat komt van het onderdeel uitmaken van een bepaalde
groep met een bepaalde waarde (emotional significance) moeder, docent, etc.
Onderdeel van de sociale identiteit is etnische identiteit = een gedeelde culturele
achtergrond, dezelfde afstamming, dezelfde taal, dezelfde tradities en vaak ook dezelfde
religie aanhangt of uit hetzelfde gebied komen als iemand anders niet alle factoren hoeven
te kloppen, maar zien wij als groep dat we een soort samenhang hebben en een gedeelde
achtergrond hebben dus vluchtelingen kunnen rondom het vluchtelingenschap een etnische
identiteit vormen met elkaar, ondanks dat ze elkaar pas recent hebben leren kennen
Resultaat van interactie tussen individu en omgeving (pag. 19 Verkuyten) sociale en etnische
identiteit wordt gevormd door je leven heen
2
,Partiële identiteiten: sociale en etnische identiteit vallen hier onder
Iedereen behoort tot meerdere categorieën
- Afhankelijk van de context woorden bepaalde identiteiten saillant
Het aantal identiteiten/rollen is afhankelijk van levensstadium hoe ouder je bent hoe minder
belangrijk deze identiteiten zijn over het algemeen
- Culturele verschillen in het aantal partiële identiteiten: meer verschillende rollen in niet-
traditionele (je gaat veel meer met verschillende culturen om en er zijn meer identiteiten
nodig om hiermee om te gaan) en minder verschillende rollen in traditionele culturele
contexten (het ligt heel erg vast hoe je je moet gedragen)
Niet alleen jijzelf, maar ook de maatschappij plakt je identiteit op je ‘voorhoofd’ dat labeltje heeft
consequenties (Rohingya: groep die wordt uitgemoord omdat ze officieel illegaal zijn)
Karakteristieken identiteiten discriminatie: dus bepaalde karakteristieken leiden ertoe dat je een
tot een identiteit wordt gerekend en dit leidt tot discriminatie experiment met ‘blue en brown eyes’
in de klas
Case studie: Selçuk
Verkuyten heeft een 15-jarige jongen geobserveerd:
Tegen Nederlanders: ‘Ik voel me echt Turks en onze cultuur moet behouden worden’
‘Tegen Turken: ‘Ik ben Turks, maar het doet me niet zo veel’
Interpretaties:
1. Één is waar, de ander onjuist: ware zelf moet gemeten worden
2. Selçuk praat niet over hetzelfde in zijn 2 opmerkingen: uitzoeken waar hij over praat en of het
consistent is
3. De opmerkingen moeten geplaatst worden in hun context: mensen definiëren hun identiteit
in termen van de situatie waarin zij zich bevinden
De rol van de context 1:
Verkuyten: onderzoek naar de multiculturalisme hypothese als ik geloof in een
multiculturele samenleving (vredig samen kunnen leven) dan kan ik meer mijn etnische
identiteit benadrukken, want dat is niet bedreigend omdat iedereen dit kan
o Causale relatie:
Als er multiculturalisme is mag iedereen zijn identiteit uiten
Als ik mijn identiteit belangrijk vind dan ben ik ook voor de multiculturele
samenleving want dan mag ik mijn identiteit uiten
o Maar bij Nederlanders zien we dat als de Nederlander
o Ingroup: beoordeel je altijd positief
o Etnische identiteit heeft een invloed op ideologie heeft invloed op de evaluatie van
de groepen
Ideologie?
o Tegen Nederlanders: multiculturalisme vrijheid/ruimte om identiteit te delen
o Tegen Turken: assimilatie ik ben Nederlander
De rol van context 2:
Cultural frame switching: mensen met meerdere identiteiten zijn continu aan het switchen
tussen het ene en het andere schema activatie van schema door de omgeving slide 63
o Cultuur = domein-specifeke kennis
Bicultureel: zowel Turks als Nederlands
De rol van context 3:
Discursieve psychologie: alle psychologie is een soort van gesprekscontext totaal
kwalitatieve vorm van psychologie
Gespreks-/retorische context
3
, Uitspraken zijn onderdeel van een debat (met jezelf/omgeving), positioneren (reactie op
bepaalde context), sociale interactie (tussen individu en context) bepaald identiteit
o Tegen Nederlanders: Turks positioneren
o Tegen Turken: geen positioneren
Verschil in betekenis: mogelijk praat hij over verschillende zaken in zijn 2 uitspraken
Binnen de Turkse identiteit kunnen nog verschillende facetten zitten: multifacetted identity
o Tridemensionaal model: cognitief, evualatief
o Fishman: uitbreiding
Being: wie je bent en achtergrond
Doing: activiteiten, uiterlijk, gedrag
Knowing: verschillende kennisnetwerken over culturen
Feeling: gevoelens die daarbij horen
o Tegen Nederlanders: gevoelens
o Tegen Turken: gedrag
Samenvattend:
Mensen omschrijven zichzelf in etnische termen als dat onderscheidend en informatief is
rol van context is daarbij heel belangrijk
Sociale/etnische identiteit bestaat uit verschillende aspecten en wel aspect saillant/relevant
is is afhankelijk van de context
Hoorcollege 9 acculturatie en multiculturalisme
Acculturatie
… het fenomeen dat zich voordoet als groepen van individuen met verschillende culturen langdurig
met elkaar in contact zijn, met als gevolg verandering van de originele culturele patronen in een of
beide groepen.
.. veranderingen die een individu ervaart na contact met een of meerdere culturen en/of deelname in
het proces van culturele veranderingen in de eigen culturele groep.
Psychologische acculturatie (Graves)
Studie in community VS, leefden Engelse Amerikanen, Indianen en Hispanics. Veel contact
met elkaar. Zijn hun waarden veranderd over tijd? En hij wilde acculturatie meten met
acculturatie index. Dit deed hij met een 10-item acculturatie index.
Wat bleek? Er waren verschillen. Het is een bewuste of niet bewuste manier van het
overnemen van de dominante cultuur.
Etnische identiteit: onderdeel van acculturatie: Je kan alleen door de aanwezigheid van
mensen met een andere etniciteit identificeren in lijn met je eigen etniciteit.
Enculturatie: al het leren in je leven dat je doet zonder onderricht, maar vanwege
mogelijkheden en kansen in je omgeving (vb: groeien in een cultuur)
Voorbeeld: “carpentered world hypothesis” of “mirror self recognition” of
mogelijkheid naar school te gaan alle factoren, kansen, mogelijkheden om bepaalde
zaken te leren door doen en ervaren.
4
, Socialisatie: systematisch vormen van een individu door leren. Dus wel specifiek onderricht,
door bijvoorbeeld imitatie of observatie, of echt onderricht (school). De leraren kunnen in dit
geval ook ouders, broers, zussen of peers zijn.
Acculturerende groepen
Onderscheid: hoe vrijwillig contact met groepen (vrijwillig of niet vrijwillig) en de mobiliteit (blijvend
of migrerend)
Etnoculturele groepen: vrijwilligheid van contact en blijvend
Indigenous people: niet vrijwillig contact maar wel blijvend (denk aan stammen die oorspronkelijk in
Amerika woonden)
Immigranten:
Sojourners: tijdelijk naar buitenland gaan vooral internationale studenten
Vluchtelingen: asielzoekers die asiel hebben gekregen.
Asielzoekers: mensen die asiel hebben aangevraagd.
Wat doe je in een acculturatie setting?
Behoud en overname
Cultural maintenance: het behouden van karakteristieken van de eigen cultuur.
Cultural adoption: het overnemen van karakteristieken van de cultuur in de gastcultuur of
cultuur van vestiging.
Unidimensionele conceptualisatie
Gordon (1964)
Cultural maintenance cultural adoption
Je begint links, eindigt rechts.
Bidimensionele conceptualisatie
Acculturatie oriëntaties
Hier zien we maintenance en adoption als onafhankelijk
Berry (1990)
Veel overname, weinig behoud assimilatie
Veel behoud, weinig overname separatie
Hoog overname, hoog behoud intergratie (bicultureel)
Laag overname, laag behoud marginalisatie
5
,Aanpassing: Fusie model: “3e cultuur”
Culturele overname en behoud
Er ontstaat een soort van 3e nieuwe cultuur.
Acculturatie: domein specifiek
Publiekelijk cultuur overnemen, thuis: cultuur behouden Superordinate level
Meer specifieke domeinen zoals kind opvoeding Ordinate level
hele specifieke situaties Subordinate level
Acculturatie framework (Arends-Toth & van de Vijver, 2006)
Acculturatie condities
- Karakteristieken van de host society
- Karakteristieken van de society of origin
Ik hoe verre matchen waarden en normen?
- Karakteristieken van de immigrant group
Ben ik de enige Nederlander?
- Persoonlijke karakteristieken
Acculturatie oriëntations
Cultural adoption and Cultural maintenance
De acculturatie condities plus de acculturatie oriëntaties samen zorgen voor de
Acculturatie outcomes
- Psychological well-being
- Socio-cultural competence in mainstream culture
- Socio-cultural competence in ethnic culture.
Verschillende contexten:
Familie context, institutional
and organiational context,
societal context.
Culturele afstand: in hoeverre verschillen de twee culturen van elkaar? Hoe groter hoe moeilijker
acculturatie proces.
6
,Traditionele culturen gaan vaak naar Westerse maatschappijen.
Wat zie je dan? Op allerlei domeinen is er aanpassing nodig. Op gebieden zoals:
- Teaching & learning
Traditioneel: geen of lage instructional leren / informeel observational leren
Higher SES/receiving society: meer scholing, verbale uitleg
- Competence
Traditioneel: sociaal vaardig belangrijk
Higher SES/receiving society:: cognitief intelligent belangrijk
- Family
Traditioneel: materiële interdependentie
Higher SES/ receiving society: emotionele interdependentie
- Child rearing
Van heel erg gehoorzaam naar controle + autonomie = authoritative parenting
- Self development
Traditioneel: heteronomous related
Higher SES/ receiving society: autonomous related
Cultuur schok
Vorm van acculturatieve stress (Geeraerts & Ward, 2016)
Bijv. mensen die uit een bergachtig landschap komen, missen de bergen in Nederland. Daar kun je
heimwee naar ervaren.
In het begin helemaal blij (Honeymoon), na het vakantieniveau in een schok fase (Culture Shock)
onprettig door incompetente gevoel.
Daarna (Initial Adjustment), maar na een tijdje toch weer een dip (Mental Isolation)
Hierna kom je er weer boven op en ervaar je (Acceptance & Integration)
Terugkeren naar home land Re-entry phase: Je eigen normen en waarden zijn aangepast. Je ziet
dingen die leuker zijn, en dingen die minder leuk zijn. Je bent veranderd.
7
, Acculturatie condities
Ideologie van de staat en immigratie beleid (Bourhis, 1997)
Overal zijn er andere ideeën over hoe mensen omgaan met
mensen die ergens anders
vandaan komen.
Attitudes
Acculturatie strategieën
Interactie tussen omgeving en individuele keuzes beïnvloeden de
uitkomst van het acculturatie proces!
Plurale maatschappij
Verschillende culturele groepen wonen samen in een gedeeld sociaal en politiek framework.
Veel mensen zien hun maatschappij nog steeds als uni-cultureel (denk aan Wilders).
Mensen streven naar een uni-culturele maatschappij.
Twee visies:
- “melting pot” : minderheden passen zich aan aan de meerderheid
- “multicultureel” : etno-culturele groepen behouden hun identiteit, waarderen en
respecteren.
Ideologieën vormen integratiebeleid
Het is een continuüm.
Pluratism ideology: twee bepaalde waarden.
Verwachting dat de immigrant de publieke waarden van het gastland overnemen.
Staat heeft geen autoriteit over privé waarden mogen hun privé waarden behouden
Zij betalen belasting, hun investeren in ons land, wij investeren in hun. ondersteuning diversiteit
Er is dus actieve support financieel en sociaal voor de minderheden van de eerste zowel als de
tweede generatie.
Voorbeeld: Canada
Civic Ideologie: publiekelijke values graag overnemen, privé maakt niet zo veel uit
Maar er wordt niet geïnvesteerd in immigranten.
Nonintervention maar er is wel respect.
Assimilatie ideologie:
Fundamentele verwachting: de immigrant zal de publieke waarden van het gastland overnemen
Verwachting dat immigranten hun eigen culturele en talige onderscheidend vermogen verlaten om zo
de culturele waarden van de dominante groep de ruimte te geven.
Niet echt ruimte voor expressie.
Soms vrijwillig, soms gedwongen
Amerika begon als assimilatie ideologie (“the new world”), nu richting civic ideologie.
Ethnist ideologie:
Deelt twee features van de assimilatie ideologie:
- Immigranten moeten publiekelijk de waarden overnemen
8